Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 april 2017
- de akte houdende tegenbewijs van 31 mei 2017 van Accon c.s.
- de conclusie na bewijslevering, tevens proceskostenopgave van 28 juni 2017 van FSN c.s.
- de conclusie na enquête van 28 juni 2017 van Accon c.s.
- de akte overlegging producties ter gelegenheid van het pleidooi van FSN c.s.
- de akte overlegging producties ten behoeve van pleidooi van Accon c.s.
- de pleidooien op 22 november 2017.
2.De verdere beoordeling
voor zover desondanks in rechte zou komen vast te staan dat [naam 1] wel auteursrechthebbende op de Kirean Software is’. Hoewel er wel degelijk aanknopingspunten zijn dat [naam 1] inderdaad auteursrechthebbende is van de scan en herken software, zal dat gezien het voorgaande in deze procedure dus niet onomstotelijk komen vast te staan.
voor zover in rechte komt vast te staan dat [naam 1] wel auteursrechthebbende is.Mr. Wouters heeft tijdens het pleidooi bevestigd dat daarmee is bedoeld door middel van een vonnis, dat volgens hem niet in kracht van gewijsde hoeft te zijn gegaan. Dat er sprake zou zijn van een andere procedure waarin deze vraag onderwerp van geschil is, is niet gesteld of gebleken. De rechtbank zal dan ook ten tijde van het concipiëren van dit vonnis nooit kunnen vaststellen dat Kirean door middel van deze akte van cessie rechthebbende is geworden. In zoverre kan de opschortende voorwaarde niet door dit vonnis worden vervuld. De voorwaarde bijt zichzelf in de staart.
- Er is in deze zaak sprake van twee incidenten. Het eerste incident betrof een door Accon c.s. ingestelde incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring en heeft geleid tot het vonnis in incident van 16 december 2015. Het tweede incident betrof aanvankelijk een op 31 augustus 2016 door FSN c.s. ingestelde incidentele vordering ex artikel 843a Rv, maar na de conclusie van antwoord in incident van Accon c.s. heeft FSN c.s. ook hier haar eis gewijzigd en resteerde slechts het verzoek van FSN c.s. om de beslissing omtrent de proceskosten van het incident aan te houden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. Vervolgens hebben partijen nog gecorrespondeerd over een pleitverzoek in het incident van FSN c.s., waarna de rechtbank op 16 november 2016 vonnis in incident heeft gewezen.
- Na ruim twee jaar procederen en het uitwisselen van talloze stukken heeft FSN c.s. nog steeds niet duidelijk gemaakt op welke concrete uitdrukkingswijze van de scan en herken software Accon c.s. inbreuk zou hebben gemaakt. Accon c.s. heeft dan ook telkens terecht aangegeven moeite te hebben zich te verweren tegen een vermeende inbreuk op een in deze procedure onbekend gebleven auteursrechtelijk beschermd werk.
- FSN c.s. heeft gedurende de procedure constant wisselende stellingen en standpunten ingenomen en daarbij die procedure onnodig gecompliceerd gemaakt, waartegen Accon c.s. zich telkens diende te verweren. De rechtbank noemt slechts als voorbeeld het feit dat de procedure door FSN c.s. is ingestoken vanuit de stelling dat sprake was van een gemeenschap tussen FSN en Kirean met als object het auteursrecht op de scan en herken software, zodat het verweer van Accon c.s. zich in eerste instantie ook daartegen richtte. In de conclusie na niet-gehouden getuigenverhoor aan de zijde van FSN c.s. van 31 augustus 2016 heeft FSN c.s. vervolgens eerst aangegeven dat zij tot de levering van het haar door de rechtbank naar aanleiding van haar eigen stellingen opgedragen bewijs niet in staat is en ook dat zij hetgeen die bewijsopdracht inhoudt, niet langer stelt, zodat die bewijsopdracht haar zin heeft verloren. Direct daarna concludeert zij vervolgens dat Accon c.s. geen verweer heeft gevoerd tegen de stelling dat Kirean de enige rechthebbende was bij het ontstaan van het auteursrecht op de software, zodat er geen reden is om Kirean te belasten met dat bewijs. Deze conclusie is gelet op de wijze waarop FSN c.s. de procedure zelf heeft ingestoken minst gezegd opmerkelijk en illustratief voor haar wijze van procederen.
- Hoewel FSN c.s. heeft nagelaten haar steeds wisselende stellingen en standpunten te onderbouwen, heeft zij Accon c.s. ervan beticht in strijd met de waarheidsplicht ex artikel 21 Rv te handelen en allerlei feiten te verdoezelen en achter te houden.
- FSN c.s. heeft ook nagelaten te preciseren welke onrechtmatige gedraging zij welke gedaagde precies verwijt en wat dat betekent voor de ingestelde vorderingen. Zo is door FSN c.s. bijvoorbeeld niet gesteld dat Accon zelf de scan en herken software heeft gebruikt. Toch richten alle vorderingen zich ook tegen Accon.
120.000,00