ECLI:NL:RBGEL:2019:4271
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig ontslag op staande voet en vorderingen tot betaling van achterstallig loon en vergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 september 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en haar werkgever, Modehuis Lobith b.v. [eiser] was in dienst als Medewerkster en had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De werkgever heeft [eiser] op 5 augustus 2019 op staande voet ontslagen, met als reden een schending van het geheimhoudingsbeding. Echter, [eiser] heeft betwist dat er sprake was van een rechtsgeldig ontslag en heeft vorderingen ingesteld voor achterstallig loon, een voorschot op een billijke vergoeding en andere vorderingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de werkgever niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde dringende reden. De rechter oordeelde dat de werkgever niet bevoegd was om eenzijdig de arbeidsomvang en het loon te wijzigen. De vordering van [eiser] tot betaling van achterstallig loon over de maanden juli en augustus 2019 werd toegewezen, evenals een voorschot op de billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werkgever verplicht was om correcte salarisspecificaties en het personeelsdossier aan [eiser] te verstrekken.
De proceskosten werden toegewezen aan [eiser], omdat de werkgever ongelijk kreeg in deze procedure. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] grotendeels toegewezen en de werkgever veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, met inachtneming van wettelijke rente en dwangsommen voor het niet nakomen van de veroordelingen.