2.5.Bij brief van 11 februari 2019 heeft CB de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] , wegens dringende reden, met onmiddellijke ingang opgezegd. In deze brief heeft CB het navolgende geschreven:
“Op maandag 18 februari 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen u en ondergetekende, de heer
[medewerker(s) verweerder] . Tijdens het gesprek is een aantal punten aan u voorgehouden die in de afgelopen week bij
ons bekend zijn geworden. Kort gezegd is in eerste instantie het volgende aan de orde gekomen: u
bent op 10 februari aangehouden door de politie in verband met (betrokkenheid bij) diefstal en/of
verduistering van goederen van CB, bestaande uit e-readers en producten/onderdelen van de
Technische Dienst.
Voorafgaand aan het inhoudelijke gesprek hebben wij u uitgelegd hoe de verdere procedure van
schorsing werkt. Dat wij u op basis van informatie van de politie hebben geschorst en dat wij afhankelijk
van de feiten die ons ter ore zijn gekomen, het verloop van dit gesprek en onze evaluatie hiervan,
eventuele vervolg maatregelen zullen nemen.
Wij hebben tijdens het gesprek met u over de aantijgingen van de politie gesproken. De politie is
ingeschakeld na de diefstal van een groot aantal e-readers die eigendom van (klanten van) CB zijn en
waar u uit hoofde van uw werk toegang tot had. Deze zijn deels getraceerd naar een winkel van Used
Products. Ter betaling hiervoor is, via een collega, geld naar u is overgemaakt. Daarnaast is ons verteld
dat u betrokken bent geweest bij tenminste een tweetal bestellingen bij Technische Unie ten behoeve
van de Technische Dienst van CB, bestellingen uit naam van en op rekening van CB. Eén van de
bestellingen is verdwenen en de andere is op een ongebruikelijke plek bij een Overflowmagaziin
afgeleverd. Deze laatste bestelling is door CB op het moment van levering ontdekt en tegengehouden.
Wel is gesignaleerd dat er een auto hard wegreed vlak na het moment dat de tweede zending werd
afgeleverd. Op uw telefoon zijn verder plaatjes aangetroffen van goederen die liggen opgeslagen in
onze technische ruimtes en waarvan wij inmiddels hebben geconstateerd dat deze zijn verdwenen. Van
de politie hebben wij vernomen dat u met goederen van ons bent aangehouden en dat ook thuis bij u
goederen van CB zijn gevonden.
U heeft kort gezegd verklaard dat u de betreffende e-readers van iemand anders heeft gekocht en dat
u niet wist dat zij van (klanten van) CB waren. U heeft aangegeven dat u zelf geen goederen heeft
ontvreemd en dat u door de politie alleen van heling wordt beschuldigd. U heeft ook aangegeven geen
kennis te hebben van ontvreemding van spullen/bestellingen van de Technische Dienst.
De producten die door de politie bij u thuis zijn gevonden zijn door u van een ander gekocht. Van wie
zegt u niet. U kunt ook geen aankoop bon tonen. De foto’s die op uw telefoon stonden van producten
uit de technische magazijnen, hebben volgens u geen relatie tot uw arrestatie.
Nadat u eerst had verklaard niet te hebben geweten dat de e-readers en producten van de technische
dienst gestolen waren, zegt u even later wel diegene te kennen die bij de ontvreemding van producten
van (klanten van) CB betrokken was. toen u werd gevaagd wie dat is, stelde u die persoon niet te willen
verraden. Naar uw mening ligt de zaak verder bi] de politie voor verdere afhandeling.
Inmiddels hebben wij ons beraden over uw verklaringen op 18 februari. Wij zijn van mening dat gezien
uw handelwijze van ons in redelijkheid niet kan worden gevergd het dienstverband met u voort te zetten.
U heeft ons niet alleen op diverse punten benadeeld, maar bent ons vertrouwen door uw handelen
tevens onwaardig geworden. Wij achten onderstaande verwijten (met de daarbij gegeven toelichting)
dermate ernstig en verwijtbaar dat deze ieder op zichzelf, alsook in onderlinge samenhang een
dringende reden voor ontslag op staande voet als bedoeld In artikel 7:678 BW opleveren:
Wij achtten uw handelen ernstig in strijd met goed werknemerschap en uw verklaringen tegenstrijdig en
ongeloofwaardig. Tegenstrijdig en ongeloofwaardig omdat u eerst ontkende iets te weten van de
verdwijning van goederen, maar later stelde wel te weten wie de goederen van CB heeft gestolen. Dat
producten van (klanten van) CB bij u zijn gevonden, dat u niet vertelt en/of aantoont van wie u deze
producten heeft gekocht en dat producten op uw telefoon door ons rechtstreeks te traceren zijn naar
goederen die uit onze technische magazijnen verdwenen zijn of naar producten die op naam van CB
zijn besteld maar verdwenen zijn, overtuigt ons van uw betrokkenheid bij het verdwijnen van de
goederen. Slechts een beperkte groep medewerkers heeft toegang tot deze magazijnen en u bent de
enige die op basis van feiten door de politie aan de vermissing van deze producten wordt gekoppeld.
Dat u aangeeft de persoon te kennen die het wegnemen van goederen van (klanten van) CB op zijn
geweten heeft, maar de naam van die persoon niet te willen noemen, beschouwen wij als zeer ernstig.
Wij vinden dat u als goed werknemer deze informatie aan ons dient te verstrekken. Doordat u dit niet
doet, achten wij u (mede) verantwoordelijk voor het verdwijnen van de spullen.
Wij zeggen uw arbeidsovereenkomst dan ook met onmiddellijke ingang op. Uw arbeidsovereenkomst
eindigt derhalve heden, 19 februari 2019. Bij het nemen van de beslissing hebben wij alle
omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking genomen. Meer in
het bijzonder hebben wij rekening gehouden met de aard en ernst van de door ons in aanmerking
genomen dringende reden, de aard van uw arbeidsovereenkomst, de duur daarvan, de wijze waarop u
de arbeid hebt vervuld, alsmede uw persoonlijke omstandigheden.
[…].”