In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de projectontwikkelingsmaatschappij Dro Dun Ederveen Projectontwikkeling B.V. (hierna: Dro Dun) dat de gemeente Ede de lopende aanbestedingsprocedure voor de bouw van een school in Ederveen staakt. Dro Dun stelt dat de gemeente zich contractueel heeft verplicht om de opdracht voor de bouw van de school meervoudig onderhands aan te besteden, in plaats van de huidige Europese openbare aanbesteding. De gemeente Ede voert verweer en stelt dat zij zich aan de geldende aanbestedingsregels houdt en dat er geen verplichting bestaat om de opdracht op de door Dro Dun gewenste wijze aan te besteden.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente niet verplicht is om de aanbestedingsprocedure te staken. De rechter wijst erop dat de bepalingen in de grondexploitatieovereenkomst en de koopovereenkomst niet de verplichting inhouden om de opdracht op een specifieke wijze aan te besteden. De gemeente heeft bovendien voldoende rekening gehouden met de relevante wet- en regelgeving en het gemeentelijk inkoopbeleid. De vorderingen van Dro Dun worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor gemeenten om zich aan de aanbestedingsregels te houden en de belangen van alle betrokken partijen in overweging te nemen. De rechter concludeert dat de realisatie van het schoolgebouw een publiek belang dient en dat het afbreken van de aanbesteding onwenselijk zou zijn.