In deze zaak, die op 19 januari 2017 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben eisers, bestaande uit vier broers, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, waaronder een besloten vennootschap. De eisers vorderen onder andere een verbod voor gedaagden om hun percelen te betreden en te gebruiken, alsook de verwijdering van goederen die door gedaagden op hun grond zijn geplaatst. De achtergrond van het geschil ligt in een conflict over eigendomsrechten en het gebruik van percelen die door de partijen zijn aangeschaft van hun ouders. Eisers stellen dat gedaagden zonder toestemming op hun percelen boomstammen en voertuigen hebben geplaatst, wat hen schade en hinder toebrengt. De rechtbank oordeelt dat eisers een spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen, aangezien gedaagden onrechtmatig handelen door inbreuk te maken op de eigendomsrechten van eisers. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers gedeeltelijk toe, waarbij gedaagden worden verboden de percelen van eisers te betreden en te gebruiken, en hen wordt opgedragen de aanwezige goederen te verwijderen. Tevens wordt gedaagde 1 veroordeeld om mee te werken aan het uitmeten van de erfgrenzen en het plaatsen van een erfafscheiding, waarbij de kosten voor de helft door gedaagde 1 moeten worden gedragen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.