ECLI:NL:RBGEL:2018:2159

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 april 2018
Publicatiedatum
15 mei 2018
Zaaknummer
C/05/334553 / HA ZA 18-16 / 739 / 538
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een statutair bestuurder en de rechtsgeldigheid van het ontslagbesluit

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Eiser] en IFO Nederland B.V. over de rechtsgeldigheid van het ontslag van [Eiser] als statutair bestuurder. [Eiser] was sinds 1 januari 2013 in dienst bij IFO en werd op 18 september 2017 ontslagen. Hij vorderde onder andere dat het ontslagbesluit niet rechtsgeldig was genomen en dat hij recht had op doorbetaling van zijn salaris. De rechtbank oordeelde dat het ontslagbesluit rechtsgeldig was, omdat [Eiser] voldoende in de gelegenheid was gesteld om zijn advies uit te brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen wettelijk opzegverbod van toepassing was, aangezien [Eiser] zich pas ziek meldde na het voornemen tot ontslag. De vorderingen van [Eiser] tot doorbetaling van loon en andere vergoedingen werden toegewezen, omdat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd. De rechtbank bepaalde dat IFO binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis het salaris van [Eiser] moest voldoen en dat de reeds betaalde transitievergoeding verrekend moest worden met het verschuldigde loon. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/334553 / HA ZA 18-16 / 739 / 538
Vonnis van 25 april 2018
in de zaak van
[Eiser],
[woonplaats],
eiser,
advocaat mr. R.R. Suir te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IFO NEDERLAND B.V.,
statutair gevestigd te Hellevoetsluis,
kantoorhoudende te Culemborg,
gedaagde,
advocaat mr. A.K. Oberbremer te Arnsberg (Duitsland).
Partijen zullen hierna [Eiser] en IFOfo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende.
Op 28 december 2017 heeft de advocaat van [Eiser] een verzoekschrift (met zaaknummer C/05/331354 / HA RK 17-328) met producties ingediend onder meer inhoudende:
- primair: een verklaring voor recht dat het ontslagbesluit niet rechtsgeldig is genomen en nietig is dan wel vernietigbaar, wedertewerkstelling in zijn eigen functie en een gebod tot doorbetaling van loon,
- subsidiair: een gebod tot plaatsing van [Eiser] in een passende functie (met arbeidsvoorwaarden gelijk aan het functievoorstel), en
- meer subsidiair: een veroordeling tot betaling van een billijke vergoeding.
Op 2 februari 2018 heeft de advocaat van Ifo een verweerschrift, tevens inhoudende een voorwaardelijk verzoekschrift ex artikel 7:671b BW, met producties ingediend, waarin onder meer als verweer is vermeld dat de primaire vordering verkeerd is ingeleid.
Bij brief van 9 februari 2018 heeft de advocaat van [Eiser] de producties 15 t/m 18 overgelegd.
Op 13 februari 2018 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, gedurende welke de advocaten van partijen het woord hebben gevoerd aan de hand van pleitnotities.
De zaak is vervolgens voor drie weken aangehouden voor overleg tussen partijen.
Bij e-mailberichten van 6 maart 2018 hebben de advocaten van partijen aangegeven dat het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid.
1.2.
Vastgesteld wordt dat de primaire verzoeken, zoals ingediend bij verzoekschrift, bij dagvaarding hadden moeten worden ingesteld. Immers deze verzoeken/vorderingen, althans in ieder geval de vordering/het verzoek tot een verklaring voor recht dat het ontslagbesluit niet rechtsgeldig is genomen en nietig is danwel vernietigbaar (de overige vorderingen/verzoeken vloeien daar uit voort) hebben geen betrekking op een arbeidsovereenkomst tussen partijen. Uit de parlementaire geschiedenis volgt niet dat de wetgever bij de in artikel 7:686a lid 3 BW geboden mogelijkheid om nevenvorderingen bij verzoekschrift in te kunnen dienen ook het oog heeft gehad op vorderingen die niet (rechtstreeks) voortvloeien uit de contractuele verhouding tussen een werkgever en een werknemer. Deze bepaling kan dan ook niet zo ruim worden uitgelegd dat ook vorderingen anders dan tussen een werkgever en werknemer en die niet zijn gebaseerd op een arbeidsovereenkomst, met een verzoekschrift ingeleid kunnen worden. Het moet er daarom voor gehouden worden dat het bepaalde in artikel 7:686a lid 3 BW toepassing mist wanneer een procespartij op een andere wettelijke grondslag in een procedure wordt betrokken. De in het verzoekschrift opgenomen primaire vorderingen/verzoeken zullen dan ook, zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken en waarmee partijen hebben ingestemd, ex artikel 69 Rv door de rechtbank bij vonnis worden afgedaan. Het verweerschrift, voor zover gericht op de primaire verzoeken, wordt daarbij met instemming van partijen als conclusie van antwoord aangemerkt. Op de subsidiaire verzoeken, het meer subsidiaire verzoek en het voorwaardelijk tegenverzoek zal gelijktijdig bij beschikking (met nummer C/05/331354 / HA RK 17-328) worden beslist.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ifo is een dienstverlener voor bedrijven in de oppervlaktetechniek en metaalconservering. Ifo heeft zeven medewerkers. Enig aandeelhouder van Ifo is de vennootschap naar Duits recht Ifo Institut für Oberflaechentechnik GmbH (hierna: Ifo GmbH).
2.2.
[Eiser] is op 1 januari 2013 in dienst getreden bij Ifo in de functie van managing director, nadat hij op 19 november 2012 was benoemd tot (enig) statutair bestuurder van Ifo. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. Zijn bruto maandloon bedraagt laatstelijk € 6.090,00 (exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten).
2.3.
In de statuten van Ifo is onder meer het volgende opgenomen:
Bestuur
Artikel 8
(…)
2. De bestuurders worden door de algemene vergadering benoemd en kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen.
Besluitvorming buiten vergadering
Artikel 15
1. Besluitvorming van aandeelhouders kan op andere wijze dan in een vergadering geschieden, mits alle vergadergerechtigden met deze wijze van besluitvorming schriftelijk of langs elektronische weg hebben ingestemd. De stemmen worden schriftelijk uitgebracht. Aan het vereiste van schriftelijkheid van de stemmen wordt tevens voldaan indien het besluit onder vermelding van de wijze waarop ieder der aandeelhouders heeft gestemd schriftelijk of elektronisch is vastgelegd. De bestuurder wordt voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.
2.4.
In augustus 2017 hebben partijen de toekomstige bedrijfsvoering van Ifo besproken, waarvan een functiewijziging van [Eiser] onderdeel zou uitmaken. Tijdens dat gesprek waren de heer [Naam A] (managing director bij Ifo GmbH), de heer [Naam B] (namens Ifo GmbH) en [Eiser] aanwezig. Naar aanleiding van dat gesprek heeft [Naam A] [Eiser] op 9 augustus 2017 per e-mail het volgende bericht:
[Eiser] will step back from the post as general manager of IFO Nederland
Designated general manager [Naam C]
[Eiser] expresses his will tot keep on working at IFO Nederland in het field of paint inspections.
He will support [Naam C] in her new position.
A suitable work title must be found and it must be clear that the responsbility for the company is in hand of the general manager.
The change will be effective in September 2017 after an organized meeting in Culemborg in order to prepare:
- Organization scheme of the company
- strategy and targets
- New position and contract [Eiser]
- Timetable for change
Afterwards the meeting the staff members have to be informed about the changes.
2.5.
Namens Ifo heeft [Naam C] [Eiser], [Naam A] en [Naam B] 9 augustus 2017 per e-mailbericht onder meer het volgende medegedeeld:
[Eiser] and I talked on the phone this morning and I was glad to hear that to step back as director he chooses for his own health. We agreed that will be the message to communicate with the rest of the world (when the time is there to tell other people). He also confirmed he will support me and I’m very happy with that.
[Eiser] and I will have a meeting together to discuss several things as preparation for the meeting in September with the four of us ([Eiser], [Naam A], [Naam B] and I) and after that with the Dutch employees. I propose to do that in the second week of September. What about 11/12 September; is that convenient for you [Naam A] and [Naam B]? (…)
2.6.
Op 11 september 2017 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden, waarna Ifo GmbH [Eiser] een brief heeft overhandigd, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
As you know and as discussed several times before (most recently on August 8th 2017), the situation and results of IFO Nederland B.V. have been and are still disappointing and worrying. IFO Nederland B.V. sustains losses for too long now. Changes and improvements are necessary and unavoidable. As discussed with you and confirmed by you, among other things, the turnover needs to be increased and the costs need to be reduced. However, we still don’t see any improvement.
This has been discussed with you in detail several times. However, you were not able to turn things to the better. The sole shareholder had therefore lost its confidence in you as managing director for IFO Nederland B.V.
Therefore, certain steps and measures are unavoidable. One of the first measures to be taken is a change of management. The sole shareholder is planning to appoint [Naam C] as a new managing director of the company and to dismiss you a managing director of IFO Nederland B.V.. Besides that, the sole shareholder is planning to put you on garden leave.
We have informed you about this plan today and briefly discussed the plan with you. Hereby, we invite you once more, to give your opinion on those plans in writing within 5 days from now, therefore on 16 September 2017 the latest.
As discussed before, there migth be options for another position for you within IFO Nederland B.V.. However, for now, the sole shareholder sees itself forced to dismiss you as managing director of IFO Nederland B.V. and to appoint a new managing director.
2.7.
Diezelfde dag heeft Ifo [Eiser] bij brief het volgende voorstel gedaan:
Herewith IFO offers you a new employment contract with the following outlines:
- Working for IFO Nederland as senior inspector and consultant
- Starting October 2nd
- A permanent contract without probationary period
- Doing acquisition (about 20%) and paint inspections (about 80%)
- 32 – 40 hours a week, to define according your preference
- A salary of € 5.075,- per month based on 40hrs a week, excluding 8% holiday pay
- 30 holidays per calender year
- Use of a company car
If you accept these terms, we will work it out in a complete employment contract.
If you prefer a freelancer contract we can talk about that also.
2.8.
Op 12 september 2017 heeft [Eiser] zich ziek gemeld.
2.9.
Bij brief gedateerd 15 september 2017, verstuurd per e-mail op 14 september 2017, heeft [Eiser] Ifo GmbH als volgt bericht:
Dear Mr [Naam A],
Dear [Naam A],
Dear shareholders,
Thanks for your clear statement concerning my functioning as managing director of IFO
Netherlands.
And I strongly protest against this.
Anyway the words as “loss of confidence” etc are harsh and hurting, this is probably the legal
way of showing that you care.
I found myself really left alone without much back up from everyone, [Naam C] sick, [naam D] sick,
a lot of personal losses and in the end almost deaf on one ear and tinnitus.
Also the yearly figures from bookkeeping ([Naam E]) and later bookkeeping in Germany came too late.
Yearly figures produced by [Naam E] (twice) 2013 came in October/November 2014.
Yearly figures 2014 produced by [Naam E] and [Naam E] came much earlier; end of September 2015.
Yearly Figures 2015 also far too late.
Yearly figures 2016, are not known yet.!
Furthermore Bookkeeping did not provide me with the necessary tools to steer on these figures and made improvements.
We tried (always after mutual approval from shareholders) a lot of improvements.
E.g.The meeting on August 8th 2017 you are referring was ok at first; we made a profit of 25 K during the first 7 months. Everybody happy, including me.
As all the necessary data (timesheets, invoicing etc) were in Germany at the disposal of the German bookkeeping department. I thought we were on the right way, Everybody did.
Moments later the bookkeeping forgot to deal with the overtime, hence the timesheets were not read carefully enough and the profit evaporated.
From February on I made sure the turnover was sufficient, we all decided that this should be at least 70 K per month so we could make a little profit. This happened since then. I even got approvals from the share holders and pats on the shoulder. Well done [Eiser]………!
I actually trusted this.
Right after the receipt of this document I collapsed, tired, dead tired and completely empty. I called in sick and I still am.
On the other hand I am pleased that IFO gives me the opportunity to offer me another technical position and I will consider this option off course.
As I stated during our meeting I will back up [Naam C] as much as I can because I know how hard it can be. I am, however, very much afraid about her functioning considering her back ground of burn outs.
But to finalize things now I will come back with more statements after my week in Greece as I am officially sick. The doctor approves with the procedure. So I am sick. And officially ask to make an official comment after this (end of September) and not within the 5 days your legal advisor suggests.
2.10.
[Naam A] heeft [Eiser] bij e-mailbericht van 14 september 2017 bericht:
I received your letter. For the moment I wish you all the best and hope your health will be better very soon. We will have further discussion when you are back from Greece.
2.11.
Bij e-mailbericht van 16 september 2017 heeft [Naam A] [Eiser] medegedeeld:
Many thanks for your e-mail of 14 September 2017 regarding the reaction to our meeting and our letter of 11 September 2017.
I can understand very well that the message that your directorship and employment agreement might be ended hit you hard.
There is no doubt that you have always been loyal to IFO Nederland B.V. and its shareholders. You have worked hard and did the best you could. We really appreciate that you tried.
However, we also see that even though you try and work very hard, the situation of IFO Nederland BV. does not improve. In your opinion, the reasons for that are extemal. However, we believe that the cause is internal. The managing director of a company is in charge of the organization and financial
figures of the company. The managing director should know before - and not hear - from external parties how good or bad the financial figures are. That of course - requires a thorough organization of the bookkeeping. And even though you received a lot of support from Germany, you were still not able to organize as much as needed. What you describe, hits the nail of the problem on the head: we expect you to be in control and to organize properly and instead of managing, you expect others to do
that for you.
Nevertheless, we will take your remarks into consideration. We have an internal meeting planned for Monday 18 September 2017 discuss this matter in more detail.
We will get back to you after the meeting.
2.12.
Op 18 september 2017 is door de aandeelhouder van Ifo (Ifo GmbH) buiten vergadering, schriftelijk en met algemene stemmen besloten om [Eiser] per direct als statutair bestuurder te ontslaan, alsook dat de arbeidsovereenkomst van [Eiser] per 31 oktober 2017 zal eindigen. Bij brief van 18 september 2017, verstuurd per e-mail, heeft [Naam A] [Eiser] dit als volgt medegedeeld:
We refer to our e-mail of 15 September 2017 and our earlier correspondence.
As you know, the management of the shareholder has discussed IFO Nederland B.V. and the
management situation once more today. During that meeting also your remarks were discussed.
As said before, we very much appreciate your effort. We are still of the opinion that you are excellent
when it comes down to technical matters, but do - unfortunately - not meet our requirements when it
comes down to manage IFO Nederland B.V. A managing director needs to be in control of the
organization and the financial figures of the company. Unfortunately, experience shows that are not
able to do that. And we have lost confidence that this could change in the future. We know that you
don’t agree with that, but nevertheless decided to replace the management. The respective
shareholder’s resolution is attached.
That means that as off today, you are no longer managing director of IFO Nederland B.V. Your
employment agreement ends - with observation of the notice period - on 1 November 2017. We are
of the opinion that a separate termination of your employment agreement is not needed. In case a
separate termination should be required, this letter has to be considered as a termination letter of your
employment per 1 November 2017.
We assume that you will be back in the office on 25 September 2017. We are - of course - still open
for discussions on a new job within IFO Nederland B.V. starting 1 November 2017.
2.13.
[Naam C] is op 18 september 2017 benoemd tot statutair bestuurder van Ifo.
2.14.
Bij brief van 27 oktober 2017 heeft de advocaat van [Eiser] de advocaat van Ifo medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden voortgezet, waarna de advocaten van partijen overleg hebben gevoerd over de kwestie. Dit heeft niet geleid tot een oplossing.
2.15.
Op 30 oktober 2017 heeft [Eiser] [Naam C] en [Naam A] als volgt bericht:
This is to confirm my telecom with [Naam C] this morning after I had some info from my lawyer concerning my return tot IFO Netherlands as inspector or corrosion engineer.
My Lawyer told me that your lawyer said that I refused to come back to IFO after I have recovered.
I strongly protest against that. And I do no know who told her this.
It is still my intention to come back as soon as I am recovered from my illness.
On the other hand I do not think that as a whole my health is improving due to the present circumstances.
[Naam C] told me to deliver car, phone and computer tomorrow morning at 11.00 hrs. Which I do off course under protest. After all these items belong to IFO NL.
I am on the other hand very sorry to say that things seem to move in the wrong direction. It cannot be that we are talking through lawyers and not to each other anymore.
After all I am sick and my salary and pension is covered by the insurance from IFO NL. Why not let me become better and start in a new position.
No worries, no extra costs for ifo and I have a normal income during the period of illness.
2.16.
Op 19 december 2017 heeft Ifo [Eiser] een transitievergoeding betaald van
€ 9.866,00 bruto.

3.Het geschil

3.1.
[Eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat het ontslagbesluit niet rechtsgeldig is genomen en nietig is, althans vernietigt,
II. Ifo gebiedt om [Eiser] binnen 24 uur na dit vonnis het bruto maandsalaris, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten, aan [Eiser] te (blijven) voldoen
vanaf 1 november 2017 tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is komen te eindigen,
III. Ifo veroordeelt tot betaling aan [Eiser] van de wettelijke handelsrente ex artikel 7:625 BW te rekenen over het bedrag aan salaris bedoeld in sub II hierboven vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening,
IV. Ifo gebiedt [Eiser] binnen 24 uur na dit vonnis toe te laten tot haar bedrijf en hem – zodra hij hersteld is – daar in de gelegenheid te stellen de bedongen werkzaamheden te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Ifo in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen,
V. Ifo veroordeelt tot betaling aan [Eiser] van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over: de bedragen bedoeld in sub II. en III. hierboven vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening,
VI. Ifo veroordeelt om aan [Eiser] te verstrekken een bruto/netto-specificatie van de betaling bedoeld onder II. en III., op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Ifo niet aan deze veroordeling voldoet, en
VII. Ifo veroordeelt in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris van de gemachtigde van [Eiser] daaronder begrepen.
3.2.
[Eiser] legt kort gezegd aan zijn vorderingen ten grondslag dat het ontslagbesluit niet in overeenstemming met de statuten en/of de wet tot stand is gekomen, omdat [Eiser] zijn raadgevende stem niet kon uitbrengen respectievelijk omdat sprake was van een opzegverbod.
3.3.
IFO voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voorop gesteld wordt dat in de stukken de functies general manager en managing director door elkaar gebezigd worden. De rechtbank neemt als uitgangspunt dat [Eiser] op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam was als managing director bij Ifo, én dat [Eiser] general manager (statutair bestuurder) was van Ifo.
4.2.
Niet in geschil is dat [Eiser] bij besluit van de aandeelhoudersvergadering van Ifo van 18 september 2017 met onmiddellijke ingang is ontslagen als statutair bestuurder van Ifo. Tevens heeft Ifo [Eiser] medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst (met inachtneming van de opzegtermijn) is geëindigd per 1 november 2017, maar dat Ifo bereid was om [Eiser] een andere functie aan te bieden per 1 november 2017.
4.3.
[Eiser] stelt zich op het standpunt dat het ontslagbesluit nietig is dan wel vernietigd dient te worden, omdat [Eiser] – in zijn hoedanigheid van bestuurder – niet (voldoende) in de gelegenheid is gesteld om invulling te geven aan zijn adviesrecht/raadgevende stem en de vereiste zorgvuldigheid niet in acht is genomen (door schending van het beginsel van hoor en wederhoor).
4.4.
Op grond van artikel 8 lid 2 jo artikel 15 lid 1 van de statuten is de algemene vergadering van aandeelhouders te allen tijde, ook buiten vergadering, bevoegd om een bestuurder te ontslaan. Het besluit dient schriftelijk te worden genomen met algemene stemmen. Tevens vereisen de statuten dat de bestuurder voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen.
4.5.
Het onderhavige ontslagbesluit is buiten vergadering genomen door de aandeelhouder van Ifo, Ifo GmbH, die overigens met schriftelijke besluitvorming heeft ingestemd. De rechtbank is van oordeel dat [Eiser] voldoende in de gelegenheid is gesteld om voorafgaand aan dat besluit hierover advies uit te brengen. Begin augustus 2017 is met [Eiser] diverse malen gesproken over zijn functioneren als general manager, waarbij besproken is dat [Naam C] [Eiser] zou gaan opvolgen als general manager. In september 2017 is vervolgens aan [Eiser] mondeling en schriftelijk medegedeeld dat en waarom zijn functioneren als managing director (hier zal zijn bedoeld statutair bestuurder, de rechtbank) niet naar wens was, waarna [Eiser] in de gelegenheid is gesteld om hierop binnen vijf dagen te reageren, hetgeen hij ook heeft gedaan. [Eiser] was dus op de hoogte van het voornemen van Ifo GmbH en heeft daarop – bij brief verstuurd op 14 september 2018 – uitgebreid gereageerd en gemotiveerd uiteengezet waarom hij bezwaar maakt tegen het voorstel om hem te ontslaan en een andere statutair bestuurder te benoemen. Dat [Eiser] zijn reactie later, na terugkomst van vakantie, nader wilde toelichten kan zo zijn, maar dat maakt nog niet dat [Eiser] niet van zijn raadgevende stem gebruik heeft kunnen maken. Bovendien is onweersproken dat het verweer van [Eiser] bij Ifo GmbH bekend was en dat hierin juist de redenen waren gelegen dat Ifo GmbH geen vertrouwen meer had in [Eiser] als statutair bestuurder. Hiermee is voldoende komen vast te staan dat [Eiser] een adviesmogelijkheid heeft gehad en daar ook gebruik van heeft gemaakt. Dat [Eiser] niet (volledig) was geïnformeerd over het voornemen van Ifo om hem uit zijn functie als managing director te ontheffen is niet relevant op dit punt, waarbij overigens wordt opgemerkt dat dit in augustus 2017 expliciet met [Eiser] is besproken, onder meer door hem een voorstel voor een andere functie te doen.
4.6.
[Eiser] heeft nog betoogd dat sprake is van een wettelijk opzegverbod, omdat hij ziek was op het moment dat het ontslagbesluit werd genomen. Vast staat dat [Eiser] zich op 12 september 2017 ziek heeft gemeld. Dit was nadat Ifo GmbH [Eiser] op 11 september 2017 had medegedeeld dat zij als enig aandeelhouder van Ifo het vertrouwen in [Eiser] als statutair bestuurder had verloren én nadat er reeds enkele gesprekken hadden plaatsgevonden met [Eiser] over zijn functioneren en ook na het gedane aanbod voor een nieuwe functie. Geconcludeerd kan dan ook worden dat [Eiser] toen hij zich op 12 september 2017 ziek meldde, reeds kennis had genomen van het voornemen van Ifo GmbH hem als statutair bestuurder te ontslaan (vgl. Hof Den Bosch 22 augustus 2000, JAR 2000, 207). Dat betekent dat het opzegverbod tijdens ziekte niet geldt en het door [Eiser] gedane beroep op artikel 7:670 BW faalt en daarmee dat het besluit tot ontslag van [Eiser] als statutair bestuurder van Ifo rechtsgeldig is genomen. De primaire vordering onder I. zal dus worden afgewezen.
4.7.
De vorderingen onder II., III., V. en VI zijn wel toewijsbaar, nu in de op dezelfde datum als onderhavig vonnis tussen partijen gewezen beschikking (met zaaknummer C/05/331354 / HA RK 17-328) wordt overwogen dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd en daarmee na 1 november 2017 is blijven doorlopen tot de datum van ontbinding, te weten 1 mei 2018, althans totdat de arbeidsovereenkomst eindigt (als Ifo van haar bevoegdheid gebruik maakt om het ontbindingsverzoek vóór 15 mei 2018 in te trekken).
4.8.
Tevens zal Ifo worden veroordeeld tot betaling van de gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over hetgeen onder 4.7. wordt toegewezen . De rechtbank ziet geen aanleiding tot matiging van de wettelijke verhoging. De wettelijke rente over het bedrag onder 4.7. is eveneens toewijsbaar. Omdat geen ingebrekestelling heeft plaatsgevonden, is de wettelijke rente over de wettelijke verhoging niet toewijsbaar.
4.9.
De vordering onder IV. zal – gelet op de overwegingen in de beschikking van 25 april 2018 en de toewijzing van het ontbindingsverzoek per 1 mei 2018 – voorwaardelijk worden toegewezen, namelijk alleen als Ifo van de haar bij die beschikking gegeven bevoegdheid gebruik maakt om het ontbindingsverzoek vóór 15 mei 2018 in te trekken.
4.10.
De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.
4.11.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de transitievergoeding van € 9.866,00 bruto die Ifo in december 2017 aan [Eiser] heeft voldaan, onverschuldigd betaald. Dit bedrag dient dan ook verrekend te worden met het loon dat Ifo aan [Eiser] over de periode van 1 november 2017 tot 1 mei 2018 nog verschuldigd is.
4.12.
Omdat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
gebiedt Ifo om [Eiser] binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis het bruto maandsalaris, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten, aan [Eiser] te voldoen vanaf 1 november 2017 tot 1 mei 2018, althans totdat de arbeidsovereenkomst eindigt (als Ifo van haar bevoegdheid gebruik maakt om het ontbindingsverzoek vóór 15 mei 2018 in te trekken),
5.2.
veroordeelt Ifo tot betaling aan [Eiser] binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW te rekenen over het bedrag aan salaris bedoeld onder 5.1. vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening,
5.3.
bepaalt dat de onder 5.1. en 5.2. genoemde bedragen worden verrekend met het reeds aan [Eiser] betaalde bedrag van € 9.866,00 bruto aan transitievergoeding,
5.4.
veroordeelt Ifo tot betaling aan [Eiser] binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het bedrag onder 5.1 vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening,
5.5.
gebiedt Ifo – onder de voorwaarde dat zij gebruik maakt van de haar bij beschikking van 25 april 2018 gegeven bevoegdheid om het ontbindingsverzoek vóór 15 mei 2018 in te trekken – [Eiser] binnen twee werkdagen na de betekening van dit vonnis toe te laten tot haar bedrijf en hem, zodra [Eiser] hersteld is, daar in de gelegenheid stelt de bedongen werkzaamheden te verrichten,
5.6.
veroordeelt Ifo om aan [Eiser] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.5. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.7.
veroordeelt Ifo om aan [Eiser] binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis te verstrekken een bruto/netto-specificatie van de betalingen onder 5.1 en 5.2.,
5.8.
veroordeelt Ifo om aan [Eiser] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.7. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
5.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. Hendriks en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2018.