2.10.In het rapport van verzekeringsarts [naam verzekeringsarts] van 19 september 2016 (hierna: het rapport [naam verzekeringsarts]) is, voor zover hier van belang, het volgende te lezen.
“(…)
Overwegingen:
Opvallend is dat de beschrijvingen van de werkzaamheden in het rapport van expert [naam 3 (expert)] en de rapportage vooronderzoek aanzienlijk uit elkaar lopen. Dit geldt zowel met betrekking tot de werkhoogte als de frequentie van de werkzaamheden als het gebruik van de tacker (al dan niet met kracht zetten).
Overigens geldt deze discrepantie in de berichtgeving ook met betrekking tot de intimidatie die betrokkene op het werk zou hebben ervaren.
(…)
Er is sprake van schouderklachten aan de rechterzijde, in de loop van de tijd geleidelijk progressief, waarvoor uiteindelijk de diagnose frozen shoulder wordt gesteld nadat in eerste instantie is gesproken over impingement, een beknelling van de weefsels in de schouder. Daarbij zijn klachten in eerste instantie niet belastingsafhankelijk. Wordt later, met name door betrokkene zelf, aangegeven dat het werken met de tacker te zwaar is.
De vraag is nu uiteraard, of dit gezien moet worden als een arbeidsgebonden aandoening. Dit betreft een lastige beoordeling, waar ik onderstaand verder op in zal gaan.
Los van het feit, dat de beschrijvingen van de werkzaamheden in de beide rapporten fors uiteenlopen, is het duidelijk dat er sprake is van repeterende werkzaamheden: dit brengt een risico op aandoeningen van de bovenste extremiteiten met zich mee.
Echter, in tegenstelling tot hetgeen in het rapport vooronderzoek wordt vermeld, is er wel degelijk ook sprake van diverse belastende activiteiten buiten het werk. Zo heeft betrokkene als hobby’s muziek maken, gitaarspelen en harmonica spelen, verder houtbewerking en schieten, waarbij hij zowel schiet met een pistool als een geweer: dit zijn alle eveneens schouder belastende activiteiten.
Daarnaast is er sprake van zeer matig gereguleerde diabetes type I, reeds aanwezig vanaf 1989: deze aandoening geeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van een zogenaamde limited joint mobility (LJM), een beperkte gewrichtbeweeglijkheid, alsmede op het ontwikkelen van een frozen shoulder. Het risico op LJM neemt toe naarmate de diabetes langer bestaat alsmede deze slechter gereguleerd is (oplopende HbA1c waardes). Dit wordt onder andere veroorzaakt door een verhoging van abnormaal glycogeen in het bindweefsel rond de gewrichten, veranderende structuren van het bindweefsel, schade aan de microbloedvaten en schade aan de zenuwen. Uiteindelijk leiden deze samen tot contracturen door fibrose van/rond het gewricht. Ook een frozen shoulder met verkalkingen in de schouder komt vaker voor bij diabetes.
Bij betrokkene is er inderdaad sprake van een matig gereguleerde diabetes, het feit dat er inmiddels sprake is van retinopathie, schade aan de bloedvaten in het netvlies, getuigt hiervan. Aangezien het een systeemziekte is, zal dit niet de enige plek zijn waar inmiddels schade is ontstaan.
Bovenstaande wordt overigens ook bevestigd door de orthopedisch chirurg, die immers aangeeft dat een frozen shoulder vaak wordt gezien in combinatie met een diabetes. In zijn brief geeft hij aan, dat hij betrokkene hierover heeft ingelicht en heeft aangegeven dat het niet onwaarschijnlijk is dat de klachten ook aan de linkerzijde zullen ontstaan, hetgeen later ook gebeurt, terwijl betrokkene op dat moment het werk reeds lange tijd heeft gestaakt: dit pleit tegen een beroepsgebonden aandoening.
Overigens is er geen sprake van een blanco voorgeschiedenis, op 15-12-2000 bezocht betrokkene de huisarts in verband met klachten van de rechterschouder, op dat moment geduid als een slijmbeurs ontsteking, kennelijk na overbelasting als wordt helaas niet aangegeven waaruit deze overbelasting bestond.
Verder wordt aangegeven dat er sprake is van pestgedrag op het werk waardoor betrokkene psychische klachten zou hebben ontwikkeld. Ik trof inderdaad een brief aan van een psycholoog die betrokkene in behandeling heeft genomen, echter met betrekking tot het vervolg en het bereikte resultaat trof ik geen enkele informatie meer aan.
Overigens blijkt uit de informatie van de verzekeringsarts dat er ten tijde van de WIA geen beperkingen zijn gesteld ten aanzien van psychische belastbaarheid. Overigens is het enigszins opvallend, aangezien betrokkene reeds langdurig bekend is met chronische depressies, met name in het kader van levensvragen, de gevolgen van zijn diabetes en vragen in het kader van zingeving. Daarbij worden diverse factoren besproken, zie de samenvatting van de huisarts informatie, echter pas veel later, een vooral bij de bedrijfsarts, wordt aangegeven dat er een conflict bestaat met een leidinggevende.
Overigens wordt het conflict deels veroorzaakt door de arbeidsongeschiktheid, kennelijk is betrokkene ook aangesproken op het feit dat hij wel gitaar speelde in het weekend maar zich niet in staat achtte te werken. Uiteindelijk heeft er ook een deskundigenoordeel plaatsgevonden met betrekking tot de hervatting in eigen werk, dit werd door het UWV niet passend geacht en heeft geleid tot het opstarten van een tweede spoortraject.
Tot een concrete herplaatsing heeft dit traject overigens niet geleid, mede vanwege het feit dat betrokkene de juiste opleiding mist. Overigens is hij wel werkzaam in een werkervaringsplaats in een jongerensoos waar hij vooral praktisch bezig met jongeren in de muziekruimte en de werkplaats, op vrijdagavond fungeert als barman. Bovenstaand gaf ik reeds aan, dat ik me afvraag of dit wel passend is gezien de gestelde beperkingen.
Samenvattend is sprake van schouderklachten, eerst rechtens, later ook links, bij een slecht gereguleerde diabetes type I. Dat het werk van betrokkene, waarin repeterende handelingen ongetwijfeld zullen voorkomen, geen gelukkige keuze is geweest is aannemelijk, echter gezien de pre-existente schouderklachten, de schouder belastende activiteiten buiten het werk, het feit dat schouderklachten links ontstaan nadat het werk reeds geruime tijd is gestaakt en de conclusies van de orthopedisch chirurg, is het niet aannemelijk dat deze enkel het gevolg zijn van de werkzaamheden: mijns inziens wordt er dan ook niet voldaan aan de criteria betrekking tot een beroepsgebonden aandoening.
Met betrekking tot psychische klachten als gevolg van de werkzaamheden en/of pestgedrag trof ik geen medische informatie aan: alleen in de notities van de bedrijfsarts wordt aangegeven dat betrokkene problemen heeft met een collega, hij dit niet aankan en dit met de bedrijfsleider zou hebben besproken die dit punt erkent. Later blijkt het conflict vooral te focussen op de re-integratie en de activiteiten van betrokkene naast het werk. Wel blijkt betrokkene reeds langdurig bekend met depressieve episodes, waarbij zijn diabetes, zingevingsvragen en perikelen binnen de privésfeer centraal lijken te staan.
(…)”