Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiser], te [woonplaats], eiser,
de Autoriteit persoonsgegevens, te 's-Gravenhage, verweerder.
[derde partij].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft eiser de Autoriteit Persoonsgegevens verzocht om handhavend op te treden tegen de verplichting om in de gemeente Arnhem gebruik te maken van adresgebonden passen bij het openen van ondergrondse afvalcontainers. De Autoriteit heeft hierop gereageerd door het college van burgemeester en wethouders van Arnhem een last onder dwangsom op te leggen. Deze last verplichtte de gemeente om uiterlijk op 1 september 2017 alle ondergrondse afvalcontainers open te stellen voor afval zonder pas en om uiterlijk op 1 oktober 2017 alle persoonsgegevens van afvalstortingen te wissen. Eiser heeft geen procesbelang bij de toetsing van deze last, omdat zijn verzoek is ingewilligd.
De rechtbank heeft zich niet uitgesproken over de vraag of het gebruik van adresgebonden passen in strijd is met artikel 8 van het EVRM, omdat dit onderwerp aan de orde kan komen in een toekomstige procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de last onvoorwaardelijk is en dat de derde-partij moet voldoen aan de verplichtingen, ook na de invoering van het Diftar-systeem. Eiser heeft geen procesbelang bij de inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit, omdat de last momenteel wordt nageleefd.
De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij onvoldoende procesbelang heeft bij de inhoudelijke toetsing van het bestreden besluit. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om verweerder te gelasten tot vergoeding van het griffierecht, aangezien de niet-ontvankelijkheid niet aan verweerder kan worden toegerekend.