ECLI:NL:RBGEL:2018:1897
Rechtbank Gelderland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Herstel van verzetexploot in civiele procedure met betrekking tot uiterste verschijndag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 11 april 2018 een vonnis in verzet gewezen. De zaak betreft een civiele procedure waarin [eiser] en [verweerder] betrokken zijn. Het verzet is ingesteld tegen een eerder verstekvonnis van 6 februari 2018. Het verzetexploot, dat op 6 maart 2018 is betekend, vermeldt niet de uiterste verschijndag waarop [eiser] in de verzetprocedure kan verschijnen. Dit is in strijd met de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in de artikelen 146 lid 1 en 30a lid 3 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank wijst erop dat het ontbreken van deze informatie kan leiden tot onzekerheid over de vertegenwoordiging van de oorspronkelijke eiser en de voortgang van de procedure. De rechtbank heeft [verweerder] de gelegenheid gegeven om dit verzuim te herstellen door een herstelexploot uit te brengen, waarin de uiterste verschijndag duidelijk wordt vermeld. Dit herstelexploot moet uiterlijk op 25 april 2018 bij de rechtbank worden ingediend. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat het herstelexploot is ingediend.