ECLI:NL:RBGEL:2018:2450

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 april 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
C/05/333364 / KG ZA 18-61
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van een licentieovereenkomst en betalingsverplichtingen in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Recofix Europe B.V. en Color Glo Benelux B.V. De eiser, Recofix, heeft de overeenkomst met CGB ontbonden wegens een ernstige tekortkoming in de nakoming van betalingsverplichtingen. CGB had de maintenancefee van € 10.000,- per maand niet betaald, wat leidde tot een achterstand van € 122.049,96. Recofix heeft CGB in gebreke gesteld en de overeenkomst per 30 maart 2018 ontbonden. CGB voerde verweer en stelde dat zij was misleid over de verwachtingen van de overeenkomst, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van dwaling. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van Recofix toewijsbaar waren, gezien de ernstige financiële situatie van CGB en het belang van Recofix om haar rechten te beschermen. De rechter heeft CGB veroordeeld tot het verstrekken van informatie en documenten aan Recofix, en tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om hun contractuele verplichtingen na te komen en de gevolgen van wanbetaling in een zakelijke relatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/333364 / KG ZA 18-61
Vonnis in kort geding van 6 april 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECOFIX EUROPE B.V.,
gevestigd te Zevenaar,
eiseres,
advocaat mr. C.P. Mesker te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COLOR GLO BENELUX B.V.,
gevestigd te Veghel,
gedaagde,
bijgestaan door mr. H.G.A.J. Janssen te Maastricht.
Partijen zullen hierna Recofix en CGB worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11
- de nagezonden producties 12 tot en met 16 van Recofix
- de producties 1 tot en met 8 van CGB
- de mondelinge behandeling van 23 maart 2018
- de pleitnota van Recofix
- de pleitnota van CGB.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Recofix is een onderneming die zich bezig houdt met reparatie, restauratie en re-conditionering van diverse materialen. Recofix heeft op basis van een Area Developers overeenkomst met Color Glo International Inc. (hierna: CGI), gevestigd in Minnesota U.S.A., het exclusieve recht verkregen om het zogenaamde Color Glo-Business Systeem binnen de Benelux te exploiteren door middel van het sluiten van (onder andere) overeenkomsten met Area Operators.
2.2.
CGB is een onderneming die zich bezig houdt met herstel en onderhoud van inboedel, automotive, boten en vliegtuigen.
2.3.
Tussen Recofix en CGB is op 5 februari 2016 een overeenkomst tot stand gekomen. Deze overeenkomst vermeldt voor zover thans van belang:

LICENTIEOVEREENKOMST
(…)
ONDERGETEKENDEN:
Recofix Europe B.V. (…):
“Licentiegever”,
EN
Color Glo Benelux B.V. (…):
“Area Operator”,
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
(…)
c. Het Color Glo-Business Systeem een specifiek systeem is waarmee zelfstandige reparatie-bedrijven (de “Area Operators”) of werknemers (de “Local operators”) steeds handelen onder de handelsnaam “Color Glo” volgens een duidelijke huisstijl, en waarin alleen producten en diensten worden gebruikt danwel verkocht die door CGI International Inc. zijn aangewezen of voldoen aan de in door CGI International Inc. gehanteerde kwaliteitsvereisten (hierna te noemen het
“Color Glo-Business Systeem”);
d. Het Color Glo-Business System wordt gekenmerkt door o.a. de volgende eigenschappen:
a. een nauwe samenwerking tussen zelfstandig opererende partijen, gesteund op wederzijds vertrouwen en informatievoorziening;
b. het gebruik van de handelsnaam en producten van “Color Glo”;
c. het gebruik van de kleurencombinaties zoals vermeld in het Handboek;
d. een bepaald aanzicht en decoratie van de bedrijfsauto’s zoals omschreven in het Handboek;
e. het gebruik van uniforme bedrijfskleding zoals omschreven in het handboek;
f. het gebruik van een uniforme bedrijfsinventaris;
g. het gebruik van de reclame- en promotie (artikelen) van Color Glo;
h. een bepaalde wijze van exploitatie;
i. het gebruik van eventueel beschikbare software oplossingen van Licentiegever, ten behoeve van het beheer en de exploitatie van het Color Glo-Business System;
j. het gebruik van uniforme telefoonlijnen en internetdomeinnamen;
(…)
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1 – Recht van Exploitatie
1.1
Onder de voorwaarden vermeld in deze overeenkomst, verleent Licentiegever hierbij aan Area Operator voor de duur van deze overeenkomst het recht voor de exploitatie van het Color Glo-Business System (…)
Artikel 11 – Administratie
11.1
De gehele bedrijfsadministratie van Area Operator zal zoveel mogelijk volgens goed koopmansgebruik en conform de geldende wettelijke richtlijnen worden gevoerd. De administratie dient maandelijks, uiterlijk binnen acht dagen na afloop van de betreffende maand, een getrouw beeld te geven van de werkelijkheid.
11.2
Area Operator zal steeds binnen drie maanden na het einde van elk boekjaar op kosten van Area Operator een door een accountant gecontroleerde jaarrekening en goedgekeurde verklaring verstrekken aan Licentiegever.
11.3
Indien Licentiegever dat wenst, zal Area Operator zijn administratie en bijbehorende bescheiden op ieder moment ter inzage, en desgewenst in afschrift, doen toekomen aan Licentiegever of aan (een) door Licentiegever aangewezen deskundige(n).
(…)
Artikel 15 – Vergoedingen Area Operator
15.1
Als vergoeding voor de aan Area Operator bij deze overeenkomst toegekende rechten zal Area Operator aan Licentiegever betalen:
a. een
Entreefeevan € 5.500.- (zegge vijfduizendvijfhonderd euro); en
b. een
Maintenancefeevan € 10.000,- (zegge tienduizend euro) excl. BTW per maand voor een periode van 5 (vijf) jaar vanaf de ondertekening van deze overeenkomst, hetgeen dus feitelijk neerkomt op uiteindelijk 60 (zestig) maandelijkse termijnen van € 10.000,- elk, en dus in totaal € 600.000,- (zegge zeshonderdduizend euro) over de genoemde periode van 5 (vijf) jaar; (…)
15.4
Voor zover niet anders is bepaald, worden alle betalingen (ook verschuldigde boetes) door Licentiegever binnen 5 dagen na het ontstaan van de desbetreffende vordering, per (automatische) incasso geïncasseerd. Alle genoemde bedragen zijn exclusief de wettelijke verschuldigde omzetbelasting (BTW).
(…)
15.6
Licentiegever is gerechtigd deze overeenkomst onmiddellijk te beëindigen (zie artikel 20), zonder dat een nadere ingebrekestelling zal zijn vereist, wanneer Area Operator het in lid 4 omtrent de betalingen bepaalde niet in acht neemt en/of wanneer er onvoldoende saldo is om een automatische incasso mogelijk te maken en dit binnen 8 dagen nadat dit aan het licht komt en door Licentiegever is gemeld niet is gecorrigeerd.
(…)
Artikel 21 – Beëindiging wegens toerekenbare tekortkoming
(…)
21.2
Mocht na afloop van de gestelde termijn blijken dat de nalatige partij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, dan zal de andere partij gerechtigd zijn om met inachtneming van een termijn van tenminste 8 dagen zonder rechterlijke of arbitrale tussenkomst de overeenkomst op te zeggen, waarbij de nalatige partij het recht zal hebben aan te tonen, dat hij binnen deze termijn alsnog zijn verplichtingen is nagekomen, in welk geval de opzegging vervalt.
(…)
Artikel 22 – Verplichtingen van Area Operator bij beëindiging
22.1
Indien deze overeenkomst eindigt op welke wijze dan ook, is Area Operator jegens Licentiegever verplicht:
a. vanaf de datum van beëindiging van de overeenkomst met onmiddellijke ingang zich niet langer, in welke vorm dan ook, te gedragen als Area Operator in het kader van deze overeenkomst en zich te onthouden, op welke wijze dan ook, van al hetgeen waartoe hij in het kader van de onderhavige overeenkomst gerechtigd was;
b. in de laatste week van het bestaan van de overeenkomst, doch uiterlijk op de datum van de beëindiging van de onderhavige overeenkomst, alle door Licentiegever aan Area Operator ter hand gestelde stukken, internetdomeinen, systemen, software, telefoonlijnen en nummers en/of goederen in verband met de uitoefening van onderhavige overeenkomst, in goede orde, up-to-date en in perfect bruikbare staat, aan Licentiegever ter hand te stellen op een nader door deze aan te geven wijze;
c. in het algemeen al datgene te doen dan wel na te laten waardoor bij het publiek en/of de relaties van Licentiegever en/of Area Operator de indruk zou kunnen worden gewekt dat Area Operator een Area Operator in het kader van deze overeenkomst is en in het bijzonder geen handelsnaam of ander teken meer te gebruiken, zulks in de ruimste zin des woords, die lijkt op en/of verwarring kan veroorzaken met de handelsnaam en het merk “Color Glo”;
(…)’
2.4.
CGB is Recofix vervolgens opgevolgd als franchisegever binnen de franchiseorganisatie van Color Glo in Nederland. De franchiseorganisatie telt vanaf dat moment circa vijftien franchisenemers. Deze franchisenemers zijn gevestigd in verschillende rayons in Nederland. De feitelijke (werk)situatie komt erop neer dat CGB opdrachten van landelijke klanten aanneemt en vervolgens verdeelt onder de franchisenemers. Bij die verdeling wordt als uitgangspunt genomen dat de franchisenemer in het rayon waar de klant is gevestigd de opdracht krijgt toebedeeld. In rayons waar CGB zelf is gevestigd of waar in het geheel geen franchisenemers zijn gevestigd, mag CGB ervoor kiezen de opdracht zelf uit te voeren.
2.5.
CGB heeft in de afgelopen twee jaar ook een franchisenetwerk opgezet in België. Een dergelijk netwerk bestond daar nog niet bij het sluiten van de overeenkomst met Recofix. Verder heeft CGB in Nederland een aantal nieuwe klanten geworven.
2.6.
Op enig moment hebben enkele in Nederland gevestigde franchisenemers bij CGB geklaagd over de wijze waarop CGB opdrachten die bij haar binnenkomen onder de franchisenemers verdeelt. Toen deze klachten niet naar tevredenheid van de franchisenemers werden opgepakt, zijn deze franchisenemers gestopt met het betalen van hun maandelijks aan CGB verschuldigde franchisefee van € 500,00. In reactie daarop is CGB gestopt met het betalen van facturen die door deze franchisenemers aan CGB worden verzonden met betrekking tot uitgevoerde werkzaamheden en opdrachten. Deze situatie duurt thans nog altijd voort.
2.7.
In de tussentijd is CGB vanwege liquiditeitsproblemen gestopt met het betalen van de met Recofix overeengekomen maintenancefee van € 10.000,00 exclusief BTW per maand. Partijen zijn naar aanleiding van de daardoor ontstane betalingsachterstand vanaf september 2017 met elkaar in gesprek over een mogelijke oplossing voor de ontstane situatie. In dat verband hebben partijen getracht een vaststellingsovereenkomst met nieuwe afspraken op te stellen, maar deze overeenkomst is uiteindelijk nimmer tot stand gekomen.
2.8.
Bij brief van 12 februari 2018 heeft de advocaat van Recofix aan CGB onder meer het volgende geschreven:
‘(…)
1 Inleiding
Color Glo Benelux B.V. (CGB) is in verzuim in de nakoming van de Licentieovereenkomst jegens Recofix Europe B.V. (Recofix).
Met deze brief informeer ik u dat Recofix de Licentieovereenkomst met CGB opzegt op grond van artikel 21.2 Licentieovereenkomst per 30 maart 2018, althans op grond van artikel 20.1 sub d en j Licentieovereenkomst per 30 maart 2018 ontbindt. Dit betekent dat de overeenkomst tussen CGB en Recofix per die datum eindigt.
(…)

3.Toelichting gronden voor opzegging, althans ontbinding

Recofix beroept zich op de volgende gronden voor de opzegging, althans ontbinding, per 30 maart:
(i) Beëindiging wegens toerekenbare tekortkoming jegens Recofix
Recofix is op grond van artikel 21.2 Licentieovereenkomst gerechtigd de Licentieovereenkomst (met inachtneming van een termijn van tenminste 8 dagen) op te zeggen, omdat CGB de hierna genoemde verplichtingen niet is nagekomen, ondanks herhaalde aanmaning en ingebrekestelling.
(ii) Beëindiging wegens niet nakoming betalingsverplichting jegens Recofix
Op grond van artikel 20.1 sub d Licentieovereenkomst is Recofix gerechtigd de Licentieovereenkomst (per onmiddellijke ingang) te ontbinden, als CGB haar verplichtingen uit artikel 15.6 Licentieovereenkomst niet nakomt, namelijk de betaling van de maintenance fee aan Recofix. De totaal opeisbare vordering ter zake van de betaling van deze fee over de periode januari 2017 – heden bedraagt op dit moment € 111.966,63, exclusief rente en incassokosten en exclusief de vergoeding over de maand februari 2018.
(iii) Beëindiging wegens niet nakoming gezamenlijk belang
Op grond van artikel 20.1 sub j van de Licentieovereenkomst is Recofix gerechtigd de Licentieovereenkomst (per onmiddellijk ingang) te ontbinden, omdat CGB in strijd handelt met haar verplichtingen uit artikel 10.2. CGB houdt bij haar bedrijfsvoering het gezamenlijk belang van de gehele keten niet in het oog en laat haar eigen belang prevaleren.
(…)
2.9.
De achterstand in de maintenancefee bedraagt, berekend tot en met maart 2018,
€ 122.049,96.

3.Het geschil

3.1.
Recofix vordert - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I CGB te gebieden om aan Recofix binnen twee dagen na de datum van dit vonnis te verstrekken:
( i) actuele lijst van klanten met vermelding van naam, adres, telefoonnummer, website, e-mail en servicelevelagreement;
(ii) actuele status van de afwikkelingen van de lopende opdrachten (onder handen werk);
(iii) inlogcodes tot de website www.colorglobenelex.com; www.colorglo.nl; www.colorglo.be;
(iv) vereiste en ingevulde documenten voor contractsovername door Recofix van de telefoonlijnen, BE: +[nummer], NL:[nummer] NL [nummer], BE [nummer] NL [nummer];
( v) vereiste en ingevulde documenten voor de eigendomsoverdracht van de domeinnaam van websites www.colorglobenelex.com; www.colorglo.nl; www.colorglo.be door Recofix;
(vi) vereiste en ingevulde documenten voor de eigendomsoverdracht van de handelsnaam Color Glo Benelex aan Recofix;
(vii) voorraad aan Color Glo producten;
zulks op straffe van een dwangsom van € 15.000,00 voor iedere dag dat CGB nalaat aan de veroordeling of enig onderdeel daarvan te voldoen;
II CGB te gebieden om conform artikel 22.1 onder a van de Licentieovereenkomst vanaf 30 maart 2018 om 24:00 (althans met onmiddellijke ingang per datum wijzen vonnis) zich niet langer, in welke vorm dan ook, te gedragen als Area Operator in het kader van de licentieovereenkomst en zich te onthouden, op welke wijze dan ook, van al hetgeen waartoe CGB in het kader van de overeenkomst gerechtigd was, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
( i) zich te onthouden van enig contact met klanten (zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Recofix);
(ii) zich te onthouden van enig contact met franchisenemers (zonder hun voorafgaande schriftelijke toestemming)
(iii) staken en gestaakt houden van het gebruik van de telefoonlijnen: BE:[nummer], NL:[nummer] NL [nummer], BE [nummer] NL [nummer] (voor zover die nog niet zijn overgedragen aan Recofix) door in het keuzemenu een doorverwijzing naar het door Recofix op te geven telefoonnummer op te nemen en alle telefoontjes door te verwijzen;
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat CGB in strijd handelt met deze veroordeling of enig onderdeel daarvan;
III CGB te gebieden om conform artikel 22.1 onder c van de Licentieovereenkomst per 30 maart 2018 om 24:00 (althans met onmiddellijke ingang per datum wijzen vonnis) in het algemeen al datgene te doen dan wel na te laten waardoor bij het publiek en/of de relatie van Recofix en of CGB de indruk zou kunnen worden gewekt dat CGB een Area Operator in het kader van overeenkomst is en in het bijzonder geen handelsnaam of ander teken meer te gebruiken, zulks in de ruimste zin des woords, die lijkt op en/of verwarring kan veroorzaken met de handelsnaam en het merk “Color Glo”, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
( i) staken en gestaakt houden van het gebruik van de handelsnaam, producten, woorden en beeldmerken, logo’s, emblemen, kleurencombinaties, reclame-uitingen van Color Glo,
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat CGB in strijd handelt met deze veroordeling of enig onderdeel daarvan;
IV CGB te gebieden om aan Recofix binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis ter hand te stellen:
( i) de volledige grootboekrekening vanaf 1 februari 2016 tot en met datum verstrekking;
(ii) een actueel overzicht van baten en lasten van CGB;
(iii) een actueel overzicht baten en lasten franchisenemers en centraal landelijke klanten;
(iv) de omzetcijfers van CGB over de maanden januari 2017 tot en met maart 2018;
( v) een door een accountant gecontroleerde en goedgekeurde jaarrekening van CGB over het boekjaar 2016;
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat CGB nalaat aan deze veroordeling of enig onderdeel daarvan te voldoen;
V CGB te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
CGB voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende uit de stellingen van Recofix voort.
4.2.
Recofix vordert in deze kort gedingprocedure kort gezegd nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, in die zin dat CGB de (in deze procedure uitgewerkte) verplichtingen die daaruit voor haar bij beëindiging van die overeenkomst voortvloeien volledig dient na te komen. Recofix legt aan deze vordering ten grondslag dat in de overeenkomst is bepaald dat Recofix gerechtigd is bij het uitblijven van tijdige betaling van (onder andere) het overeengekomen maandelijkse bedrag aan maintenancefee de overeenkomst met inachtneming van een termijn van acht dagen te ontbinden. Recofix stelt dat op dit moment een achterstand van meerdere maanden bestaat, zodat zij de overeenkomst terecht en met inachtneming van vorenbedoelde artikelen met ingang van
30 maart 2018 heeft beëindigd. Nu de overeenkomst diverse bepalingen bevat over hoe CGB dient te handelen na beëindiging van de overeenkomst en is gebleken dat CGB niet vrijwillig aan deze bepalingen voldoet, althans zal voldoen, is Recofix van mening dat CGB tot nakoming van die verplichtingen dient te worden veroordeeld. CGB voert verweer tegen de beëindiging van de overeenkomst en in dat verband tegen toewijzing van de gevorderde voorzieningen.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Tussen partijen is op 5 februari 2016 een overeenkomst tot stand gekomen. Daargelaten hoe deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd, verplicht deze CGB in ieder geval tot betaling van een totaalbedrag van
€ 600.000,00 aan maintenancefee, in maandelijkse termijnen van € 10.000,00 exclusief BTW. Geconstateerd moet worden dat CGB met de tijdige en correcte betaling van deze maandtermijnen in gebreke is. Duidelijk is dat deze situatie is ontstaan omdat de liquiditeitspositie van CGB de betaling van die termijnen niet toelaat. Vaststaat dat de vordering van Recofix ten aanzien van de maintenancefee inmiddels is opgelopen tot € 122.049,96 inclusief BTW, berekend tot en met maart 2018. Daarmee staat vast dat CGB in dat opzicht tamelijk ernstig tekort schiet in de nakoming van haar betalingsverplichting jegens Recofix en ook zodanig, dat die tekortkoming een ontbinding van de overeenkomst kan rechtvaardigen. Recofix heeft de overeenkomst beëindigd met een beroep op bepalingen uit de overeenkomst, op basis waarvan de overeenkomst tussen partijen met ingang van 31 maart 2018 is ontbonden.
4.4.
Het verweer van CGB komt erop neer dat zij met het sluiten van de overeenkomst met Recofix niet heeft gekregen wat zij mocht verwachten en dat sprake is geweest van een verkeerde voorstelling van zaken. CGB stelt dat zij zonder deze verkeerde voorstelling de overeenkomst niet had gesloten en daarom doet zij een beroep op dwaling, met aanpassing van de overeenkomst tot gevolg. Ter onderbouwing van deze stelling beroept CGB zich er onder andere op dat zij in de veronderstelling verkeerde dat zij een landelijk dekkend netwerk van franchisenemers zou krijgen en bovendien van franchisenemers die goed functioneerden. Met behulp daarvan dacht CGB in staat te zijn de omzet aanmerkelijk te vergroten en daaruit de overeengekomen maintenancefee te kunnen voldoen. Uit het besprokene ter zitting is gebleken dat de bestuurder/aandeelhouder van CGB, de heer [Bestuurder CGB], de bespreking voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst met Recofix heeft overgelaten aan zijn toenmalige compagnon, de heer [voormalig compagnon CGB], die na korte tijd CGB heeft verlaten. [Bestuurder CGB] heeft zich, naast [voormalig compagnon CGB], kennelijk niet zelf verdiept in wat hij precies in het kader van de overeenkomst met Recofix kon verwachten. Op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is besproken kan niet worden aangenomen dat Recofix bij CGB welomschreven verwachtingen heeft gewekt die erop neerkomen dat het franchisenetwerk van Recofix heel Nederland zou dekken en evenmin dat concrete mededelingen zijn gedaan over het aantal franchisenemers dat actief was en ook niet over de aard en het opleidingsniveau van die franchisenemers. Ter zitting is niet gebleken dat CGB daar zelf enige vorm van onderzoek naar heeft gedaan. Geconcludeerd moet dan ook worden dat niet kan worden vastgesteld dat CGB zich op enigerlei wijze erin heeft verdiept wat zij ‘kocht’ voor het overeengekomen bedrag aan fee.
4.5.
Wat betreft de omzet en/of winst kan niet worden vastgesteld dat bij het sluiten van de overeenkomst tussen partijen een verkeerde voorstelling van zaken bij CGB bestond, maar enkel de verwachting van [Bestuurder CGB] dat hij het bedrijf zo renderend kon maken dat hij de overeengekomen maandelijkse fee zou kunnen betalen. Niet kan worden vastgesteld dat ten aanzien van dit specifieke punt bepaalde (onjuiste en onrealistische) verwachtingen bij [Bestuurder CGB] zijn gewekt door inlichtingen die Recofix heeft verstrekt. Dit leidt tot de conclusie dat niet concreet kan worden vastgesteld dat en in welk opzicht bij de totstandkoming van de overeenkomst sprake was van een verkeerde voorstelling van zaken die tot een geslaagd beroep op dwaling zou kunnen leiden. Wel moet worden geconstateerd dat in de overeenkomst een torenhoog bedrag aan maintenancefee is opgenomen, waarvan het nog maar de vraag was of die fee wel uit de opbrengst van de onderneming zou kunnen worden voldaan. Anderzijds moet worden vastgesteld dat de onderhavige overeenkomst zoals ter zitting met de partijen onder ogen is gezien in wezen een koopovereenkomst is, waarbij de prijs is vastgesteld op basis van goodwill van de organisatie die is berekend aan de hand van de omzet van Recofix van één jaar. Vaststaat dat CGB deze transactie is aangegaan zonder zich rekenschap te geven of zij kon betalen en zonder onderzoek te doen naar het risico dat zij de fee uiteindelijk niet zou kunnen betalen. Bij deze stand van zaken kan vooralsnog niet worden aangenomen dat het verweer van CGB in een bodemprocedure kans van slagen heeft.
4.6.
In het kader van een belangenafweging wordt vooropgesteld dat de voorzieningen die Recofix in deze procedure vordert wel ver gaan. Hoewel toewijzing van de voorzieningen betekent dat CGB haar bedrijfsvoering moet staken en dat in principe onomkeerbaar is, is toewijzing van de voorzieningen naar het oordeel van de voorzieningenrechter desondanks wel op haar plaats. In de eerste plaats omdat er niet vanuit kan worden gegaan dat een (eventueel) beroep op dwaling in een bodemprocedure zal slagen en in de tweede plaats omdat niet te verwachten valt dat de bedrijfsvoering van CGB op korte termijn een zodanige wending ten goede zal maken, dat zij de of enige andere maandelijkse fee tezamen met de ontstane achterstand wel zou kunnen betalen. Daarbij komt dat vaststaat dat de franchiseorganisatie op dit moment niet goed functioneert. Franchisenemers betalen hun fee niet aan CGB en CGB laat rekeningen van de franchisenemers onbetaald. Dat betekent dat wanneer CGB verder gaat, de kans bestaat dat de hele franchiseorganisatie in een steeds moeilijkere (financiële) situatie terecht komt en uiteindelijk haar goodwillwaarde verliest. Dat kan tot gevolg hebben dat ook als in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat Recofix de overeenkomst met CGB op goede gronden heeft ontbonden, Recofix de onderneming die zij dan in het kader van ongedaanmakingsverplichtingen terug krijgt waardeloos ziet worden.
4.7.
Bij die stand van zaken weegt het belang bij maatregelen die neerkomen op het staken van de activiteiten van CGB zwaarder dan het belang van CGB om haar activiteiten voort te zetten zonder een concreet uitzicht op verbetering van de situatie. CGB heeft ook ter zitting immers geen concreet plan van aanpak getoond, waaruit blijkt dat haar omzet binnen afzienbare tijd (beduidend) hoger zal worden en in ieder geval voldoende om aan al haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Dat standpunt heeft [Bestuurder CGB] ter zitting wel ingenomen, maar die enkele verklaring is te vaag om enig vertrouwen aan te kunnen ontlenen. Wel moet worden verwacht dat toewijzing van de voorzieningen het faillissement van CGB kan inluiden. Bij deze stand van zaken, waarbij structureel onvoldoende financiële middelen aanwezig zijn, is dat echter onvermijdelijk. De verweren van CGB kunnen haar daarom niet baten.
4.8.
De eerste drie vorderingen die Recofix heeft ingesteld vinden hun grondslag in artikel 22 van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Dit artikel bevat verplichtingen voor CGB in geval de overeenkomst tussen partijen op enig moment wordt beëindigd. De eerste vordering geeft (uitgewerkt) weer wat in artikel 22.1 onder b van de overeenkomst is vastgelegd, de tweede vordering wat in artikel 22.1 onder a is vastgelegd en de derde vordering wat in artikel 22.1 onder c van de overeenkomst is vastgelegd. Nu de overeenkomst met ingang van 30 maart 2018 is beëindigd en de gevorderde (uitgewerkte) voorzieningen aansluiten bij voornoemde artikelen en daarnaast ook passend zijn in het kader van de overdracht van het franchisegever-schap aan Recofix, zullen deze voorzieningen worden toegewezen. De vierde vordering van Recofix is gebaseerd op artikel 11.3 van de overeenkomst, welk artikel ziet op het (desgewenst) overleggen van verschillende onderdelen van de administratie van CGB aan Recofix. Nu ook deze voorziening een uitgewerkte versie is van hetgeen partijen reeds bij het sluiten van de overeenkomst in februari 2016 in geval van beëindiging van de overeenkomst zijn overeengekomen en daarnaast eveneens passen bij de overdracht van de organisatie, zal ook deze vordering in het kader van deze kort gedingprocedure worden toegewezen. Tegen de toewijsbaarheid van het aldus gevorderde heeft CGB ook niet specifiek verweer gevoerd.
4.9.
De gevorderde dwangsommen zullen op de voet van artikel 611a Rv worden toegewezen als na te melden.
4.10.
CGB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Recofix tot op heden begroot op:
- explootkosten € 104,90
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
€ 816,00
Totaal € 1.546,90

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt CGB om aan Recofix binnen twee dagen na de datum van dit vonnis te verstrekken:
( i) een actuele lijst van klanten met vermelding van naam, adres, telefoonnummer, website, e-mail en servicelevelagreement;
(ii) de actuele status van de afwikkelingen van de lopende opdrachten (onder handen werk);
(iii) de inlogcodes tot de website www.colorglobenelex.com; www.colorglo.nl; www.colorglo.be;
(iv) de vereiste en ingevulde documenten voor contractsovername door Recofix van de telefoonlijnen, BE: [nummer], NL:[nummer] NL [nummer], BE [nummer] NL [nummer];
( v) de vereiste en ingevulde documenten voor de eigendomsoverdracht van de domeinnaam van websites www.colorglobenelex.com; www.colorglo.nl; www.colorglo.be door Recofix;
(vi) de vereiste en ingevulde documenten voor de eigendomsoverdracht van de handelsnaam Color Glo Benelex aan Recofix;
(vii) de voorraad aan Color Glo producten;
zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag dat CGB nalaat aan de veroordeling of enig onderdeel daarvan te voldoen, tot een maximumbedrag van
€ 100.000,00 zal zijn bereikt,
5.2.
gebiedt CGB om conform artikel 22.1 onder a van de Licentieovereenkomst met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis zich niet langer, in welke vorm dan ook, te gedragen als Area Operator in het kader van de licentieovereenkomst en zich te onthouden, op welke wijze dan ook, van al hetgeen waartoe CGB in het kader van de overeenkomst gerechtigd was, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
(iv) zich te onthouden van enig contact met klanten (zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Recofix);
(v) zich te onthouden van enig contact met franchisenemers (zonder hun voorafgaande schriftelijke toestemming)
(vi) staken en gestaakt houden van het gebruik van de telefoonlijnen: BE:[nummer], NL:[nummer] NL [nummer], BE [nummer] NL [nummer] (voor zover die nog niet zijn overgedragen aan Recofix) door in het keuzemenu een doorverwijzing naar het door Recofix op te geven telefoonnummer op te nemen en alle telefoontjes door te verwijzen;
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat CGB in strijd handelt met deze veroordeling of enig onderdeel daarvan, tot een bedrag van € 50.000,00 zal zijn bereikt,
5.3.
gebiedt CGB om conform artikel 22.1 onder c van de Licentieovereenkomst met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis in het algemeen al datgene te doen dan wel na te laten waardoor bij het publiek en/of de relatie van Recofix en/of CGB de indruk zou kunnen worden gewekt dat CGB een Area Operator in het kader van overeenkomst is en in het bijzonder geen handelsnaam of ander teken meer te gebruiken, zulks in de ruimste zin des woords, die lijkt op en/of verwarring kan veroorzaken met de handelsnaam en het merk “Color Glo”, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
(ii) staken en gestaakt houden van het gebruik van de handelsnaam, producten, woorden en beeldmerken, logo’s, emblemen, kleurencombinaties, reclame-uitingen van Color Glo,
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat CGB in strijd handelt met deze veroordeling of enig onderdeel daarvan, tot een bedrag van € 50.000,00 zal zijn bereikt,
5.4.
gebiedt CGB aan Recofix binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis ter hand te stellen:
(vi) de volledige grootboekrekening vanaf 1 februari 2016 tot en met datum verstrekking;
(vii) een actueel overzicht van baten en lasten van CGB;
(viii) een actueel overzicht baten en lasten franchisenemers en centraal landelijke klanten;
(ix) de omzetcijfers van CGB over de maanden januari 2017 tot en met maart 2018;
(x) de door een accountant gecontroleerde en goedgekeurde jaarrekening van CGB over het boekjaar 2016;
zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat CGB nalaat aan deze veroordeling of enig onderdeel daarvan te voldoen, tot een bedrag van € 50.000,00 zal zijn bereikt,
5.5.
veroordeelt CGB tot betaling van de proceskosten, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.546,90, waarin begrepen € 816,00 aan salaris advocaat,
5.6.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.H.J. Krijnen op 6 april 2018.