1.3Op 23 september 2017, door verweerder ontvangen op 29 september 2017, heeft eiseres een aanvraag ingediend om een IGBO-afdeling, te verbinden aan [basisschool] , voor bekostiging in aanmerking te laten komen. Bij brief van 7 november 2017 heeft verweerder beslist dat eiseres in aanmerking komt voor bekostiging van een IGBO-afdeling te verbinden aan [basisschool] .
2. Verweerder heeft de aanvragen om bijzondere bekostiging groei IGBO 2016-2017 en bekostiging IGBO 2017-2018 bij het primaire besluit afgewezen en deze afwijzing in bezwaar gehandhaafd. Hieraan heeft hij ten grondslag gelegd dat [basisschool] in de betreffende schooljaren nog niet beschikte over een bekostigingsbesluit op grond van artikel 85a van de Wet op het primair onderwijs (Wpo; verder te noemen: bekostigingsbesluit, door partijen ook aangeduid als licentie). Op grond van artikel 85a van de Wpo wordt een bekostigingsbesluit aangevraagd vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bekostiging wordt gevraagd. Dit is een dwingendrechtelijke bepaling. Nu de aanvraag is ingediend op 29 september 2017, betekent dit dat eiseres voor [basisschool] vanaf het schooljaar 2018-2019 voor bekostiging van de IGBO-afdeling in aanmerking komt. De onderhavige aanvragen die zien op de voorgaande schooljaren zijn volgens verweerder dan ook terecht afgewezen.
3. Artikel 85a, eerste lid, van de Wpo luidt als volgt:
“Onze minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van een basisschool een afdeling voor internationaal georiënteerd basisonderwijs aan die school en in die gemeente voor bekostiging in aanmerking brengen. Een aanvraag als bedoeld in de eerste volzin moet voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het schooljaar waarin de bekostiging van de afdeling wordt verzocht, worden ingediend bij Onze minister. Onze minister besluit voor 1 januari daaropvolgend.”
Artikel 29a, eerste lid, van het Besluit bekostiging Wpo (hierna: het Besluit) luidt als volgt:
“Indien aan een basisschool een afdeling internationaal georiënteerd basisonderwijs is verbonden, wordt op basis van een aanvraag van het bevoegd gezag aanvullende bekostiging voor personeelskosten, bedoeld in artikel 120, derde lid, van de wet, toegekend, indien bij deze afdeling op 1 oktober van het voorafgaand schooljaar ten minste elf leerlingen staan ingeschreven.”
Artikel 8, eerste lid, van de Regeling bekostiging personeel PO 2017-2018 en aanpassing bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2017-2018 respectievelijk voor 2016-2017 (hierna: de Regeling) luidt als volgt:
“Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een afdeling internationaal georiënteerd basisonderwijs is verbonden, ontvangt op aanvraag bekostiging voor personeel en voor materiële instandhouding.”
4. Eiseres betoogt dat het niet nodig was om een nieuwe aanvraag in te dienen om voor bekostiging van de IGBO-afdeling in aanmerking te komen. Uit artikel 85a van de Wpo kan worden afgeleid dat een bekostigingsbesluit niet geldt voor de school maar voor de IGBO-afdeling. Deze IGBO-afdeling, voorheen verbonden aan de [basisschool] , wordt al sinds 1987 bekostigd. Een enkele verhuizing van de IGBO-afdeling maakt niet dat de bekostiging komt te vervallen. Bovendien blijkt uit artikel 8 van de Regeling dat het bevoegd gezag aanspraak maakt op de bekostiging van een IGBO-afdeling. Met een koppeling van de IGBO-afdeling aan een andere school blijft het bevoegd gezag aanspraak maken. Dit geldt te meer nu de IGBO-afdeling in hetzelfde voedingsgebied is gebleven.