Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 december 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 februari 2018;
- het B16 formulier van de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 11 april 2018 waarin vonnis wordt gevraagd;
- het B16 formulier van de zijde van de gemeente van 17 april 2018 waarin vonnis wordt gevraagd.
2.De feiten
1. het recht van erfpacht wordt gevestigd voor vijf en twintig jaar, te rekenen van een augustus negentienhonderd acht en tachtig af.Het recht eindigt derhalve op een en dertig juli tweeduizend dertien. (…)
Huurovereenkomst
3. Gebruiksovereenkomst
Op 1 augustus 2013 is uw erfpachtovereenkomst afgelopen. In een gesprek op 14 augustus 2013 hebben zowel u als de gemeente, aangegeven de erfpacht te willen verlengen.”Bij die brief is een (concept) erfpachtovereenkomst aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] opgestuurd.
3.Het geschil
in conventie
- [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] beveelt om de gronden en opstallen die [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in gebruik heeft, gelegen aan de [adres 1] , kadastraal bekend als: gemeente [kadastrale gegevens 2] , ontruimd aan de gemeente ter beschikking te stellen binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
- [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] beveelt om de kantineruimte die deel uitmaakt van de gemeentelijke [naam sportzaal] aan de [adres 2] , binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis te ontruimen;
- [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten van € 131,-- zonder betekening en € 199,-- met betekening, alsmede met de wettelijke rente over dit alles vanaf de elfde dag na vonniswijzing.
f1,00 en de exploitatie van de kantine, ook verdergaande (beheers)werkzaamheden en diverse schoonmaakwerkzaamheden verricht. Deze extra werkzaamheden worden niet gedekt door de horeca-inkomsten, noch door de beheersvergoeding. Verder heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op initiatief van de gemeente zijn eigen kantine opgegeven en heeft hij de nodige wijzigingen in de tennishal aangebracht.
4.De beoordeling
dat het de bedoeling is, de kantine in de door de gemeente gebouwde sportzaal te verhuren aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]”. Daarbij komt dat in de artikelen van die overeenkomst telkens over ‘huur’ wordt gesproken. Op het moment dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een overeenkomst tot gebruik van de kantine toegezonden kreeg, ter verlenging van de overeenkomst van 31 mei 2000, heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] deze niet aanvaard maar heeft hij aangegeven, blijkens de notulen van het gesprek op 14 augustus 2008:
“in het verleden bij de totstandkoming van de eerste overeenkomst is nl. afgesproken dat een huurovereenkomst zal worden afgesloten.”Dit laatste is door de gemeente niet weersproken.
f1,- kan als tegenprestatie worden aangemerkt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zorgdraagt voor de exploitatie van de kantine. Hiervoor heeft hij zijn eigen kantine opgegeven en de nodige veranderingen in de tennishal doorgevoerd. Onbetwist is gebleven dat deze exploitatie betrekking heeft op zowel de tennishal als de (gemeentelijke) sporthal en dat deze exploitatie niet kostendekkend is.
Op 1 augustus 2013 is uw erfpachtovereenkomst afgelopen.”Dat na deze brief is getracht tot een nieuw (verlengd) recht van erfpacht te komen, doet niet af aan de omstandigheid dat de gemeente [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op het aflopen van het recht van erfpacht heeft gewezen en heeft gesteld dat zij de erfpachtovereenkomst als geëindigd beschouwt.
904,00(2 punten × factor 1 x tarief € 452,00)
452,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 452,00)
5.De beslissing
16 mei 2018.