In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres, AET Europe B.V., had verweerder, de Dienst Wegverkeer (RDW), verzocht om openbaarmaking van verschillende documenten die betrekking hebben op de digitale communicatie tussen de RDW en burgers in het kader van het programma ‘eID in Nederland’. Verweerder heeft een deel van het verzoek toegewezen, maar heeft de openbaarmaking van bepaalde documenten geweigerd, omdat deze bedrijfsgegevens bevatten en de persoonsgegevens van ambtenaren niet openbaar mochten worden gemaakt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie betrokken, waaronder een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank oordeelde dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid in dit geval, omdat de betrokken medewerkers niet in de openbaarheid treden vanwege hun functie. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het belang van openbaarheid in dit geval zwaarder weegt dan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen. Deze uitspraak benadrukt de afweging tussen openbaarheid en privacy in het kader van Wob-verzoeken.