ECLI:NL:RBGEL:2019:3863

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2019
Publicatiedatum
29 augustus 2019
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4215
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening evenementenvergunning festival ‘Have a nice day’ in Borculo

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de evenementenvergunning voor het festival ‘Have a nice day’, dat gepland stond van 30 augustus tot en met 1 september 2019 in Borculo. Verzoekers, bewoners van de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, omdat zij vrezen voor overlast en negatieve effecten op de natuur, met name voor vleermuizen en andere beschermde diersoorten. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoekers afgewogen tegen die van de gemeente en de derde-partij, die de vergunning had aangevraagd.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er enige bezorgdheid is over de overlast en de impact op de natuur, de vergunning niet zonder meer kan worden ingetrokken. De rechter heeft aangegeven dat er voldoende informatie beschikbaar is om een weloverwogen oordeel te vellen en dat de vergunningverlening niet evident in strijd is met de wetgeving. De rechter heeft ook opgemerkt dat de gemeente maatregelen heeft genomen om de overlast te beperken en dat de impact op de natuur niet significant zal zijn.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de belangen van de derde-partij en de gemeente zwaarder wegen dan de bezwaren van de verzoekers. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/4215
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 augustus 2019
op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], [verzoeker], [verzoeker] en [verzoeker]

allen wonende te [woonplaats], verzoekers,
en

de burgemeester van de gemeente Berkelland te Borculo

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkellandte Borculo, verweerders.
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[derde-partij]te [woonplaats]
(gemachtigde: mr. M.L. Diepenhorst).

Procesverloop

Bij besluit van 15 augustus 2019 (het primaire besluit) hebben verweerders aan de derde-partij een evenementenvergunning en een aantal ontheffingen verleend voor het festival ‘Have a nice day’ van 30 augustus 2019 tot en met 1 september 2019 op het terrein plaatselijk bekend als ‘openluchttheater ’t Galgenveld’ gelegen aan de [locatie] te [woonplaats].
Verzoekers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2019. Verzoekers zijn verschenen. Verweerders hebben zich laten vertegenwoordigen door P.J.T. Dikschei, mr. W. Kok en W. Siemes. Namens de derde-partij zijn [derde-partij]. [derde-partij] en [derde-partij] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij het beoordelen van een verzoek om voorlopige voorziening hangende bezwaar moet de voorzieningenrechter alle belangen afwegen. Dat leidt tot een algemene belangenafweging. Daarbij weegt de voorzieningenrechter de belangen van verzoekers die pleiten vóór het treffen van een voorlopige voorziening en een verbod op het festival en de belangen van verweerders en de derde-partij die pleiten tegen het treffen daarvan, als volgt.
3.1
Verzoekers voeren in de eerste plaats aan dat de procedure die heeft geleid tot verlening van de evenementenvergunning veel te lang heeft geduurd en dat verweerders weinig of niets met de ingediende zienswijze hebben gedaan. Ook heeft de derde-partij te veel speelruimte gekregen van verweerders.
3.2
De voorzieningenrechter kan verzoekers volgen in hun kritiek op de trage besluitvorming en het pas laat inbrengen van onderbouwende rapporten, maar verbindt daaraan niet de conclusie dat het festival niet mag doorgaan. Op dit moment is het besluit genomen en is er voldoende informatie beschikbaar om een afgewogen oordeel te geven. De verleende evenementenvergunning wordt daarom beoordeeld op basis van alle stukken die nu voorliggen.
4.1
Verzoekers voeren in de tweede plaats aan dat de locatie kwetsbaar is. In de directe omgeving bevinden zich natuurgebieden, die worden belast door stikstofdepositie als gevolg van het extra verkeer en aggregaten op het festivalterrein. Ook zullen diverse soorten vogels en in het gebied voorkomende vleermuizen verstoord worden door licht en geluid.
4.2
Op verzoek van de derde-partij is een quickscan natuuronderzoek uitgevoerd door Ecochore in november 2018. Door Tauw is een onderzoek ingesteld naar de negatieve effecten van het festival op beschermde natuurgebieden, waarvan door [derde-partij] op 20 augustus 2019 een notitie is opgesteld. In de avond/nacht van 20 op 21 augustus 2019 is tot slot door Ecochore nog een vleermuiscontrole uitgevoerd, waarvan ook een notitie is overgelegd.
4.3
De voorzieningenrechter is over de gebiedsbescherming, gelet op het rapport van Tauw en de toelichting daarop door [derde-partij] op de zitting, van oordeel dat de depositie van stikstof als gevolg van het festival niet zodanig zal zijn, dat evident sprake is van significante gevolgen op het Natura 2000 gebied ‘Stelkampsveld’. [derde-partij] heeft ter zitting toegelicht dat, als er al stikstofdepositie als gevolg van het festival op het Stelkampsveld zal plaatsvinden, dat slechts voor een zeer beperkte periode zal zijn, namelijk tijdens het festival en de op- en afbouw daarvan, zodat het effect over het hele jaar in ieder geval niet significant zal zijn. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding hieraan te twijfelen.
4.4.
Over de soortenbescherming oordeelt de voorzieningenrechter als volgt. Er heeft in november 2018 een onderzoek plaatsgevonden. Daarin werd al gezegd dat de baltsperiode, einde augustus/begin september, een kritieke periode is voor de vleermuizen. Dat het houden van het festival in deze periode nader onderzoek vergde, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter door verweerders pas laat onderkend. Op het laatste moment is er echter wel veldonderzoek gedaan door Ecochore naar de aanwezigheid van vleermuizen op en rond het festivalterrein. Vastgesteld is hoeveel vleermuizen er voorkomen en op welke locatie en er is geadviseerd op welke manier verstoring kan worden voorkomen. In aanvulling op de notitie van dat onderzoek is op de zitting nog toegelicht dat vleermuizen alleen hoge frequenties horen en dat die juist niet voorkomen op het festival. Uit onderzoek blijkt dat ze van de bas frequenties van het festival geen last hebben, zo is ter zitting gesteld. De verstoring van de vleermuizen door licht(masten) wordt verder voorkomen door het gebruik van rood licht op de plaatsen waar de vleermuizen zijn aangetroffen of door het niet verlichten van die plekken. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende rekening is gehouden met de aanwezige vleermuizen.
5.1
Verzoekers voeren verder aan dat zij vrezen voor ernstige overlast voor en tijdens het festival. Zij vrezen geluidsoverlast door de muziek van het festival en door de gebruikers van de camping nadat de muziek is gestopt. Ook vrezen zij overlast door het verkeer over wegen die niet geschikt zijn voor het vele (zware) verkeer dat hoort bij een festival van deze omvang. De getroffen verkeersmaatregelen zijn niet voldoende, volgens verzoekers.
5.2
De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat de overlast van een festival van deze omvang voor de omwonenden substantieel zal zijn. Dat betekent echter niet zonder meer dat het festival niet door kan gaan. Er moet namelijk ook rekening worden gehouden met de belangen van verweerders en van de derde-partij bij het doorgaan van het festival, zoals ter zitting toegelicht. Deze belangen wegen zwaarder, dan het belang van verzoekers. Van verzoekers mag worden verwacht dat zij geluidsoverlast in enige mate dulden, vooral omdat het festival maar drie dagen duurt en eens per jaar plaatsvindt. Daarbij is van belang dat verweerders in de vergunning al grenzen aan de geluidbelasting hebben gesteld.
Ook is voldoende rekening gehouden met de verkeerssituatie op de Oude Schooldijk. Zoals op de zitting is toegelicht, is er een aantal maatregelen genomen om de verkeersdruk op de Oude Schooldijk zo veel mogelijk te beperken.
De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de door verzoekers gevreesde overlast niet kan leiden tot een verbod van het festival.
6.1
Tot slot voeren verzoekers nog aan dat het festival niet binnen het geldende bestemmingsplan past.
6.2
Zoals ter zitting nader aan de orde is gekomen, staat het bestemmingsplan niet evident in de weg staat aan het festival. Deels is het festivalterrein bestemd als terrein voor actieve recreatie en deels heeft het een andere bestemming, maar deze bestemming maakt extensief recreatief medegebruik wel mogelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.M. Steigenga-Gerritsen, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 22 augustus 2019.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.