In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 21 november 2017 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eiser, vertegenwoordigd door haar minderjarige zoon, vorderde om het Radboud UMC te veroordelen tot afgifte van het medisch dossier van de heer [de heer A]. De eiser stelt dat haar minderjarige zoon een zwaarwegend belang heeft bij het verkrijgen van deze informatie, omdat er twijfels bestaan over de wilsbekwaamheid van [de heer A] ten tijde van het opstellen van zijn testament op 20 januari 2016. De eiser betoogt dat het medisch dossier cruciale informatie kan bevatten die kan bijdragen aan de vaststelling van de geestestoestand van [de heer A] in de relevante periode.
De voorzieningenrechter overweegt dat het beroepsgeheim van de behandelend arts kan worden doorbroken indien er voldoende zwaarwegende belangen zijn. In dit geval is het belang van de minderjarige zoon van [de heer A] om te achterhalen of zijn vader wilsbekwaam was op het moment van het opstellen van het testament, een dergelijk zwaarwegend belang. De rechter concludeert dat de eiser niet op andere wijze aan de benodigde informatie kan komen en dat de medische gegevens van belang zijn voor de beoordeling van de wilsbekwaamheid van [de heer A].
De vordering van de eiser wordt toegewezen, en het Radboud UMC wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis een afschrift van het medisch dossier aan de eiser te verstrekken. Tevens wordt Radboud UMC veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een dwangsom af, omdat verwacht mag worden dat het Radboud UMC het vonnis vrijwillig zal naleven.