ECLI:NL:RBGEL:2017:819
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde maatregel bijstand wegens niet verschijnen op afspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en verweerder over de verlaging van bijstandsuitkering. Verweerder had op 7 oktober 2015 besloten om de bijstand van eisers met 50% te verlagen voor de duur van een maand, omdat zij niet waren verschenen op een afspraak op 18 september 2015. Dit besluit werd door verweerder onderbouwd met de stelling dat eisers niet voldaan hadden aan hun verplichtingen onder de Participatiewet (PW), met name artikel 9, dat betrekking heeft op arbeidsinschakeling. Eisers voerden aan dat zij niet verantwoordelijk konden worden gehouden voor hun afwezigheid en dat de maatregel onterecht was opgelegd.
De rechtbank oordeelde dat de uitnodiging voor het gesprek op 18 september 2015 uitsluitend gericht was op het bespreken van de rechtmatigheid van de uitkering en niet op arbeidsinschakeling. Hierdoor was er geen sprake van een schending van de verplichtingen tot arbeidsinschakeling. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet bevoegd was om een maatregel op te leggen op basis van artikel 9 van de PW, omdat de grondslag ontbrak. Bovendien werd vastgesteld dat er wel een schending van de medewerkingsverplichting was, maar dat de verordening van verweerder hiervoor geen maatregel kon opleggen.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waarbij verweerder werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eisers. De totale kosten voor rechtsbijstand werden vastgesteld op €1980,-, en het griffierecht van €46,- moest ook worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de juiste toepassing van de wet door bestuursorganen.