ECLI:NL:RBGEL:2018:5606

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 december 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
05/881921-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en amfetamineproductie met drugsafvaldumping

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met de productie van amfetaminen. De verdachte, geboren in 1972 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het voorbereiden van amfetamineproductie, het vormen van een criminele organisatie, het dumpen van drugsafval en het exporteren van softdrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten in de periode van januari 2017 tot en met januari 2018 op verschillende locaties in Nederland betrokken was bij de productie en distributie van amfetamine. Tijdens het onderzoek zijn er aanzienlijke hoeveelheden drugsafval en chemische stoffen aangetroffen, evenals getuigenverklaringen die de betrokkenheid van de verdachte bevestigen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en een gevangenisstraf van zes jaar opgelegd, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van een in beslag genomen personenauto bevolen, die gebruikt was bij de criminele activiteiten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/881921-17
Datum uitspraak : 20 december 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] , [woonplaats 1] , thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem
raadsman: mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 mei 2018, 25 juli 2018, 2 oktober 2018, 3 december 2018 en 6 december 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte is -kort gezegd- ten laste gelegd dat:
feit 1
hij in de periode van 23 augustus 2017 tot en met 23 januari 2018 op verschillende plekken in Nederland heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die als doel had het produceren van amfetaminen, samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ;
feit 2
hij in de periode van februari 2017 tot en met 23 augustus 2017 in Nijmegen samen met anderen voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden voorhanden heeft gehad om het produceren van amfetaminen voor te bereiden en/of te bevorderen;
feit 3
hij in de periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 in Milsbeek samen met anderen amfetaminen heeft geproduceerd;
feit 4
hij in de periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 op verschillende plekken in Nederland samen met anderen voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden voorhanden heeft gehad om het produceren van amfetaminen voor te bereiden en/of te bevorderen;
feit 5
hij op of rond de periode van 25 januari 2017 samen met anderen softdrugs (hasjiesj en hennep) met opzet buiten het grondgebied van Nederland, namelijk in Kleve (Duitsland) heeft gebracht;
feit 6
hij op 15 januari 2018 te Aalst en/of Kesteren samen met anderen twee 220-litervaten met daarin drugsafval buiten heeft achtergelaten nabij een wegkruising.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
ten aanzien van feit 2
Op 23 augustus 2017 worden de garagebox en de berging behorende bij [adres 2] respectievelijk [adres 3] te Nijmegen onderzocht door de Landelijke Faciliteit Ontmanteling (hierna: LFO).
In de garagebox van [adres 2] worden de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • 17 witte jerrycans, gevuld met in totaal 425 liter vloeistof bevattende mierenzuur;
  • 1 dopvat, gevuld met in totaal 220 liter vloeistof bevattende formamide;
  • 3 jerrycans, gevuld met in totaal 60 liter vloeistof bevattende formamide;
  • 17 jerrycans, gevuld met in totaal 425 liter vloeistof bevattende zoutzuur;
  • 2 jerrycans, gevuld met in totaal 40 liter vloeistof bevattende methanol;
  • 22 emmers, gevuld met in totaal 220 kilogram caustic soda;
  • 1 regelkast van een elektrische verwarmingsmantel;
  • 1 gebruikte en vervuilde elektrische verwarmingsmantel voor een gebruikte rondbodemkolf met inhoudsmaat van 20 liter;
  • 2 opvangbakken en stukken waterslang;
  • 2 vuilniszakken met een hoeveelheid lege jerrycans met daarop een etiket ‘methanol’.
In de berging van [adres 3] worden de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • 4 sealzakken, gevuld met in totaal 3,8 kilogram pasta/poeder bevattende amfetamine;
  • 1 ton met daarin een plastic zak gevuld met een hoeveelheid poeder bevattende APAA;
  • industrieel laboratoriumglaswerk bestaande uit rondbodemkolven, koppelingen, koelers, maatcilinders en opzetstukken;
  • water- en gasslangen;
  • 2 elektrische verwarmingsmantels;
  • 1 vacuümfles.
De pasta/poeder die is aangetroffen in de sealzakken in de berging is door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat het om een substantie met een totaalgewicht van 3,75 kilogram gaat dat amfetamine bevat. [4]
ten aanzien van feit 3 en feit 4
Op 23 januari 2018 wordt in de loods gelegen aan de [adres 4] te Milsbeek een drugslaboratorium aangetroffen. Dit laboratorium wordt onderzocht door de LFO. In de loods worden vier ruimtes aangetroffen: een laboratoriumruimte, een kristallisatieruimte, een opslagruimte en de loods op zich.
In de laboratoriumruimte worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • meerdere zakken met daarin naar APAA(N) geurend poeder;
  • (dop)vaten, jerrycans en emmers gevuld met vloeistoffen/vaste stoffen/residu naar BMK, amfetamine of zuren geurend;
  • rondbodemkolven, een verwarmingsmantel, koelers, een scheitrechter en maatbekers;
  • stellage van een verwarmingsmantel en industriële rondbodemkolf met daarin sterk zure (rokende) vloeistof / residu;
  • 2 glazen koelers in reflux-opstelling, die verbonden waren met een IBC/gaswasser;
  • destillatieopstelling, waarin een bruine olieachtige vloeistof en waaronder een maatbeker met daar weer in een restant gele olieachtige vloeistof geurend naar amfetamine.
In de kristallisatieruimte worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • 37 zakken met in totaal 925 kilogram caustic soda;
  • 1 kilogram witte brokken in een plastic tas bevattende BMK-glycidezuur;
  • een vriezer met daarin emmers waarin 120 gram pastavormige substantie bevattende amfetamine;
  • een koelbox met daarin een zakje met roze pasta en een zakje met wit poeder, beide bevattende amfetamine;
  • jerrycans en flessen met vloeistoffen, al dan niet geurend naar amfetamine of zuur;
  • een verwarmingsmantel, industrieel laboratoriumglaswerk, koppelingen, koeler, maatbekers, vacuümsealmachines, koolstoffilter, vloeistofpomp en rondbodemkolven.
In de opslag worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • zakken met afval geurend naar APAA(N), 61 emmers geëtiketteerd caustic soda,
  • dopvaten met in totaal ongeveer 400 liter amfetaminegerelateerd afval;
  • een klemdekselvat van in totaal 120 liter, geheel gevuld met amfetaminegerelateerd afval;
  • emmers met amfetaminegerelateerd afval;
  • vaten en jerrycans gevuld met zuren en formamide;
  • 75 kilogram caustic soda;
  • bakken en vaten met residu geurend naar amfetamine, gele kristallen;
  • een koolstoffilter, een vacuümpomp, een afzuiger.
In de loods worden onder andere de volgende stoffen en voorwerpen aangetroffen:
  • zakken met in totaal 350 kilogram poeder bevattende APAA;
  • industrieel glaswerk, een verwarmings- en koelmachine, een verwarmingsmantel, een rondbodemkolf, een handpomp en een mixer geurend naar amfetamine.
De aangetroffen poeders, pasta’s en vloeistoffen zijn door het NFI onderzocht. In de stoffen is amfetamine, BMK (BenzylmethylKeton), zwavelzuur en zoutzuur aangetoond. [6]
ten aanzien van feit 5
Op 25 januari 2017 worden bij het postkantoor in Kleve in Duitsland door een Nederlands sprekende man twee postpakketten aangeboden die zijn geadresseerd aan personen in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Het gaat om poststukken waarin softdrugs zitten. In één van de pakketten zit 46,7 gram marihuana en 96,1 gram hasjiesj. In het andere pakket zit 149,8 gram marihuana. [7]
ten aanzien van feit 6
Op 15 januari 2018 worden op de kruising van de Hoge Dijkseweg met de Rijndijk in Aalst vaten en jerrycans met daarin vermoedelijk synthetisch drugsafval gedumpt vanuit een bus met kenteken [kenteken 1] . De grote vaten lekten. [8] Onderzoek laat zien dat het gaat om twee 220-liter dopvaten en 28 jerrycans met daarin materiaal dat amfetamine en N-formylamfetamine bevat. Dit materiaal is te relateren aan afval van de vervaardiging van amfetamine uit BMK. [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat alle aan verdachte tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman en verdachte hebben het woord ter verdediging gevoerd. De raadsman heeft geconcludeerd tot een vrijspraak voor alle tenlastegelegde feiten nu er geen sprake is van wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
ten aanzien van feit 2
De LFO interpreteert de aangetroffen stoffen en voorwerpen in de garagebox en de berging als typische producten voor de vervaardiging van amfetamine. [10]
De woning aan [adres 3] wordt sinds 8 februari 2017 gehuurd door [naam 1] . Zij is de halfzus van verdachte [verdachte] . De woning aan [adres 2] met bijbehorende garage wordt sinds 10 november 2016 gehuurd door [naam 2] . Hij is de zoon van verdachte [verdachte] . [11]
In de garagebox zijn gele huishoudhandschoen gevonden. [12] Eén handschoen is bemonsterd op dactyloscopische sporen. [13] Een aangetroffen spoor matcht met [verdachte] . [14]
Diverse buurtbewoners die op de [straatnaam] wonen of daar verblijven, dichtbij de huisnummers [nummer 1] en [nummer 2] , hebben getuigenverklaringen afgelegd.
Getuige [getuige 1] verklaart op 28 augustus 2017 dat er sinds een half jaar ongewone activiteiten plaatsvinden bij de garagebox die bij [adres 2] hoort. De bewoner van nummer [nummer 1] die [naam 3] heet -de partner van buurvrouw [naam 1] - was er vaak bij als er blauwe vaten en jerrycans uit voertuigen werden geladen vanuit de garagebox. Eén van die voertuigen betrof een BMW die werd bestuurd door een 40-jarige negroïde man met een rond gezicht en een stevig postuur. Deze man kwam ook regelmatig bij de bewoners van nummer [nummer 1] , [naam 3] en [naam 1] , thuis. Het wisselen van de vaten vond eens in de anderhalf tot twee weken plaats. In de berging van [adres 3] werden enkele weken in de nacht activiteiten uitgevoerd en toen hing er rond de berging een weeïge misselijkmakende lucht. [15] Zij had een hond die zij trainde tot narcoticahond en die hond ‘tekende’ bij de berging. Zij en haar hond namen die misselijkmakende lucht vaker waar. Zij heeft gezien dat de bewoner van nummer [nummer 2] sleutels in de brieven bus van nummer [nummer 1] heeft gedaan, want [naam 3] had toegang tot de garagebox van nummer [nummer 2] . De berging hoort bij nummer [nummer 1] . Daar heeft [getuige 1] [naam 1] , [naam 3] en een donkere man gezien. [16]
Getuige [getuige 2] verklaart op 28 augustus 2017 dat zij meerdere malen heeft gezien dat [naam 3] vaten in en uit aan het laden was. Dat gebeurde met verschillende auto’s of bussen die voor haar garagebox nummer [nummer 3] werden geparkeerd. [naam 3] moet volgens haar een sleutel hebben gehad van garagebox nummer [nummer 2] . Zij zag de bewoner van nummer [nummer 2] weinig en heeft hem niet bij de garagebox gezien. Als de vaten werden ingeladen, werden deze een paar dagen later weer opgehaald. De auto’s werden de garagebox ingereden, ingeladen en dan reed men er weer uit. Het in- en uitladen gebeurde door meerdere mensen, meestal Surinamers. Getuige [getuige 2] rook ook een rare gaslucht bij de berging [17] .
Getuige [getuige 2] stuurt op 14 oktober 2017 een foto naar de politie waarop een Peugeot zichtbaar is. Getuige vermeldt daarbij dat dit de auto betreft van “een Surinamer die ook meewerkte met de vaten met de chemische stoffen” en “kenteken [kenteken 2] ”. Dit kenteken wordt nagetrokken en staat op naam van verdachte [verdachte] . [18]
Getuige [getuige 2] verklaart dat [naam 1] tegen haar heeft gezegd dat de man die zij bedoelt met de Surinamer haar broer is. Getuige [getuige 2] verklaart dat zij 6 tot 8 keer heeft gezien dat deze man met zijn auto aan kwam rijden en dan vaten uit de kofferbak haalde en deze afleverde bij de garagebox. Dit gebeurde minimaal één keer in de twee weken. Het ging om witte vaten met doodskoppen erop of om kleine zwarte vaten. De vaten werden ook wel eens vervoerd met huurbusjes. Dit gebeurde vanaf maart/april 2017. [naam 3] , de bewoner van nummer [nummer 1] , was er ook altijd bij als het gebeurde. [19] Hoewel [getuige 2] op 29 oktober 2017 in de haar getoonde foto niet met zekerheid [verdachte] zegt te herkennen, verklaart zij op 3 november 2017 dat zij [verdachte] voor de volle honderd procent herkent als de broer van [naam 1] die betrokken is geweest bij de vatenwissels. [20]
Getuige [getuige 3] , partner van getuige [getuige 2] , verklaart dat hij op 7 augustus 2017 zag dat een bestelbus dwars voor de garagebox van zijn partner werd geplaatst. Een aantal mannen heeft 25 tot 30 vaten witte en blauwe vaten van 50 liter ingeladen, waarop symbolen stonden van bijtende vloeistoffen. [getuige 3] heeft een diploma leidinggevende veiligheidsprotocol behaald. Daarbij zijn etiketten van chemische stoffen behandeld. Hij vertrouwde het niet door de etiketten op de vaten. Hij weet dat daar chemisch vervoer voor nodig is, zeker als er zulke hoeveelheden worden vervoerd. Er waren vier mannen bij betrokken, drie donkergetinte mannen en één blanke man. De blanke man is de bovenbuurman van nummer [nummer 1] . Voornoemde foto van de witte bestelbus die door [getuige 2] is doorgestuurd op 14 oktober 2017, is door [getuige 3] op 7 augustus 2017 gemaakt. [21]
Het kenteken van de bus die op de foto staat is [kenteken 3] en is gehuurd door [medeverdachte 1] van 7 augustus 2017 tot en met 14 augustus 2017. [22]
Verdachte [medeverdachte 4] , [naam 3] , wonende aan [adres 3] met zijn vrouw [naam 1] , verklaart in het arrestantencomplex tegen de politie dat hij het liefst alles wil vertellen en het van de daken wil schreeuwen. Het gaat volgens hem om de broer van zijn vrouw maar hij wil geen naam noemen. [23]
Uit de genoemde bewijsmiddelen volgt naar oordeel van de rechtbank dat verdachte [verdachte] , samen met anderen, waaronder in elk geval verdachte [medeverdachte 4] , betrokken was bij het voorbereiden en bevorderen van amfetamineproductie door het voorhanden hebben van voertuigen, voorwerpen en stoffen ten behoeve daarvan. De rechtbank merkt daarbij nog op dat de verklaring die door verdachte [verdachte] is gegeven –inhoudende dat hij aan de [straatnaam] kluswerkzaamheden verrichte- niet aannemelijk is geworden nu deze niet verifieerbaar is en in het dossier daarvoor ook geen aanknopingspunten zijn gevonden.
ten aanzien van feit 3 en feit 4
Het LFO heeft de schaalgrootte van het drugslaboratorium onderzocht en zich hierbij gebaseerd op 35 aangetroffen lege verpakkingen van 25 kilogram waarin zeer waarschijnlijk APAA heeft gezeten. Het LFO neemt daarbij aan dat 35 x 25 kilogram = 875 kilogram APAA is verwerkt. Per kilogram APAA kan 1 kilogram amfetaminepasta worden geproduceerd. Het LFO gaat er daarom vanuit dat er 875 kilogram amfetaminepasta is geproduceerd in het drugslaboratorium. [24]
Verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaringen afgelegd over de loods, het daar aangetroffen drugslaboratorium en wie daarbij betrokken zijn.
[medeverdachte 3] verklaart dat hij de huurder van de loods aan de [adres 4] is. Met [verdachte] is het idee om een drugslab te beginnen ontstaan. [verdachte] regelde alles als het om het lab ging. Als er bijvoorbeeld iets kapot was of niet goed liep dan regelde [verdachte] dat en besprak [medeverdachte 3] dat met hem. Als hij over ‘partners’ praat, dan bedoelt hij daar [verdachte] mee. [medeverdachte 3] kreeg geld van [verdachte] om de huur te betalen voor de loods. [verdachte] haalde het eindproduct op. [verdachte] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [25] [verdachte] zei [medeverdachte 3] het eindproduct klaar te zetten. [26]
[medeverdachte 2] bracht wel eens spullen bij de loods. [medeverdachte 2] heeft vier of vijf keer met [medeverdachte 3] in het laboratorium gewerkt. Zij waren dan bezig met het produceren van A-olie, het voorbereiden daarvan en met andere lab-gerelateerde werkzaamheden. Ze werkten dan 6 tot 12 uur achter elkaar. [medeverdachte 2] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [27]
[medeverdachte 1] kwam met een busje de vaatjes met afval halen bij de loods. [medeverdachte 3] heeft hem vaker bij de loods gezien. Samen zouden [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] het laboratorium schoonmaken en opruimen. [medeverdachte 1] zou de loods mee helpen schoonmaken toen [medeverdachte 3] wilde stoppen. [28]
Zijn eigen taak was het maken van A-olie. Hij kreeg bij de eerste spullen voor de productie een papiertje met instructies dat hij opvolgde. Hij zou daar € 100,- per liter voor krijgen. Er kwam steeds een groter bolletje in het laboratorium voor de productie. Hij maakte notities die zagen op de huur van de loods of de productie van de olie. [29] Hij heeft zelf ten behoeve van het drugslaboratorium een waterpomp geïnstalleerd. [30]
Voor het halen en brengen van goederen zag [medeverdachte 3] busjes bij de loods. [31]
In de loods is een masker aangetroffen. Op de banden en het mondstuk van het masker zijn sporen aangetroffen waarvan het DNA-profiel matcht met dat van [medeverdachte 2] . [32]
Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 2] is een bon van [naam 4] aangetroffen van de aankoop van 7 emmers caustic soda à 10 kilo per emmer, plus 2 emmers tegoed. De aankoop vond plaats op 18 januari 2018. [33]
In de loods zijn de notities waarover [medeverdachte 3] verklaart gevonden. Op deze notities is onder andere zichtbaar dat opgeschreven is “Den bespreking 20:00 uur”. [34] De notities zijn onderzocht door het LFO. De interpretatie van het LFO is dat de teksten onder andere een administratie zijn van verhoudingen en tijden en een omschrijving van de verschillende fases van de omzetting van een pre-precursor en productie van vermoedelijk amfetamine volgens de Leuckartsynthese. [35] Daarnaast behelzen de aantekeningen een enkele afspraak en/of taakverdeling tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] .
In het politieonderzoek zijn telefoontaps geplaatst.
Op 17 januari 2018 belt [medeverdachte 3] naar [verdachte] belt en geeft bij hem aan “niet met die blauwe smurfen uit de voeten te kunnen”. [36] Op 21 januari 2018 bellen [medeverdachte 3] en [verdachte] over “dikke bertha” en over liters. [37]
[medeverdachte 3] heeft hierover verklaard dat hij met de blauwe smurfen de grote blauwe vaten bedoelt waarin grondstoffen zitten, dat hij met dikke bertha de bol in het laboratorium heeft bedoeld en dat met liters, liters A-olie worden bedoeld. [38]
Op 19 januari 2018 en 20 januari 2018 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] telefonisch contact met elkaar. [39]
[medeverdachte 3] heeft hierover verklaard dat deze gesprekken lab-gerelateerd zijn. [40]
Gelet op de genoemde bewijsmiddelen concludeert de rechtbank het volgende.
Nadat het plan is opgevat om een amfetaminelaboratorium op te zetten is [medeverdachte 3] in het laboratorium de A-olie gaan produceren. Daarbij is [medeverdachte 3] een aantal keren geholpen door [medeverdachte 2] . [verdachte] zorgt voor de grondstoffen en de materialen en is voor [medeverdachte 3] de persoon die alles regelt en met wie hij communiceert over benodigdheden, het eindproduct en het afval. [medeverdachte 2] heeft ook eens gezorgd voor grondstoffen, door die in te kopen of te leveren en heeft daarnaast een aantal keer meegewerkt aan de productie van de amfetamine. [medeverdachte 1] levert een bijdrage aan het vervoer van grondstoffen en het afval. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachten [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] als medeplegers verantwoordelijk moeten worden gehouden voor het voorbereiden en bevorderen van amfetamineproductie en de amfetamineproductie zelf.
ten aanzien van feit 5
Van de camerabeelden die zijn opgenomen in het postkantoor in Kleve zijn foto’s bijgevoegd. Daarop wordt, als de man die de postpakketten inlevert, herkend [medeverdachte 4] . [41] De man maakte gebruik van een Audi A3 personenauto met het kenteken [kenteken 4] . Dit kenteken staat op naam van [verdachte] . [42] [medeverdachte 4] verklaart in het arrestantencomplex tegen de politie dat hij toch al naar Duitsland moest en dat hij wel een pakketje mee kon nemen. [medeverdachte 4] verklaart in een politieverhoor dat hij het als vriendendienst heeft gedaan, maar dat hij geen naam wil noemen. [43]
Op een cellofaanzakje uit een poststuk is een bruikbaar dactyloscopisch spoor zichtbaar gemaakt. Dit spoor is ter vergelijkend onderzoek beoordeeld en leverde een match op met een incidentnummer behorende bij [verdachte] . [44]
In de woning van [medeverdachte 4] aan de [adres 3] te Nijmegen zijn een tas en koffers aangetroffen met daarin labelprinters, geprinte adreslabels, een adresboek met daarin buitenlandse adressen en verpakkingsmateriaal bestaande uit gripzakjes, etiketten, enveloppen en handschoenen. [45] Ook wordt er een laptop in beslag genomen op de [adres 3] die vergrendeld is met het wachtwoord ‘ [verdachte] ’. Op deze laptop is ingelogd op het Facebookprofiel van [verdachte] , de scriptie en het CV van [naam 2] (de zoon van [verdachte] ) zijn op de laptop opgeslagen, en met deze laptop is een reis geboekt voor [verdachte] en zijn partner. [46]
In de genoemde tas wordt ook een handschoen aangetroffen. Die handschoen is op de aanwezigheid van sporen onderzocht. Een aangetroffen spoor vertoont een match met het DNA-profiel van [verdachte] . [47]
In 2016 zijn al eerder postpakketten aangeboden in Duitsland waarbij een kenteken is genoteerd dat op naam bleek te staan van [verdachte] of waarbij een gehuurd voertuig werd genoteerd die gehuurd bleek te zijn door [verdachte] .
Uit het voorgaande volgt naar oordeel van de rechtbank dat [verdachte] zich bezig hield met het exporteren van softdrugs naar het buitenland en in het geval van de tenlastegelegde datum van 25 januari 2017 dat [verdachte] dit samen met [medeverdachte 4] deed, die de postpakketten dan feitelijk wegbracht. [verdachte] erkent overigens dat het zijn laptop is die in de [adres 3] is gevonden [48] . Zijn verklaring vervolgens dat hij die al jaren kwijt is en hij niet weet hoe het kan dat die daar is gevonden is niet aannemelijk.
ten aanzien van feit 6
De bus met kenteken [kenteken 1] is gehuurd door [medeverdachte 5] , wonende aan de [adres 5] te [woonplaats 2] . De verhuurder herkent verdachte op een foto als zijnde deze [medeverdachte 5] , die de desbetreffende bus heeft gehuurd op 15 januari 2018. [49]
In het onderzoek waar ook de dumping van het drugsafval onderdeel van uitmaakt werden telefoongesprekken afgetapt van verdachte en zijn medeverdachten. Op 15 januari 2018 vinden vanaf half 7 ’s avonds onder andere de volgende gesprekken plaats.
Om 18:33 uur belt [medeverdachte 1] [50] met een telefoonnummer eindigend op [nummer 4] naar [verdachte] en zij spreken dan samen over een “volle bus” van [verdachte] , dat [medeverdachte 1] ervoor zorgt dat de bus “daar komt” en over dat er om 8 uur afgesproken is. Om 18:53 uur bellen [verdachte] en [medeverdachte 1] opnieuw. [medeverdachte 1] vraagt [verdachte] of hij weet waar de bus staat. Dat weet [verdachte] niet, maar hij gaat iemand bellen om dat te vragen. Om 18:54 uur belt medeverdachte [verdachte] naar een onbekend persoon (met telefoonnummer eindigend op [nummer 5] ) met de vraag “waar de bus nu staat”. Deze onbekende persoon antwoordt dat de bus voor de deur staat, dat hij de sleutel in de brievenbus heeft gedaan en dat hij “die Afrikaan” al heeft gebeld. Om 19:34 uur belt [medeverdachte 3] naar [verdachte] en vraagt hem de chauffeur te bellen en te vragen of hij een half uurtje later komt. Dit betekent dat [verdachte] ook een half uurtje later er moet zijn. [medeverdachte 3] moet nog wat spulletjes halen en vindt het vervelend als ze voor een dichte deur staan. Om 19:35 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] om te vragen hoe laat [medeverdachte 1] daar is, waarop [medeverdachte 1] antwoordt dat hij zo aanrijdt. Ze spreken af om 20:15 uur daar te zijn. Om 19:57 uur belt [medeverdachte 3] naar [verdachte] om te zeggen “dat hij weer terug is”. [51]
Naar aanleiding van deze tapgesprekken wordt een observatie door de politie gestart op de locatie [adres 4] in Milsbeek op 15 januari 2018. De observanten nemen waar dat de genoemde bus om 21:55 uur uit de richting van [adres 4] komt gereden en dat deze bus om 22:52 uur in de richting van de Rijndijk in Aalst rijdt. Om 23:00 uur horen de observanten dat er met plastic tonnen gesleept werd en dat deze op de grond werden gegooid. De observanten nemen om 23:14 uur waar dat de bestuurder van de bus een negroïde uiterlijk heeft. Om 23:50 uur wordt de bus geparkeerd en om 23:52 uur loopt de bestuurder binnen bij het adres [adres 6] . [52]
De bewoonster van de woning aan het [adres 6] , getuige [getuige 4] , verklaart dat verdachte een vriend van haar is, dat ze hem [naam 5] noemt en dat hij “gewoon bij haar langskomt”. Hij heeft een sleutel van haar woning. De politie zegt en vraagt in het verhoor: “Op 15 januari 2018 kwam [naam 5] rond middernacht naar jou toe. Die avond hebben jullie ook telefonisch contact gehad. Waarover ging dit contact?”. Daarop antwoordt getuige dat ze niet weet waar dat toen over ging. [53]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] zich samen schuldig hebben gemaakt aan de dumping van drugsafval.
ten aanzien van feit 1
Verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die -kort gezegd- het oogmerk had om misdrijven te plegen, namelijk het produceren van synthetische harddrugs, te weten amfetamine, zoals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I. Behalve de doelstelling om deze misdrijven te plegen, waarop het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht, zijn de vereiste kenmerken van een dergelijke organisatie dat een bepaald gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad bestaat. Voor het bewijs van deelneming aan zo’n organisatie is niet vereist dat de betrokkene heeft samengewerkt met alle andere deelnemers en ook niet dat hij alle deelnemers kende. Het samenwerkingsverband hoeft ook niet telkens uit dezelfde personen te bestaan. Verder is voor bewijs van deelname aan zo’n organisatie niet vereist dat de betrokkene zelf deelneemt aan de misdrijven die de organisatie pleegt. Ook is niet vereist dat de betrokkene opzet heeft of weet van de concrete misdrijven die de organisatie pleegt. De betrokkene moet in het algemeen wel weten dat de organisatie het oogmerk heeft om de concrete misdrijven te plegen. Bewezen moet worden dat een criminele organisatie heeft bestaan en dat de betrokkene daaraan opzettelijk heeft deelgenomen.
De rechtbank verwijst allereerst naar al hetgeen onder punt 2 is vastgesteld en overwogen.
Daaruit volgt dat [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] ieder hun eigen rol hebben gehad die strekte tot of rechtstreeks verband hield met het amfetaminelaboratorium aan de [adres 4] in Milsbeek. Het opzetten van het laboratorium is besproken en gerealiseerd door [verdachte] en [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] heeft zich bezig gehouden met het productieproces van amfetamine in het laboratorium. [medeverdachte 3] is daarbij een aantal keren geholpen door [medeverdachte 2] . Het is aannemelijk geworden dat [verdachte] een grote(re) rol heeft gespeeld dan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [verdachte] regelde zaken met betrekking tot financiën en zorgde voor grondstoffen en benodigdheden. Hij is steeds het aanspreekpunt geweest voor de diverse betrokkenen rond het amfetaminelab, de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van het afval. [medeverdachte 2] heeft ook voor grondstoffen gezorgd. [verdachte] heeft in overleg met [medeverdachte 1] , maar ook met [medeverdachte 3] , geregeld dat de afvalstoffen geloosd werden (door anderen).
Voor de productie, kosten, opbrengsten en onderling overleg zijn aantekeningen gevonden in de loods die zijn opgesteld door [medeverdachte 3] en zijn daarmee aan te merken als een administratie die werd gehouden ten behoeve van de amfetamineproductie.
Dan neemt de rechtbank nog het volgende in overweging met betrekking tot het dossier.
In de loods aan de [adres 4] zijn wapens en munitie aangetroffen. Op twee wapens werden sporen aangetroffen waarvan het DNA-profiel een match vertoonde met [verdachte] . [54] Ook in (de voortent van) de caravan tent van [verdachte] op de nabijgelegen camping [naam 6] is een automatisch machinegeweer gevonden, met 68 scherpe patronen. [55]
Buiten de busjes waarmee goederen werden geleverd en opgehaald bij de loods zijn er ook veelvuldig andere vervoermiddelen gebruikt, die door bijvoorbeeld [verdachte] of [medeverdachte 1] zijn gehuurd.
Door [verdachte] werd een bestelwagen gehuurd die een rit registreert waarbij het woonadres van [medeverdachte 1] , de [adres 2] en de [adres 4] wordt aangedaan. [56] Door [medeverdachte 1] werd een bus gehuurd die op [adres 3] wordt gezien en waarmee een lading vaten met een gifteken erop vanuit de garage wordt ingeladen. [57] De auto van [medeverdachte 2] is ook regelmatig bij de loods gezien. [58]
Dit in onderling samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gestructureerd samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad. Het doel binnen dat samenwerkingsverband was het produceren van amfetamine en daaraan hebben [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] deelgenomen. Zij hebben samen een criminele organisatie gevormd die als doel had het produceren van amfetamine. Deze criminele organisatie had daarvoor een loods, een garagebox en een berging tot haar beschikking, maar ook productiemateriaal, voertuigen en wapens.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
), in of omstreeks de periode van
januari 2017 tot en met 23 januari 2018 te
Nijmegen en/of Malden en/of
Milsbeek
en/of Plasmolen en/of Beuningen , althans (elders) in Nederland,
(telkens
)tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband
tussen verdachte en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 3]
of meer andere perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
misdrijven, namelijk het
(telkens
)opzettelijk vervaardigen
,althans
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoerenvan middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
(synthetische harddrugs, waaronder amfetamine);
2.
hij en
/ofzijn medeverdachte
(n)in of omstreeks de periode van februari 2017
tot en met 23 augustus 2017
althans op of omstreeks 23 augustus 2017te
Nijmegen
, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen
, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine,
(telkens
)een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en
/ofte bevorderen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen
, gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededaders:
-
Eén ofmeerdere vervoermiddel
(en
)gehuurd
en/of geregelden/of ter
beschikking gesteld en/of
-Een (grote) hoeveelheid mierenzuur, een (grote hoeveelheid) formamide, een
hoeveelheid methanol, een (grote) hoeveelheid caustic soda en
/ofeen (grote)
hoeveelheid zoutzuur vervoerd en/of opgeslagen en of voorhanden gehad en/of
-Een verwarmingsmantel, een regelkast voor een verwarmingsmantel, een 1hals
rondbodemkolf, 2 vuilniszakken met lege jerrycans met etiket methanol,
laboratorium glaswerk, bochten en koppelingen, koelers, meerdere 3
halsopzetstukken, een grote reageerbuis, industrieel glaswerk, 5 hals
opzetstukken, een T-stuk, maatcilinders, verwarmingsmantel,
rondbodemkolven, 1hals rondbodemkolf, vacuümfles, een stellage met
elektrische verwarmingsmantel en
/of3 schalen met daarop een rondbodemkolf
vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
-Een of meerdere sealzakken met amfetaminepasta (ongeveer 3,8 kilo) en
/ofeen
hoeveelheid APAA voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachte's mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen
had(den) te vermoedendat die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit
(en
);
3.
hij in
opof omstreeks de periode van januari 2017 tot en met 23 januari
2018 te Milsbeek,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een
ander ofanderen,
althans alleen,telkens opzettelijk heeft vervaardigd
, althans
opzettelijk heeft bereid, en/of bewerkt, en/of verwerkt, althans opzettelijk
aanwezig heeft gehad (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal
bevattende amfetamine,
(telkens
)een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
4.
hij en
/ofzijn medeverdachte
(n
)in of omstreeks de periode van januari 2017
tot en met 23 januari 2018 te
Malden en/ofMilsbeek
en/of Plasmolen en/of
Beuningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander
ofanderen
, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde amfetamine,
(telkens
)een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en
/ofte bevorderen:
- een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden
en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
-Een loods (aan [adres 4] ) gehuurd en
/of geregeld en/ofter beschikking
gesteld en
/of;
-
Eén ofmeerdere vervoermiddel
(en
)gehuurd en
/of geregeld en/ofter
beschikking gesteld en
/of
-chemicaliën waaronder BenzylmethylKeton (BMK) en/of APAA en/of APAAN en/of
een (grote) hoeveelheid zwavelzuur en/of een (grote) hoeveelheid zoutzuur
en/of een (grote) hoeveelheid mierenzuur en/of één of meerdere zakken caustic
soda (natriumhydroxide) vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad
en
/of;
-een hoeveelheid klemdekselvaten bevattende BMK en
/ofrestanten van een
vloeistof vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of;
-een hoeveelheid emmers met residu bezinksel vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden gehad en/of;
-één of meerdere (rondbodem)kolven vervoerd en
/ofopgeslagen en
/ofvoorhanden
gehad en
/of;
-andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs
besteld en/of laten maken en/of gekocht en/of ter beschikking gesteld en/of
voorhanden gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachte's mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit
(en
);
5.
hij op of omstreeks
de periode25 januari 2017, te Nijmegen en/of Kleve,
althans in
Nederland en/of Duitsland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
en/of heeft bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehadeen
hoeveelheid hasjiesj (46,7 gram) en
/ofeen hoeveelheid cannabishars/hennep (96,1
gram),
een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6.
hij op
of omstreeks15 januari 2018 te Aalst
en/of Kesteren, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
), danwel alleen,
al
dan nietopzettelijk, zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan
niet in verpakking - buiten een inrichting te storten,
of anderszins op of in
de bodem te brengen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s): Twee dopvaten (van elk 220 liter) met (restanten) van (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK, gestort en
/ofachtergelaten
en/of anderszins op of in de bodem gebracht
nabij kruising Rijndijk/Hoge Dijkseweg.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 4:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door:
- zich of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen, meermalen gepleegd
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen of gelden voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 5:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 6:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis. De officier van justitie heeft ten aanzien van de in beslag genomen personenauto de verbeurdverklaring gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman zijn geen strafmaatverweren gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 24 oktober 2018.
Verdachte heeft een criminele organisatie opgericht en deze organisatie van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 geleid. De criminele organisatie had tot doel om synthetische drugs, namelijk amfetamine, te produceren. Verdachte was overal bij betrokken. Hij heeft zich binnen het criminele samenwerkingsverband schuldig gemaakt aan het samen met anderen produceren van amfetamine, het treffen van voorbereidings- en bevorderingshandelingen voor deze productie en het dumpen van drugsafval. Op grond van de aangetroffen hoeveelheid apparatuur en stoffen moet worden aangenomen dat een zeer grote hoeveelheid synthetische drugs is geproduceerd en nog geproduceerd zou gaan worden. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan exporteren van softdrugs naar het buitenland.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs zoals amfetamine grote gezondheidsrisico’s meebrengt. De volksgezondheid wordt dus ernstig bedreigd door de productie van dergelijke drugs. Productie en handel in deze grondstoffen en drugs leiden bovendien vaak tot ernstige nevencriminaliteit die niet zelden gepaard gaat met geweldsdelicten. Tekenend in dat verband is dat op de diverse in dit vonnis genoemde locaties handwapens en ook een machinegeweer zijn gevonden, hetgeen onderstreept hoezeer drugs en wapens hand in hand gaan. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs ook (gevaar voor) ernstige schade aan het milieu omdat men zich niet legaal kan ontdoen van afvalstoffen, zoals in deze zaak ook is gebeurd. De kosten die gepaard gaan met het opruimen van deze afvalstoffen uit de natuur zijn hoog en worden gedragen door de maatschappij. Daarnaast bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen. Het valt verdachte zwaar aan te rekenen dat hij doelbewust op twee locaties dit gevaar heeft veroorzaakt. Al met al ondervinden anderen, het milieu en de maatschappij ernstige overlast van dit soort feiten en wordt de samenleving als geheel ernstige schade toegebracht.
De rechtbank rekent het verdachte voorts zwaar aan dat hij slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad en daarbij geen acht heeft geslagen op de omschreven negatieve gevolgen. Door op deze manier te handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit in het land.
In de regel worden langdurige gevangenisstraffen opgelegd voor dergelijke delicten. De straffen moeten een voldoende afschrikkende werking hebben ten opzichte van het lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte de leidende rol had in de criminele organisatie dat in dit dossier is blootgelegd. Deze rol in het geheel is aanmerkelijk zwaarder dan die van zijn mededaders. Bovendien merkt de rechtbank op dat verdachte bij de uitvoering van zijn criminele activiteiten gebruik heeft gemaakt van personen om zich heen die zich in een zwakkere positie bevonden ten opzichte van verdachte, dan wel in een familiaire afhankelijkheidsrelatie tot hem stonden. Zij zijn hierdoor in de problemen gekomen. Verdachte heeft hiermee een sterk ondermijnende invloed gehad op de levens van anderen.
De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking dat verdachte in het verleden meerdere keren is veroordeeld voor Opiumwetfeiten, waarvan voor het laatst in 2012 tot een gevangenisstraf van drie jaren, ook ter zake van harddrugs. Kennelijk hebben deze veroordelingen verdachte er op geen enkele wijze van weerhouden zich opnieuw in te laten met dit soort feiten. Verdachte heeft alle mogelijke schadelijke effecten van zijn optreden klaarblijkelijk volledig onderschikt gemaakt aan zijn eigen financiële gewin. Verdachte heeft in de verstreken jaren geen legale bron van inkomsten genoten, hetgeen de rechtbank sterkt in haar indruk dat verdachte kennelijk enkel criminele inkomsten genereert.
Dit alles eist een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Niet alleen vanuit het oogpunt van vergelding, maar ook om verdachte zelf en anderen ervan te weerhouden opnieuw dit soort misdrijven te plegen. De eis van de officier van justitie vindt de rechtbank passend. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren opleggen. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht wordt daarop in mindering gebracht.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto, volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10, 11 en 11b van de Opiumwet, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en het artikel 10.2 van de Wet milieubeheer.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: personenauto Peugeot, kenteken [kenteken 5] .
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. H.P.M. Kester en mr. W. Bruins, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Diebels, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 december 2018.
BIJLAGE I
Feit 1
hij op één of meerdere tijdstip (pen),in of omstreeks de periode van 23 augustus 2017
tot en met 23 januari 2018 te Nijmegen en/of Malden en/of Milsbeek en/of
Plasmolen en/of Beuningen, althans (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen heeft deelgenomen aan een
Organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen verdachte en/of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere
perso(o)n(en), welke Organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
het (telkens) opzettelijk vervaardingen ,althans bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van middelen vermeld op de hij de
Opiumwet behorende lijst 1 (synthetische harddrugs, waaronder amfetamine);
feit 2
hij en/of zijn medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van februari 2017 tot en
met 23 augustus 2017 althans op of omstreeks 23 augustus 2017 te Nijmegen, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (een)
hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde
amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders:
- Een garagebox aan [adres 2] heeft gehuurd en./of ter beschikking heeft
gesteld en/of
- Een kelderbox/berging aan [adres 3] ter beschikking heeft gesteld en/of
- Eén of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking
gesteld en/of
- Een (grote) hoeveelheid mierenzuur, een (grote hoeveelheid) formamide , een
hoeveelheid methanol, een (grote) hoeveelheid caustic soda en/of een (grote)
hoeveelheid zoutzuur vervoerd en/of opgeslagen en of voorhanden gehad en/of
- Een verwarmingsmantel, een regelkast voor een verwarmingsmantel, een ihals
rondbodemkolf, 2 vuilniszakken met lege jerrycans met etiket methanol,
laboratorium glaswerk, bochten en koppelingen, koelers, meerdere 3
halsopzetstukken, een grote reageerbuis, industrieel glaswerk, 5 hals opzetstukken,
een T-stuk, maatcilinders, verwarmingsmantel, rondbodemkolven, 1 hals
rondbodemkolf, vacuümfles, een stellage met elektrische verwarmingsmantel en/of 3
schalen met daarop een rondbodemkolf vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden heeft gehad;
- Een of meerdere sealzakken met amfetaminepasta (ongeveer 3,8 kilo) en/of een
hoeveelheid APAA voorhanden heeft gehad,
waarvan verdachte en/of verdachte’s mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en);
Feit 3
hij in op of omstreeks de periode van januari 2017 tot en met 23 januari 2018 te
Milsbeek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, althans opzettelijk heeft bereid,
en/of bewerkt, en/of verwerkt, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad (een)
hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, (telkens) een
middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 4
hij en/of zijn medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van januari 2017 tot en
met 23 januari 2018 te Malden en/of Milsbeek en/of Plasmolen en/of Beuningen, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (een)
hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde
amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1
voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te
doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen
van dat/die feit(en) te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- Een loods (aan [adres 4] ) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking gesteld
en/of;
- Eén of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking
gesteld en/of
- chemicaliën waaronder B enzylmethylKeton (BMK) en/of APAA en/of APAAN
en/of een (grote) hoeveelheid zwavelzuur en/of een (grote) hoeveelheid zoutzuur
en/of een (grote) hoeveelheid mierenzuur en/of één of meerdere zakken caustic soda
(natriumhydroxide) vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of;
- een hoeveelheid klemdekselvaten bevattende BMK en/of restanten van een
vloeistof vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of;
- een hoeveelheid emmers met residu bezinksel vervoerd en/of opgeslagen en/of
voorhanden gehad en/of;
- één of meerdere (rondbodem)kolven vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden
gehad en/of;
- andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs besteld
en/of laten maken en/of gekocht en/of ter beschikking gesteld en/of voorhanden
gehad,
waarvan verdachte en/of verdachte’s mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en);
Feit 5
hij op of omstreeks de periode 25 januari 2017, te Nijmegen en/of Kleve, althans in
Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
en/of heeft bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een
hoeveelheid hasjiesj (46,7 gram) en/of een hoeveelheid cannabishars/hennep (96,1
gram), een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond A Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 11 lid 4 Opiumwet
Feit 6
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Aalst, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), danwel alleen, al dan niet opzettelijk, zich van
afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een
inrichting te storten, of anderszins op of in de bodem te brengen, immers
heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
Twee dopvaten (van elk 220 liter) met (restanten) van (gevaarlijke) afvalstoffen,
althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK, gestort en/of
achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht nabij kruising
Rijndijk/Hoge Dijkseweg.

Voetnoten

1.De gehele tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, gesloten op 20 maart 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 266-270.
4.Het NFI rapport identificatie veelvoorkomende drugs d.d. 27 september 2017.
5.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 1406-1414.
6.Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 4] te Milsbeek, 23 januari 2018 door het NFI, p. 1445-1448
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 976, het proces-verbaal van de douanerecherche Essen, bureau Kleef, Bondsrepubliek Duitsland, p. 967-968, de verklaring van afgifte, p. 176 en het onderzoeksverslag, p. 182.
8.Het proces-verbaal van observatie maandag 15 januari 2018, p. 1246-1247.
9.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO d.d. 26 april 2018 en het drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie Hoge Dijkseweg te Kesteren van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 15 maart 2018.
10.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 270.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2218 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2228.
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 1729 met bijgevoegde foto’s op p. 1735, 1736 en 1748.
13.Het proces-verbaal biologisch vooronderzoek d.d. 23 november 2017.
14.Het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van overtreding van de Opiumwet in Nijmegen op 22 of 23 augustus 2017, d.d. 8 januari 2018.
15.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 528-530.
16.Proces-verbaal verklaringen getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris.
17.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 542.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 818.
19.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 825-826.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 830.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 553-556.
22.Proces-verbaal van bevindingen Vordering [naam 7] , p. 1001 en 1002.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 981.
24.Het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, p. 1416.
25.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1927, 1928, 1933, 1935 en 1968.
26.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris.
27.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1929, 1933-1935 en 1969.
28.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1929-1930, 1935 en 1969.
29.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1928, 1929, 1936 en 1969.
30.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris.
31.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] , p. 1928
32.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1284 en de deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek TMFI, d.d. 16 mei 2018.
33.Het proces-verbaal van verantwoording 126nd [naam 4] , p. 1562.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1491.
35.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1505-1506.
36.Het tapgesprek dat is weergegeven op p. 1939.
37.Het tapgesprek dat is weergegeven op p. 1940.
38.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1934 en 1996.
39.De tapgesprekken die zijn weergegeven op p. 1941 en 1942.
40.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 1934.
41.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 976-977.
42.Het proces-verbaal van de douanerecherche Essen, bureau Kleef, Bondsrepubliek Duitsland, p. 964.
43.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 981.
44.De processen-verbaal op p. 194, 196 en 203.
45.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 360 en 364.
46.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 456.
47.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 360 met bijbehorende kennisgeving van inbeslagname en het proces-verbaal van biologisch sporenonderzoek van 20 november 2017.
48.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting van 3 december 2018.
49.Het proces-verbaal verantwoording, p. 1255-1256.
50.Het proces-verbaal van bevindingen uitlezen telefoon [medeverdachte 1] van 16 april 2018.
51.Het overzicht van alle tapgesprekken met betrekking tot het label: dumping vanuit [adres 4] , p. 1240-1243.
52.Het proces-verbaal van observatie maandag 15 januari 2018, p. 1246-1247.
53.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 1278.
54.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 maart 2018 en het rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek n.a.v. een overtreding van de Opiumwet in Nijmegen op 22/23 augustus 2017.
55.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 juli 2018, p. 4, het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 2480 en de lijst van inbeslaggenomen goederen, p. 2484.
56.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 788.
57.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1001.
58.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1204.