ECLI:NL:RBGEL:2019:2157
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. J.H. van Breda
- mr. drs. M.S.T. Belt
- mr. H.J.M. Besselink
- Rechtspraak.nl
Verkeersbesluit ligplaatsverbod voor de vaargeul van Binnen- en Buiten-Giessen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 mei 2019 uitspraak gedaan over een verkeersbesluit van het Waterschap Rivierenland, dat een ligplaatsverbod instelde voor de vaargeul van de Binnen- en Buiten-Giessen. Dit besluit was genomen naar aanleiding van zorgen over de veiligheid en de bruikbaarheid van de vaarwegen, die door afgemeerde vaartuigen en obstakels in het vaarwater zouden worden belemmerd. Eisers, die eigenaar zijn van percelen langs deze vaarwegen, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij hun ligplaatsmogelijkheden willen behouden. Tijdens de zitting op 27 maart 2019 zijn de belangen van de eisers en het algemeen belang van de scheepvaart tegen elkaar afgewogen.
De rechtbank heeft overwogen dat het Waterschap voldoende heeft onderbouwd dat het ligplaatsverbod noodzakelijk is voor de veiligheid van de scheepvaart en het behoud van de vaarwegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vaargeulbreedte van 7 meter, die in het verkeersbesluit is vastgesteld, in redelijkheid is gekozen, gezien de breedte van de vaartuigen en de manoeuvreerruimte die nodig is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er alternatieven zijn voor het ligplaatsverbod, zoals handhaving tegen illegale ligplaatsen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eisers ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat het algemeen belang van de veiligheid en bruikbaarheid van de vaarwegen zwaarder weegt dan de belangen van de eisers. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.