ECLI:NL:RBGEL:2019:2123
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak over verkeersbesluit ligplaatsverbod in vaargeul van Binnen- en Buiten-Giessen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland. De zaak betreft een verkeersbesluit dat op 15 mei 2018 door verweerder is genomen, waarbij een ligplaatsverbod is ingesteld in de vaargeul van de Binnen- en Buiten-Giessen. Eiser, die woont aan de Binnen-Giessen, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij meent dat de vaargeul te smal is en hij onvoldoende ruimte heeft om zijn vaartuig af te meren. Tijdens de zitting op 27 maart 2019 zijn ook samenhangende zaken behandeld.
De rechtbank heeft overwogen dat het aan verweerder is om de belangen van de scheepvaart en de belangen van de eiser tegen elkaar af te wegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vaargeulbreedte van 7 meter, zoals vastgesteld in het verkeersbesluit, in redelijkheid is bepaald door verweerder, rekening houdend met de maximale vaartuigbreedte en de manoeuvreerruimte. Eiser heeft betoogd dat de vaargeul ter hoogte van zijn perceel een 'knik' maakt, waardoor er minder ligplaatsruimte is, en dat een vaargeul van 6 meter ook voldoende zou zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de uitgangspunten die verweerder heeft gehanteerd voor het intekenen van de vaargeul niet onredelijk zijn en dat het beroep van eiser ongegrond is verklaard.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.