Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[naam],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert [Eiser], in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, de afgifte van het medisch dossier van haar overleden biologische vader, [de vader]. De vordering is ingesteld in het kader van een procedure tot vernietiging van het testament van [de vader], waarin zijn partner als enige erfgenaam is benoemd. [Eiser] stelt dat haar vader op het moment van het opstellen van het testament mogelijk niet wilsbekwaam was, en dat de medische gegevens van belang zijn om deze wilsbekwaamheid vast te stellen. De voorzieningenrechter heeft eerder in een kort geding tegen het Radboud UMC geoordeeld dat er voldoende gronden zijn om het beroepsgeheim van de behandelend arts te doorbreken en heeft het Radboud UMC veroordeeld om het medisch dossier van [de vader] over een bepaalde periode af te geven. In de huidige procedure tegen de Sint Maartenskliniek, waar [de vader] na zijn verblijf in het Radboud UMC is behandeld, vordert [Eiser] nu ook inzage in het medisch dossier dat daar is bijgehouden. De voorzieningenrechter overweegt dat de medische gegevens van [de vader] relevant zijn voor de beoordeling van zijn wilsbekwaamheid op het moment van het opstellen van het testament. De Sint Maartenskliniek heeft verweer gevoerd, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van [Eiser] tot afgifte van het medisch dossier moet worden toegewezen, met inachtneming van de privacy van derden. De Sint Maartenskliniek moet het dossier binnen een week aan de voorzieningenrechter toesturen, met een voorstel voor passages die onzichtbaar gemaakt moeten worden.