ECLI:NL:RBGEL:2018:1235
Rechtbank Gelderland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis na verstrijken beslistermijn voor voortgezet verblijf
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 28 februari 2018 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De betrokkene, geboren in 1973, verbleef op dat moment buiten de instelling na voorwaardelijk ontslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor de verzochte machtiging tot voortgezet verblijf was verstreken, waardoor deze niet meer kon worden verleend. De rechtbank heeft in plaats daarvan een voorlopige machtiging afgegeven, omdat er een gevaar voor de betrokkene en haar omgeving bestond. Dit gevaar was onder andere het gevolg van een complexe angststoornis (PTSS type 2) en eerdere zelfbeschadiging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet in staat was om afspraken te maken met haar behandelaars om haar veiligheid te waarborgen, waardoor een voorwaardelijke machtiging niet mogelijk was. De voorlopige machtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 28 augustus 2018. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot een machtiging tot voortgezet verblijf afgewezen, maar heeft de voorlopige machtiging als een noodzakelijke maatregel gezien om het gevaar af te wenden.