Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
(op meerdere tijdstippen
)in
of omstreeksde periode van 6 oktober 2016 tot en met
en/of cliëntaan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd, die ontuchtige handelingen er in bestaande dat verdachte
en de borstenvan die [slachtoffer] heeft gelikt en
/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
ernstigeinbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval geen sprake is geweest van een
ernstigeinbreuk op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] , mede omdat niet gebleken is van dwang of geweld. Wel is een ernstige inbreuk gemaakt op de psychische integriteit van [slachtoffer] , maar naar het oordeel van de rechtbank niet zodanig dat een gevangenisstraf als enig passende maatregel zou zijn geboden.
[slachtoffer]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het ten laste gelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 391.674,62 te verhogen met de wettelijke rente. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
€ 25.000,00
€ 8.000,00
€ 6.410,43 kosten voor de tuchtrechtelijke procedure betreffen. Voor kosten van rechtsbijstand voor de strafzaak heeft hij ter terechtzitting een bedrag van € 1.500,- gevorderd.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
werkstrafgedurende
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 (honderd) dagen;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[slachtoffer], van een bedrag van
€ 2.500,-voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vorderingvan de
benadeelde partij [slachtoffer]voor zover dit betreft vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in de tuchtrechtprocedure ten bedrage van € 24.674,62;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;