ECLI:NL:RBGEL:2018:3870
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.W. van Osch - Leysma
- Rechtspraak.nl
Weigering zorgindicatie op grond van de Wet langdurige zorg wegens gebrek aan verstandelijke handicap
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een man geboren in Armenië met ernstige psychiatrische aandoeningen, en de Raad van Bestuur van het CIZ. Eiser had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). De aanvraag werd door verweerder afgewezen, omdat er volgens hen geen sprake was van een grondslag die toegang geeft tot de Wlz, aangezien eiser enkel psychiatrische problematiek had en geen verstandelijke handicap kon aantonen.
Eiser voerde aan dat hij verstandelijk beperkt was en dat zijn beperkingen al voor zijn achttiende levensjaar aanwezig waren. Hij stelde dat verweerder had moeten onderzoeken of hij daadwerkelijk verstandelijk beperkt was, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht had gebaseerd op dossieronderzoek en het medisch advies van J. van der Sluis. Dit advies concludeerde dat er geen grondslag was voor een verstandelijke handicap, en de rechtbank vond dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om dit te weerleggen.
De rechtbank benadrukte dat er geen objectieve gegevens waren die de stelling van eiser ondersteunden dat hij een verstandelijke handicap had. De rechtbank concludeerde dat eiser geen recht had op zorg op grond van de Wlz en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter S.W. van Osch - Leysma, in aanwezigheid van griffier M.B. Wichman, en is openbaar uitgesproken op 6 september 2018.