Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen Gaba Beheer B.V. en [naam gedaagde] over de handhaving van een relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. [naam gedaagde] was in dienst bij Gaba en heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 januari 2018. Gaba stelt dat [naam gedaagde] het relatiebeding heeft overtreden door contact te onderhouden met klanten van Gaba na zijn vertrek en hen te benaderen voor een verkoopopdracht via een ander makelaarskantoor. Gaba vordert schadevergoeding op basis van de overtreding van het relatiebeding, dat een boete van € 5.000,- per overtreding en € 250,- per dag voor voortduring van de overtreding oplegt.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 19 juni 2019 geoordeeld dat [naam gedaagde] in de gelegenheid wordt gesteld om tegenbewijs te leveren dat hij niet betrokken is geweest bij de verkoop van de woning van de klanten van Gaba. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast bij Gaba ligt om aan te tonen dat [naam gedaagde] het relatiebeding heeft overtreden. De vordering van [naam gedaagde] om het relatiebeding te schorsen is afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat het relatiebeding niet zal worden vernietigd in de bodemprocedure. De zaak is aangehouden voor het nemen van bewijs door [naam gedaagde].