In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen een consument en een verkoper over de koop van een tweedehands Ford Fiesta. De consument, aangeduid als [naam eisende partij], heeft de auto op 9 mei 2018 gekocht van [naam gedaagde partij], die als verkoper optrad. Na de aankoop heeft de consument de koopovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling, omdat zij meende dat de verkoper had verzwegen dat de auto een schadeauto was en niet goed onderhouden was. De consument vorderde onder andere de terugbetaling van het aankoopbedrag van € 7.400,00, vermeerderd met rente, en de ontbinding van de koopovereenkomst.
De rechtbank heeft de vordering van de consument afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van dwaling, omdat de consument onvoldoende bewijs had geleverd dat de verkoper onjuiste informatie had verstrekt. De kantonrechter merkte op dat de consument de auto had bezichtigd en een proefrit had gemaakt, waardoor zij op de hoogte had kunnen zijn van eventuele gebreken. Daarnaast werd geoordeeld dat de auto niet non-conform was, omdat niet was aangetoond dat het gebruik van de auto een gevaar voor de verkeersveiligheid opleverde.
In reconventie vorderde de verkoper een bedrag van € 400,00, omdat de consument niet het volledige bedrag van de koopprijs had betaald. Deze vordering werd eveneens afgewezen, omdat de verkoper eerder had aangegeven dat de consument het bedrag van € 400,00 mocht houden. De proceskosten werden toegewezen aan de partijen, waarbij de consument in het ongelijk werd gesteld in conventie en de verkoper in reconventie.