7.2.Met betrekking tot de beantwoording van de eerste en tweede onderzoeksvraag zijn de geluidsbelastingen LVL (als maat voor het achtergrondgeluid vanwege de autosnelweg A3) en Lwt (als maat voor het windturbinegeluid) per afzonderlijke woning berekend, voor vraag twee rekening houdend met de maximale planologisch mogelijkheden op de tussenliggende gronden. Deze geluiden tezamen zijn het achtergrondgeluid na de planologische wijziging. Deze is weergegeven in de gecumuleerde geluidsbelasting (LCUM) en per woning berekend, waarbij rekening is gehouden met de specifieke hinderlijkheid van windturbines. In tabellen is per woning voor drie maatgevende gevels aangegeven in welke mate het geluid onder het nieuwe planologische regiem toeneemt ten opzichte van het oude planologische regiem. Per woning is de grootste toename voor de maatgevende gevel als uitgangspunt genomen. De StAB adviseert om alleen als de toename van het achtergrondgeluid ten minste 5 dB is, uit te gaan van planologisch nadeel. Dat omdat eerst vanaf die waarde kan worden gesproken van een duidelijke waarneembaar effect. Uit het advies volgt dat voor de woningen van eisers geen sprake is van een toename van ten minste 5 dB en daarom niet van een planologische verslechtering, zo stelt de StAB.
Opmerkingen ten aanzien van het advies van de StAB
8. De derde-partij heeft bij brief van 2 augustus 2017 aangegeven door de StAB niet in de gelegenheid te zijn gesteld te reageren op het conceptadvies van de StAB. De derde-partij is daarom van mening dat de rechtbank het advies niet aan de uitspraak ten grondslag mag leggen.
De rechtbank is van oordeel dat de StAB derde-partij in de gelegenheid had moeten stellen om op het concept-advies te reageren. De rechtbank ziet daarin echter geen reden het advies van de StAB niet te gebruiken. Derde-partij is immers niet in haar belangen geschaad doordat hij niet in de gelegenheid is gesteld op het conceptadvies te reageren. Zij heeft van de rechtbank nog de mogelijkheid gekregen op het definitieve advies te reageren en in die reactie is niet gebleken van (technische) aspecten die de StAB had moeten betrekken bij zijn advies. De rechtbank ziet in de omstandigheid dat derde-partij niet op het conceptadvies heeft kunnen reageren, geen aanleiding het advies van de StAB niet bij zijn oordeel te betrekken.
9. Verder hebben eisers en verweerder aanmerkingen gemaakt op het concept-advies van de StAB. Deze reacties en het antwoord van de StAB worden hierna weergegeven.
Ten aanzien van de opmerking van eisers dat de StAB bij de beoordeling geen rekening heeft gehouden met het specifieke hinderlijke karakter van windturbinegeluid heeft de StAB aangegeven dat voor het windturbinegeluid een weging is toegepast waardoor het windturbinegeluid zwaarder meetelt bij de berekening van het cumulatieve geluidsniveau.
Ten aanzien van de opmerking van eisers dat onduidelijk is wat onder tussenliggende gronden wordt verstaan en welke bouwwerken en bouwmogelijkheden zijn betrokken bij de berekening heeft de StAB aangegeven dat alleen de dichtstbijzijnde maximale bouwmogelijkheden op de tussenliggende gronden in kaart zijn gebracht. Verder weg gelegen gebouwen of bouwmogelijkheden kunnen uitsluitend een effect hebben op de geluidsbelasting op de woningen van eisers indien die zeer hoog zouden kunnen zijn of worden. Dat is hier niet het geval.
Eisers [eisers] wijzen op de verschillen in toename van de geluidsbelasting tussen de buurwoningen [adressen] . De StAB heeft aangegeven dat er verschillen zijn omdat de woningen niet op dezelfde rooilijn liggen. Dat betekent voor de [adres] aan de ene kant een afschermende werking voor het geluid van de A3 en aan de andere kant is sprake van reflectie ten aanzien van de windturbines. Beide factoren maken dat voor de woning [adres] het rekenkundige verschil groter is dan voor de woning [adres] .
Eisers [eisers] menen dat de woning [adres] ten onrechte is aangemerkt als tussenliggende woning. De StAB heeft geantwoord dat deze woning niet geheel maar wel voor een klein deel als tussenliggend moet worden beschouwd. In de berekeningen is daar rekening mee gehouden.
Eisers [eisers] menen dat in het verslag ten onrechte is gesteld dat op korte afstand bebouwing mogelijk is. De StAB heeft geantwoord dat de bebouwing op korte afstand de schuur op het eigen perceel is.
Uit het voorgaande volgt dat de reacties op het conceptadvies op een paar onderdelen hebben geleid tot tekstuele of getalsmatige aanpassing en/of verduidelijking van het advies. Alleen de reactie van eisers [eisers] heeft dit geleid tot aanpassing van het advies in die zin dat ten aanzien van hun woning sprake is van een planologische verslechtering.