Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
ter beschikking wordt gesteld,en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
€ 816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiseres een gebiedsverbod vorderde tegen gedaagde, haar ex-partner. Eiseres stelde dat zij ernstig door gedaagde was mishandeld en dat hij voor deze feiten was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden en TBS met voorwaarden. Eiseres vorderde dat gedaagde zich gedurende twee jaar niet in de gemeente Arnhem mocht begeven, omdat zij bang was dat hij haar zou opzoeken tijdens zijn onbegeleide verloven. Gedaagde voerde verweer en stelde dat hij geen contact met eiseres had gezocht en dat er geen spoedeisend belang was voor het gevorderde verbod.
De voorzieningenrechter overwoog dat een gebiedsverbod een ernstige inbreuk op de bewegingsvrijheid van gedaagde vormt. Er was onvoldoende bewijs dat gedaagde sinds zijn hechtenis contact met eiseres had gezocht of de intentie had om dat te doen. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat er geen noodzaak was voor een gebiedsverbod, aangezien gedaagde onderworpen was aan strafrechtelijke voorwaarden, waaronder een contactverbod met eiseres. De rechter concludeerde dat de belangen van eiseres niet opwogen tegen de belangen van gedaagde en wees de vorderingen van eiseres af. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.