ECLI:NL:RBGEL:2019:3092

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
11 juli 2019
Zaaknummer
351693
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot overdracht van Benelux-merken en staken van gebruik in kort geding tussen Bigfoot Detailing Centre en Ayanmo Europe B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderde de Qatarese onderneming Bigfoot Detailing Centre (hierna: Bigfoot) in kort geding dat de besloten vennootschap Ayanmo Europe B.V. (hierna: Ayanmo) de Benelux-merken 'Mayvinci' zou overdragen en het gebruik van deze merken zou staken. Bigfoot, die al geruime tijd actief is in de coatingtechnologie onder de merknaam 'Mayvinci', had een exclusieve distributieovereenkomst gesloten met een eenmanszaak, die Ayanmo als derde partij nauw betrok bij de distributie. Ayanmo had de Benelux-merken geregistreerd zonder toestemming van Bigfoot, wat leidde tot de vordering van Bigfoot op basis van artikel 2.20ter van de Benelux-verordening inzake de intellectuele eigendom (BVIE). De voorzieningenrechter oordeelde dat Ayanmo als derde partij kon worden aangesproken op grond van deze bepaling, gezien haar nauwe betrokkenheid bij de distributieovereenkomst. De rechter wees de vorderingen van Bigfoot toe, inclusief het bevel tot overdracht van de merken en het staken van het gebruik ervan. Daarnaast werd Ayanmo veroordeeld tot betaling van dwangsommen en proceskosten aan Bigfoot. De voorzieningenrechter bepaalde ook dat Ayanmo binnen zes maanden een bodemprocedure moest aanhangig maken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/351693 / KG ZA 19-130
Vonnis in kort geding van 28 mei 2019
in de zaak van
de buitenlandse vennootschap naar Qatarees recht
BIGFOOT DETALING CENTRE,
gevestigd te Doha, Qatar,
eiseres,
advocaten mrs. R.W. de Vrey en Y. Celebi te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDELSMAATSCHAPPIJ AYANMO EUROPE B.V.,
gevestigd te Elburg,
gedaagde,
advocaten mrs. M. Rieger-Jansen en C.G.P. Molle te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Bigfoot en Ayanmo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de producties van Ayanmo
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Bigfoot
  • de pleitnota van Ayanmo.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bigfoot is een Qatarese onderneming die al geruime tijd actief is in het ontwikkelen en aanbieden van producten op het gebied van onder meer coatingtechnologie onder de merknaam ‘Mayvinci’. Deze coatingtechnologie wordt voornamelijk toegepast op (exclusieve) auto’s, luxe motorjachten en privéjets.
2.2.
Bigfoot heeft in 2014 de website www.mayvinci.com geregistreerd en opgezet. Voorts heeft zij diverse merkregistraties verricht voor het teken Mayvinci, te weten op 24 april 2015 een merkregistratie in het Verenigd Koninkrijk, op 16 februari 2017 drie woordbeeldmerkregistraties in Qatar en op 27 december 2018 een merkregistratie in de Verenigde Staten.
2.3.
[naam eenmanszaak] is een eenmanszaak van de heer [naam eigenaar eenmanszaak] en is gevestigd te Dordrecht. Zij houdt zich volgens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder meer bezig met de reparatie en het slepen van auto’s, het herstellen van deuk- en lakschade en het reconditioneren van voer- en vaartuigen.
2.4.
Op 15 juni 2017 hebben Bigfoot en [naam eenmanszaak] een exclusieve distributieovereenkomst gesloten, op grond waarvan [naam eenmanszaak] de distributie zou bevorderen van de van Bigfoot afkomstige Mayvinci producten in de Benelux, Zweden, Noorwegen, Finland, Denemarken en Duitsland (onder nadere voorwaarden). In deze overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
Obligations of the Second Party
(…)
b. The Second Party shall incorporate an entity under the laws of Netherlands having the legal name
Mayvinci Benelux or Mayvinci Europe.
Intellectual Property Rights
a. No assignment, transfer, or license of any intellectual property rights of either Party shall arise,
whether by implication or otherwise, under this Agreement.
b. The Second Party acknowledges that the First Party shall have a right over any technical application,
design, specific performance requirements, and any other items it has created for its Product and that
the Second Party shall not diminish the First Party’s right’s during and after the Term of this
Agreement.
c. The Second Party acknowledges and agrees that the First party, and its affiliates are, and shall remain,
the owners of all rights, marks, title, patents, formulas and interest in and to the First Party’s Product
and all related documentation (including, without limitation, all modifications, enhancements, new
versions, and updates thereto), and alle intellectual property rights therin, and that the Second Party
shall not obtain or claim any ownership interest of the First Party’s Product or related documentation
or use, or any portion thereof, or any intellectual property rights therein. The Second Party shall have
no right or interest in or claim to any marks, works, formulas, and title of the First Party and shall not
use in a manner which might tend to defeat or diminish the marks.
Obligation’s of the Second Party upon Termination or Expiration of Term
The Second Party shall immediately delete and destroy all documents, materials, discs, any material related tot he Product and the Brand upon the termination or expiry of the Agreement between the parties and shall provide the First Party with proof of such actions taken. The Second Party shall not use the Name, logo, brand, product and shall not hold itself out te be the Exclusive Distributor in the Territory.
2.5.
De distributieovereenkomst is behalve door de heer [naam werknemer eiseres] van Bigfoot ondertekend door de heer [naam eigenaar eenmanszaak] , namens Mayvinci Europe B.V., alsmede door de heren [naam bestuurder] en [naam bestuurder] . [naam bestuurder] is bestuurder van Prominent Cars B.V. en [naam bestuurder] is bestuurder van Caesar, Apollo & Snuf B.V.
2.6.
Ayanmo is opgericht op 2 februari 2018. Zij houdt zich volgens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder meer bezig met de in- en verkoop van auto’s, auto-onderdelen, autopoets producten, coatings en aanverwante artikelen. Bestuurders van Ayanmo zijn Caesar, Apollo & Snuf B.V. en Prominent Cars B.V. Ter uitvoering van de distributieovereenkomst is Mayvinci Europe B.V. opgericht als dochteronderneming van Ayanmo. Bestuurders van Mayvinci Europe B.V. zijn Ayanmo en Farotes Beheer B.V., waarvan mevrouw [naam aandeelhoudster] enig aandeelhoudster en bestuurster is.
2.7.
Ayanmo is houdster van het Benelux woordmerk Mayvinci met inschrijvingsnummer 1028665 en het Benelux woordbeeldmerk Mayvinci Europe met inschrijvingsnummer 1028664, die beide op 17 januari 2018 zijn gedeponeerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) voor waren in de klassen 1, 2 en 3 (hierna tezamen ook aangeduid als: de Benelux-merken).
2.8.
Per e-mailbericht van 3 oktober 2018 aan Bigfoot heeft [naam eenmanszaak] de distributieovereenkomst opgezegd tegen 8 oktober 2018. Bigfoot heeft deze opzegging geaccepteerd.
2.9.
Bij brief van 19 december 2018 heeft de advocaat van Bigfoot Ayanmo verzocht en voor zover nodig gesommeerd om uiterlijk 24 december 2018 schriftelijk te bevestigen dat Ayanmo de Benelux-merken binnen twee weken zal overdragen aan Bigfoot. Ayanmo heeft niet aan deze sommatie voldaan.
2.10.
Op 12 mei 2019 heeft Ayanmo een eenzijdig opgestelde verklaring aan Bigfoot doen toekomen, waarin zij onder meer verklaart ieder gebruik van de Benelux-merken, alsmede ieder verder gebruik van het logo, vanaf 19 mei 2019 te staken en gestaakt te houden, op straffe van een onmiddellijk opeisbare boete van € 250,00 per dag met een maximum van € 100.000,00 indien er in strijd wordt gehandeld met deze bepaling. Ook herhaalt Ayanmo in genoemde verklaring haar bereidheid tot overdracht van beide Benelux-merken en andere merkrechten voor deze tekens aan Bigfoot, op voorwaarde dat zowel Ayanmo als Bigfoot ieder haar eigen proceskosten draagt, gemaakt in alle procedures tussen partijen, en tegen volledige en finale kwijting van alle vorderingen die partijen over en weer hebben op grond van of naar aanleiding van de Benelux-merken.

3.Het geschil

3.1.
Bigfoot vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
A. Ayanmo beveelt binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de Betwiste Merken
over te dragen aan Bigfoot, door het formulier ‘Verzoek tot wijziging van de
inschrijving’ volledig ingevuld aan het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom
(het Bureau) te doen toekomen,
B. Ayanmo beveelt om gelijktijdig met het toezenden van het onder A bedoelde formulier
een afschrift hiervan te doen toekomen aan de advocaten van Bigfoot en deze op de
hoogte te houden van tussen (of namens) Ayanmo en het Bureau te voeren
correspondentie in dier voege dat Ayanmo steeds uiterlijk binnen twee werkdagen na
verzending respectievelijk ontvangst van een bericht, daarvan een afschrift doet
toekomen aan de advocaten van Bigfoot,
C. Ayanmo beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de
EU, althans Nederland, het gebruik van de Betwiste Merken te staken en gestaakt te
houden,
D. Ayanmo beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de
EU, althans Nederland, iedere inbreuk op de auteursrechten van Bigfoot zoals
beschreven in de dagvaarding te staken en gestaakt te houden,
E. Ayanmo veroordeelt tot betaling aan Bigfoot van een onmiddellijk opeisbare dwangsom
van € 5.000,00 per dag (waarbij een gedeelte van een dag als dag wordt gerekend) dat
Ayanmo in strijd mocht handelen met de hiervoor in sub A-D gevorderde bevelen, dan
wel voor iedere afzonderlijke, gehele of gedeeltelijke overtreding van één van deze
bevelen, zulks ter vrije keuze van Bigfoot,
F. Ayanmo ex artikel 1019h Rv veroordeelt in de werkelijk gemaakte kosten van dit geding,
zijnde de volledige door Bigfoot gemaakte kosten aan salarissen en verschotten van de
advocaat of een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag ter
vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die Bigfoot
heeft gemaakt, met inbegrip van nakosten ad € 131,00 en in geval van betekening van het
vonnis ad € 199,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit
bedrag vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der voldoening,
G. de termijn ex artikel 1019i Rv bepaalt op zes maanden na de datum van dit vonnis.
3.2.
Ayanmo voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De territoriale bevoegdheid van de voorzieningenrechter om kennis te nemen van de vorderingen van Bigfoot, voor zover die zijn gebaseerd op het merkenrecht, vloeit voort uit het bepaalde in artikel 4.6 lid 1 van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE). Voor het overige ontleent de voorzieningenrechter (eveneens) (internationale) bevoegdheid aan de vestigingsplaats van Ayanmo op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Verordening.
4.2.
Nog afgezien van hetgeen hierna onder 4.15 wordt overwogen, vloeit het spoedeisend belang in voldoende mate voort uit de stellingen van Bigfoot.
4.3.
Bigfoot vordert in de eerste plaats – kort gezegd – veroordeling van Ayanmo tot het overdragen van de Benelux-merken aan Bigfoot en het staken en gestaakt houden van het gebruik van die merken. Zij baseert deze vorderingen primair op artikel 2.20ter BVIE en artikel 6septies van het Unieverdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom (UvP). Volgens Bigfoot heeft zij op grond van deze bepalingen als merkhouder de bevoegdheid op te treden tegen gemachtigden of vertegenwoordigers, zoals (ex-)distributeurs, die zonder toestemming op eigen naam het merk van de merkhouder in de Benelux registreren of hebben geregistreerd. In dit verband dienen zowel [naam eigenaar eenmanszaak] als Ayanmo als partij bij de distributieovereenkomst te worden gezien, als gevolg waarvan beiden ook als vertegenwoordiger/gemachtigde kwalificeren en onder genoemde bepalingen vallen, aldus Bigfoot.
4.4.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat aan artikel 6septies UvP geen zelfstandige betekenis (meer) toekomt, nu de daarin gegeven regeling inmiddels is geïmplementeerd in artikel 2.20ter BVIE. De voorzieningenrechter zal daarom verder uitgaan van laatstgenoemd artikel, dat bepaalt dat, wanneer een merk zonder de toestemming van de houder is ingeschreven op naam van de gemachtigde of vertegenwoordiger van een persoon die de houder van dat merk is, de houder gerechtigd is zich te verzetten tegen het gebruik van het merk door zijn gemachtigde of vertegenwoordiger en/of de overdracht van de inschrijving te zijnen gunste te vorderen.
4.5.
Het is op zichzelf juist dat Ayanmo strikt genomen geen gemachtigde, vertegenwoordiger of distributeur is van Bigfoot in de zin van artikel 2.20ter BVIE. De distributieovereenkomst is immers gesloten tussen Bigfoot en [naam eenmanszaak] . Als Ayanmo een willekeurige derde zou zijn geweest had genoemd artikel dan ook niet tegen haar kunnen worden ingeroepen, in ieder geval niet voor zover het de onderhavige Benelux-merken betreft. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is in deze zaak echter geen sprake van een willekeurige derde. Ayanmo was zeer nauw betrokken bij de distributieovereenkomst. Zo hebben de bestuurders van Ayanmo, Caesar, Apollo & Snuf B.V. en Prominent Cars B.V., de distributieovereenkomst mede ondertekend (zie 2.5 en 2.6). Ter zitting is namens Ayanmo verklaard dat deze bestuurders dit hebben gedaan om te benadrukken dat zij in het kader van de uitvoering van de distributieovereenkomst zouden gaan investeren. Verder heeft Ayanmo – en niet [naam eenmanszaak] – ter uitvoering van het bepaalde onder b van de ‘Obligations of the Second Party’ in de distributieovereenkomst (zie 2.4), de entiteit die de overeenkomst feitelijk moest gaan uitvoeren opgericht als dochtervennootschap (Mayvinci Europe). Ten slotte heeft Ayanmo betrekkelijk snel na het sluiten van de distributieovereenkomst de Benelux-merken gedeponeerd (zie 2.7).
4.6.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat onder deze omstandigheden Ayanmo als derde partij zo nauw is betrokken bij de distributieovereenkomst dat ook zij rechtstreeks kan worden aangesproken op grond van artikel 2.20ter BVIE. Weliswaar is
[naam eenmanszaak] de distributeur, maar evident is dat Ayanmo nauw verweven zit in de manier waarop die overeenkomst tussen Bigfoot en [naam eenmanszaak] tot stand is gekomen en uitgevoerd. Een andere opvatting zou tekort doen aan de bescherming die aan artikel 2.20ter BVIE kan worden ontleend.
4.7.
Met inachtneming van het voorgaande en gelet op het feit dat Ayanmo niet heeft weersproken dat zij de Benelux-merken zonder toestemming en wetenschap van Bigfoot op haar naam heeft geregistreerd, ligt het gevorderde onder 3.1 sub A tot en met C voor toewijzing gereed. Overigens heeft Ayanmo voor de zitting het staken en gestaakt houden van de Benelux-merken ook reeds onvoorwaardelijk toegezegd (zie 2.11) en heeft zij tijdens de zitting verklaard onvoorwaardelijk bereid te zijn die merken aan Bigfoot over te dragen. Aangezien de partijen over de gevolgen hiervan voor het onderhavige kort geding geen overeenstemming hebben bereikt, doet dit niet af aan de toewijsbaarheid van de hiervoor bedoelde vorderingen.
4.8.
In de dagvaarding stelt Bigfoot verder dat zij Mayvinci al sinds 2014 als handelsnaam gebruikt in onder andere Nederland en dat zij ook met een beroep op haar handelsnaam op grond van artikel 6:162 BW kan opkomen tegen het gebruik van de Benelux-merken door Ayanmo. Met inachtneming van het voorgaande gaat de voorzieningenrechter hier bij gebrek aan belang aan voorbij. Bovendien heeft Bigfoot geen specifieke vordering ingesteld die op het handelsnaamrecht is gebaseerd.
4.9.
Bigfoot vordert nog wel een veroordeling van Ayanmo tot het staken en gestaakt houden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Bigfoot. Volgens Bigfoot komen haar logo en het woord Mayvinci voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking, aangezien deze een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker bezitten. Het gebruik van het logo waarvoor Ayanmo een Benelux-beeldmerk heeft verkregen, vormt een inbreuk op de auteursrechten van Bigfoot, nu dit logo een nagenoeg identieke kopie betreft van het oorspronkelijke logo van Bigfoot.
4.10.
Ayanmo betwist dat Bigfoot auteursrechthebbende is op het Mayvinci-logo. Het is onduidelijk wie het logo heeft ontworpen en waar en wanneer het logo voor het eerst openbaar is gemaakt. Bigfoot heeft hierover niets gesteld. Daarmee kan een beroep van Bigfoot op artikel 8 Aw evenmin slagen, aldus Ayanmo.
4.11.
De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer. In de eerste plaats heeft Ayanmo niet gemotiveerd betwist dat het logo en het woord Mayvinci werken zijn die een eigen oorspronkelijk karakter bezitten en het persoonlijk stempel van de maker dragen, en dus dat zij voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Voorts blijkt uit de door Bigfoot in het geding gebrachte stukken dat zowel het logo als het woord Mayvinci op de website van Bigfoot openbaar is gemaakt, zonder dat daarbij enige natuurlijke persoon als maker ervan is vermeld. Ayanmo heeft bovendien op geen enkele wijze gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat iemand anders dan Bigfoot het logo en het woord Mayvinci heeft ontworpen/bedacht. Ten slotte is gesteld noch gebleken dat deze openbaarmaking op de website van Bigfoot onrechtmatig was. Aldus komt het auteursrecht op het logo en het woord Mayvinci op grond van artikel 8 Aw toe aan Bigfoot.
4.12.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft Bigfoot ook belang bij toewijzing van deze vordering naast toewijzing van de merkenrechtelijke vorderingen, omdat in theorie de mogelijkheid bestaat dat Ayanmo het logo en het woord Mayvinci voor andersoortige doeleinden wil gaan gebruiken. Het gevorderde onder 3.1 sub D zal derhalve worden toegewezen.
4.13.
De gevorderde dwangsommen worden gematigd en gemaximeerd als hierna te melden.
4.14.
De voorzieningenrechter zal de termijn ex artikel 1019i Rv waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt, bepalen op zes maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis.
4.15.
Met betrekking tot de proceskosten overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Vast staat dat Ayanmo in ieder geval niet voor de zitting aan Bigfoot kenbaar heeft gemaakt dat zij onvoorwaardelijk wil overgaan tot zowel het overdragen van de Benelux-merken aan Bigfoot als het staken en gestaakt houden van het gebruik van die merken. Ayanmo voert in dit verband aan dat Bigfoot geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering tot overdracht van de Benelux-merken, nu Ayanmo reeds heeft verklaard bereid te zijn het gebruik van die merken te staken en gestaakt te houden. De voorzieningenrechter gaat hieraan echter voorbij. In een situatie als deze, waarin de distributierelatie tussen partijen is geëindigd, heeft Bigfoot er groot belang bij dat zij met het oog op de afzet van haar producten in (onder meer) Nederland en het vinden van een nieuwe distributeur zelf weer houder wordt van de door Ayanmo gedeponeerde Benelux-merken. Dit bekent dat Ayanmo voorafgaand aan de zitting niet (volledig) heeft voldaan aan datgene wat door Bigfoot terecht werd verlangd. Aldus kan niet worden geoordeeld dat Bigfoot ten onrechte dit kort geding aanhangig heeft gemaakt. Nu de mondelinge behandeling hiervan ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en – zoals uit het voorgaande blijkt – de vorderingen van Bigfoot voor toewijzing gereed liggen omdat zij voldoende grondslag hebben, heeft Ayanmo te gelden als de in het ongelijk gestelde partij.
4.16.
Ayanmo zal derhalve in de proceskosten van Bigfoot worden veroordeeld. Bigfoot vordert in dat kader een vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten, begroot op
€ 27.630,37 (exclusief btw). Ayanmo voert verweer tegen toewijzing van deze kosten en voert daartoe aan dat sprake is van onnodige of niet noodzakelijk gemaakte kosten, dat geen sprake is van redelijke en evenredige kosten en dat de kosten moeten worden gematigd al naar gelang de vorderingen niet op IE-gronden zijn gebaseerd.
4.17.
Aan het eerste verweer gaat de voorzieningenrechter met verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 4.15 is overwogen voorbij. Voor het overige overweegt de voorzieningenrechter dat het hier niet gaat om een bijzonder complex IE-kort geding. Bovendien zijn de vorderingen van Bigfoot voor een deel gebaseerd op ‘niet-IE gronden’ zoals het schenden van contractuele verplichtingen en onrechtmatige daad. Gelet op een en ander acht de voorzieningenrechter enige matiging van de in rekening gebrachte kosten op zijn plaats, hetgeen aanleiding geeft om de totale kosten te bepalen op het maximale bedrag dat in de IE-indicatietarieven met betrekking tot een kort geding met gemiddelde complexiteit wordt genoemd, te weten € 15.000,00. Dit bedrag komt de voorzieningenrechter in deze procedure redelijk en evenredig voor. Met inachtneming hiervan worden de kosten aan de zijde van Bigfoot tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 104,81
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat €
15.000,00
Totaal € 15.743,81
4.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt Ayanmo om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis de Betwiste Merken over te dragen aan Bigfoot, door het formulier ‘Verzoek tot wijziging van de inschrijving’ volledig ingevuld aan het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (het Bureau) te doen toekomen,
5.2.
beveelt Ayanmo om gelijktijdig met het toezenden van het onder 5.1 bedoelde formulier een afschrift hiervan te doen toekomen aan de advocaten van Bigfoot en deze op de hoogte te houden van tussen (of namens) Ayanmo en het Bureau te voeren correspondentie in dier voege dat Ayanmo steeds uiterlijk binnen twee werkdagen na verzending respectievelijk ontvangst van een bericht, daarvan een afschrift doet toekomen aan de advocaten van Bigfoot,
5.3.
beveelt Ayanmo om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de EU het gebruik van de Betwiste Merken te staken en gestaakt te houden,
5.4.
beveelt Ayanmo om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de EU iedere inbreuk op de auteursrechten van Bigfoot zoals beschreven in de dagvaarding te staken en gestaakt te houden,
5.5.
veroordeelt Ayanmo om aan Bigfoot een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan een of meer van de in 5.1 tot en met 5.4 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van in totaal € 250.000,00 is bereikt,
5.6.
bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt op zes maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis,
5.7.
veroordeelt Ayanmo in de proceskosten, aan de zijde van Bigfoot tot op heden begroot op € 15.743,81, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8.
veroordeelt Ayanmo in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Ayanmo niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2019.
Coll.: MvG