Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 januari 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 19 maart 2018.
2.De feiten
Aanvullende begripsomschrijvingen” het volgende bepaald:
1.2 Teeltplan
Causaal verband.
Wij ontvingen de eerste bevindingen van de schade-expert. Omdat wij, mede door de late melding, op grond van de eerste bevindingen nog geen standpunt voor wat betreft de dekking kunnen innemen hebben wij verzocht aan onze taxateur Arnold van de Berg voor nadere informatie over uw schade. Onze taxateur heeft hierover contact met u opgenomen. Zodra ik het schaderapport van de expert heb ontvangen, informeer ik u over de dekking op uw polis en de afwikkeling van de schade. Aan uw verzoek om een voorschot te verstrekken kunnen wij daarom niet voldoen.”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Indien tegen beter weten in met onnodig en onjuist onderzoek wordt voortgegaan en verzekeraars op basis daarvan schade-uitkering weigeren, daarbij moedwillig het belang van de andere partij uit het oog verliezende, zou van misbruik van deze onderzoeksbevoegdheid gesproken kunnen worden en op die voet van een toerekenbare tekortkoming van verzekeraars (…) die grond geeft voor vergoeding van dientengevolge geleden schade.”
functioneren ontsmettingsunit” en als schadedatum “
4 april 2014” en aan de schadebehandelaar (Groenewegen) gevraagd om een standpunt over de dekking in te nemen.
Resumerend” waar staat weergegeven welke omstandigheden niet meer te beoordelen zijn vanwege de late melding. [eiseres] heeft de grond waarom de gevolgen van de late melding door de tussenpersoon voor risico van Achmea moeten komen en wat daarvan de rechtsgevolgen moeten zijn, niet nader toegelicht, zodat dit argument wordt gepasseerd. De late melding (12 september in plaats van 18 juli) maakt ook dat een beroep op paragraaf 9.2 Bijzondere Voorwaarden waarin is bepaald dat Achmea binnen drie maanden uitsluitsel moet geven over de dekkingsvraag, niet slaagt.
6.422,00(2 punten × tarief € 3.211,00)