Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
Y.M.J.I. Baauw en J.M.C. Schuurman-Kleijberg, in tegenwoordigheid van
de griffier [naam griffier] en in openbaar uitgesproken op 28 februari 2018.
Rechtbank Gelderland
Op 28 februari 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een beschikking gegeven op het wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Nijmegen. Het wrakingsverzoek was ingediend op 13 februari 2018, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit omdat het verzoek tot wraking was ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak, die op 8 november 2017 had plaatsgevonden. In die hoofdzaak was een rechterlijke machtiging afgegeven voor het voortgezet verblijf van de verzoeker bij Pro Persona te Nijmegen.
De wrakingskamer overwoog dat volgens artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking in beginsel ter zitting wordt behandeld, maar dat het verzoek zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen als het is ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak. De rechter had in de hoofdzaak al een beslissing genomen, waardoor het wrakingsverzoek niet meer ontvankelijk kon zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om van een mondelinge behandeling af te zien en het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren.
De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.