ECLI:NL:RBGEL:2017:6842

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 november 2017
Publicatiedatum
28 december 2017
Zaaknummer
C/05/327487 /KG ZA 17-501
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over handelsnaamgebruik en onrechtmatige concurrentie tussen Powerlight International B.V. en ex-werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 november 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Powerlight International B.V. en een ex-werknemer, die onder een vergelijkbare handelsnaam opereert. Powerlight International vorderde een verbod op het gebruik van de handelsnaam van de gedaagde, omdat deze te veel zou lijken op de handelsnaam 'Key Light', die door Powerlight wordt gebruikt. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de handelsnamen auditief overeenstemmen, er geen verwarring bij het relevante publiek te duchten is, omdat de begripsmatige en visuele verschillen significant zijn. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde onrechtmatig handelt door zijn handelsnaam te gebruiken, gezien zijn eerdere functie bij Powerlight en de mogelijkheid van verwarring bij klanten. De vorderingen van Powerlight om het gebruik van de handelsnaam te staken en de handelsnaam uit het handelsregister te laten schrappen, werden toegewezen op basis van artikel 6:162 BW. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van €250,00 aan Powerlight, dat onterecht was ingehouden op zijn salaris. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/327487 / KG ZA 17-501
Vonnis in kort geding van 17 november 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POWERLIGHT INTERNATIONAL B.V., H.O.D.N.
KEY LIGHT,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nijkerk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. G.G.A.J.M. van Poppel te Utrecht,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie], H.O.D.N.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
wonende te Nijkerk,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. E.N. Mulder te Nijkerk Gld.
Partijen zullen hierna Powerlight International en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met productie 1 tot en met 11
  • de nagezonden productie 12 van Powerlight International
  • de nagezonden productie 13 van Powerlight International
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie met productie 1 tot en met 11 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de nagezonden productie 12 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de mondelinge behandeling van 3 november 2017
  • de pleitnota van Powerlight International
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie

2.1.
Powerlight International is volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel een groothandel in onder andere verlichtingsartikelen. Key-Light International B.V. is een onderneming die zich volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel bezig houdt met het (laten) produceren van verlichting en verlichtingsarmaturen.
2.2.
Zowel Powerlight International als Key-Light International B.V. zijn gevestigd aan de Patroonstraat 11 in Nijkerk. In het handelsregister staat de naam Key-Light International als een van de handelsnamen van Powerlight International vermeld.
2.3.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is medio 2001 bij Powerlight International in dienst getreden als Office Manager. Vanaf een zeker moment is hij verder als Sales Manager werkzaam geweest. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft op (onder andere) 30 juni 2015 een zogenaamde Quotation, een offerte, aan het bedrijf [naam bedrijf] gestuurd. Op dit document staat de naam Keylight International vermeld. Onderaan iedere pagina van het document staat vermeld:
‘(…) Keylight International is a trading name of Powerlight International B.V.’
2.4.
Op 27 mei 2016 is de domeinnaam www. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geregistreerd. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft deze domeinnaam op enig moment overgenomen.
2.5.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft op 15 september 2016 vanuit zijn Powerlight International account een e-mailbericht aan de heer [naam] , werkzaam bij [naam bedrijf 2] gestuurd. In de disclaimer onderaan dit e-mailbericht staat een uitgebreide uitleg over Keylight vermeld.
2.6.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft zijn dienstverband met Powerlight International bij brief van 29 april 2017 opgezegd tegen 1 juni 2017.
2.7.
Powerlight International heeft in reactie op de opzegging aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onder meer bij brief van 2 mei 2017 bericht dat het non-concurrentiebeding als opgenomen in zijn arbeidsovereenkomst geldt en dat het hem op basis daarvan niet is toegestaan binnen een straal van 25 kilometer rondom de vestiging van Powerlight International concurrerende werkzaamheden uit te voeren. In de brief is aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tevens medegedeeld dat hij gedurende de resterende looptijd van het dienstverband (tot 1 juni 2017) is vrijgesteld van werkzaamheden.
2.8.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft bij het einde van zijn dienstverband niet direct de stekker behorend bij de oplader van zijn werktelefoon bij Powerlight International ingeleverd. In reactie daarop heeft Powerlight International een bedrag van € 250,00 netto op het salaris van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ingehouden. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft de stekker kort daarna alsnog bij Powerlight International ingeleverd. Het ingehouden bedrag van € 250,00 is daarna niet aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uitbetaald.
2.9.
Op 1 mei 2017 heeft Powerlight International geconstateerd dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een eenmanszaak is gestart. Deze onderneming wordt gedreven onder de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en is volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel een groothandel in verlichting, die zich bezig houdt met de verkoop van verlichting armaturen, project verlichting en lichtadvies.
2.10.
Powerlight International heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] enkele keren aangeschreven om de concurrerende werkzaamheden en het gebruik van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te staken, maar [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is daartoe niet overgegaan.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Powerlight International vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te gelasten met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis het gebruik van de handelsnaam ‘ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ’, dan wel van een handelsnaam die identiek is aan of slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van ‘KEY Light’, en iedere andere handelsnaam die verwarring kan wekken met de onderneming van ‘KEY Light’, op grond van strijd met artikel 5 Handelsnaamwet althans artikel 6:162 BW, te staken en gestaakt te houden;
II [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te gelasten met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de handelsnaam ‘ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ’ uit te schrijven en uitgeschreven te houden uit de registers van het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
III [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te verbieden om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de domeinnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , alsmede het e-mailadres info@ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , die verwijzen naar de inbreuk makende handelsnaam, te gebruiken;
IV [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te gelasten met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis bij Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de opheffing van de registratie van de domeinnaam www. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] schriftelijk te verzoeken;
V te gelasten dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan Powerlight International een onmiddellijk opeisbare dwangsom zal verbeuren ter grootte van € 2.500,00 voor elke dag (een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend) dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in strijd met het onder I tot en met IV gevorderde of enig gedeelte daarvan handelt (een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend), met een maximum van € 100.000,00;
VI die voorziening te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
VII de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden na betekening van dit vonnis;
VIII [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te veroordelen in de proceskosten conform artikel 1019h Rv, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over deze kosten.
3.2.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Powerlight International te veroordelen om aan hem te voldoen een bedrag van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke verhoging vanaf 1 juni 2017, voor de vierde tot en met de achtste werkdag 5% per dag en voor de volgende werkdag 1%, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan, alsmede de wettelijke rente vanaf 1 juni 2017, althans met ingang van een datum die de voorzieningenrechter redelijk acht, met veroordeling van Powerlight International in de werkelijke proceskosten, waaronder begrepen de nakosten en de wettelijke handelsrente.
3.5.
Powerlight International voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

in conventie

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende uit de stellingen van Powerlight International voort.
4.2.
Powerlight International vordert in deze procedure kort gezegd een verbod voor [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] om een onderneming in de verlichtingsbranche te drijven onder de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Powerlight International legt aan deze vordering ten grondslag dat de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] teveel lijkt op één van haar handelsnamen, te weten Key Light, zodat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met het voeren van die naam onder het relevante publiek verwarring zaait en daarom in strijd handelt met artikel 5 Handelsnaamwet (Hnw), zodat hij het gebruik van die handelsnaam dient te staken. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert verweer en voert in dat verband allereerst aan dat Key Light geen handelsnaam van Powerlight International is, althans dat hij daarmee niet bekend is. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert aan dat Key Light International B.V. een andere vennootschap is die niet dezelfde activiteiten ontplooit als zijn eenmanszaak [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , zodat van verwarringsgevaar en daarmee een handelsnaaminbreuk geen sprake is en de vordering tot staking van het gebruik van de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient te worden afgewezen. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vindt in Key-Light International B.V. de productie van verlichtingsartikelen plaats onder de naam Key Light, terwijl de verhandeling daarvan geschiedt door Powerlight International maar niet onder de naam Key Light.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt dat zowel Powerlight International B.V. als Key-Light International B.V. afzonderlijk van elkaar staan ingeschreven. Vaststaat dus dat dit twee verschillende ondernemingen zijn. Uit het uittreksel van Powerlight International volgt echter dat zij meerdere handelsnamen voert, waaronder de handelsnaam Key-Light International, en dat zij (ook) onder die naam als groothandel in onder andere verlichtingsartikelen optreedt. Dat Powerlight International zich ook werkelijk van de handelsnaam Key-Light International bedient, volgt (onder meer) uit een namens haar aan een klant verzonden en in deze procedure ingebrachte ‘quotation’ waarop de naam Key-Light International als afzender staat vermeld alsmede dat Key-Light International een handelsnaam is van Powerlight International. Hieruit valt tevens af te leiden dat de onderneming handelend onder de naam Key-Light International niet dezelfde vennootschap is als Key-Light International B.V., waarvan overigens ter zitting (anders dan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stelt) voldoende aannemelijk is gemaakt dat deze vennootschap al enkele jaren in het geheel geen activiteiten meer ontplooit. Volgens Powerlight International vindt thans zowel de productie als de verhandeling plaats binnen Powerlight International en wordt afhankelijk van het soort klant de naam Key-Light International of Powerlight International gebruikt. Dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ook op de hoogte was van het feit dat Key-Light International door Powerlight International als handelsnaam wordt gebruikt volgt uit het feit dat hij de voornoemde quotation namens Powerlight International heeft opgesteld, althans heeft verzonden en hij daarnaast ook e-mailberichten vanuit zijn Powerlight International account aan klanten heeft gestuurd waarin de disclaimer van het bericht uitgebreid ingaat op Key-Light International. In de gegeven omstandigheden moet er daarom van worden uitgegaan dat Key-Light International een handelsnaam van Powerlight International is en dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daarmee ook bekend was en is.
4.4.
Op de voet van artikel 5 Handelsnaamwet (Hnw) is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen is te duchten. Ten aanzien van het onderscheidend vermogen is kenmerkend voor het handelsnaamrecht dat daaraan lage eisen worden gesteld. In beginsel komt iedere aanduiding, ook indien beschrijvend, mits als handelsnaam gevoerd, voor bescherming in aanmerking. Volgens vaste jurisprudentie wordt de grens van bescherming van beschrijvende handelsnamen wel bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van algemeen beschrijvende woorden, zodanig dat andere die niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding van hun onderneming. Met inachtneming hiervan, wordt het volgende overwogen.
4.5.
Tussen partijen staat vast dat Powerlight International de handelsnaam Key-Light International eerder voerde dan dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gebruik is gaan maken van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Powerlight International voert deze naam immers al sinds 2002, terwijl [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in 2017 is opgericht. De vraag die thans voorligt is daarom of de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in zodanig geringe mate van de handelsnaam KEY-Light International afwijkt, dat verwarring tussen de ondernemingen is te duchten en sprake is van een inbreuk als bedoeld in voornoemd artikel. De handelsnamen Key-Light International en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bevatten beiden het woord ‘Light’. Dit is een Engelstalig woord en betekent in het Nederlands vertaald ‘licht’. Nu vaststaat dat beide ondernemingen zich (met name) richten op de verkoop van verlichting, betreft dit woord een zuiver beschrijvend element van de handelsnamen. Aan dit woord komt in dat verband geen bijzondere betekenis toe en het gebruik daarvan kan daarom niet aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden ontzegd. Ook aan het Engelstalige woord ‘International’ in de handelsnaam Key-Light International komt om dezelfde reden geen bijzondere betekenis toe. Dit Engelstalige woord betekent in het Nederlands vertaald zoveel als ‘internationaal’ en duidt dan ook enkel op de omstandigheid dat Powerlight International kennelijk bereid is om ook buiten de landsgrenzen van Nederland als groothandel verlichting te leveren. Dit is een veel voorkomend, beschrijvend en daarom niet onderscheidend gedeelte van de handelsnaam.
4.6.
Wat van de twee handelsnamen resteert, zijn de Engelstalige woorden ‘key’ en ‘we’. Partijen zijn het erover eens dat deze woorden op elkaar rijmen en aldus auditief met elkaar overeenstemmen. Indien de woorden hardop worden uitgesproken is de klank daarvan (nagenoeg) dezelfde. De woorden ‘key’ en ‘we’ stemmen begripsmatig echter niet overeen. Het woord ‘key’ betekent in het Nederlands vertaald ‘sleutel’, terwijl het woord ‘we’ in het Nederlands staat voor ‘wij’. Nog afgezien van dit begripsmatige verschil, zijn de woorden ook louter beschrijvend van aard en komt daaraan op zichzelf geen bijzondere betekenis toe. Daarnaast wijken de twee woorden ook in visueel opzicht van elkaar af, in die zin dat de woorden ondanks de gelijkluidende klank op van elkaar afwijkende wijze worden gespeld. Hoewel de beide ondernemingen wel binnen dezelfde branche actief zijn en geografisch gezien relatief dicht bij elkaar zijn gevestigd, en zij daarnaast ook beide via hun websites (in ieder geval) de gehele Nederlandse markt bedienen, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat bij het relevante publiek, te weten de markt van (in)kopers van verlichtingsartikelen, gezien de aard van de handelsnamen reeds door het gebruik daarvan verwarring tussen de ondernemingen Powerlight International en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is te duchten. Vanwege het gebruik van het woord ‘Light’- dat een heel gewoon woord is dat in vele (handels)namen beschrijvend wordt gebruikt - valt niet aan te nemen dat het bedrijf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] direct geassocieerd zal worden met dat van Powerlight International, terwijl het gebruik van ‘we’ alleen auditief, maar niet begripsmatig of visueel overeenstemt met ‘key’ en daarom ook in de combinatie met ‘light’ niet als zodanig associatie en dus verwarring oproept met het bedrijf van Powerlight International. Voorshands geoordeeld is dan ook niet aan het vereiste van artikel 5 Hnw voldaan, zodat de vordering tot staking van het gebruik van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op deze grond niet kan worden toegewezen.
4.7.
Met het gebruik van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] handelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] echter wel in algemene(re) zin onrechtmatig jegens Powerlight International. In dat verband is van belang dat de meest onderscheidende bestanddelen van beide handelsnamen zoals gezegd auditief overeenstemmen en daarom hetzelfde klinken. Enige mate van associatie tussen de ondernemingen bij het publiek kan daarom niet worden uitgesloten. Daarbij komt echter dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , voordat hij zijn eenmanszaak met de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] oprichtte, ruim vijftien jaar in dienst van Powerlight International heeft gewerkt. Vaststaat dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in die periode in de uitvoering van zijn functie jarenlang ook sales werkzaamheden heeft verricht en een (omvangrijk) klantenbestand bediende waarvoor hij als contactpersoon optrad. Aannemelijk is dan ook dat relaties van Powerlight International de naam van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] associëren met Powerlight International en ook met verlichting die onder de naam Key Light wordt verhandeld. Aldus bestaat juist door de persoon van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] als ex-werknemer van Powerlight International potentieel wel verwarring bij klanten van Powerlight International. De keuze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] om vervolgens dezelfde soort verlichting en werkzaamheden binnen dezelfde (verlichtings)branche en aan hetzelfde publiek/dezelfde relaties van Powerlight International aan te bieden, maar dan niet langer met gebruikmaking van de handelsnaam Key-Light International maar handelend onder de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , moet derhalve als aanhakend aan Powerlight International en daarmee als onrechtmatig jegens haar worden aangemerkt. De stelling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dat hij de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet met dat oogmerk heeft gekozen, maakt dat niet anders, nu voor de beoordeling in deze kort gedingprocedure enkel de gekozen handelsnaam van belang is en niet de wijze waarop die keuze tot stand is gekomen.
4.8.
Dit alles leidt tot de slotsom dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het gebruik van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op de voet van artikel 6:162 BW dient te staken en gestaakt dient te houden. Nu [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen gebruik meer van deze handelsnaam mag maken voor de uitoefening van dezelfde activiteiten als Powerlight International en deze handelsnaam enkel voor die activiteiten in het handelsregister staat ingeschreven, zal ook de vordering tot uitschrijving van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel worden toegewezen. In het verlengde daarvan zal ook het gevorderde verbod op het gebruik van het e-mailadres info@ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] alsmede de website www. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden toegewezen. Nu de website enkel ziet op de huidige activiteiten die de onderneming [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] exploiteert en het [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet is toegestaan deze activiteiten onder de naam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uit te oefenen, zal ook de vordering tot het indienen van een verzoek tot verwijdering van deze domeinnaam worden toegewezen. De termijnen waarbinnen deze handelingen dienen te worden uitgevoerd zijn als na te melden.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal op de voet van artikel 611a Rv worden toegewezen als na te melden.
4.10.
Nu de gevorderde staking van het gebruik van de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet op basis van artikel 5 Hnw wordt toegewezen maar op basis van artikel 6:162 BW, bestaat geen belang bij toewijzing van een termijn waarbinnen Powerlight International een bodemzaak aanhangig moet maken als bedoeld in artikel 1019i Rv. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.11.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente, worden veroordeeld. Gelet op de zojuist genoemde grondslag voor toewijzing van de gevorderde staking, zal voor de berekening van de hoogte van het salaris voor de advocaat van Powerlight International worden aangesloten bij het gebruikelijke liquidatietarief in plaats van de gevorderde werkelijke kosten voor juridische bijstand als bedoeld in artikel 1019h Rv. Met inachtneming daarvan, worden de proceskosten aan de zijde van Powerlight International tot op heden begroot op:
  • explootkosten € 80,42
  • griffierecht € 618,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.514,42
4.12.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.
in reconventie
4.13.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert in reconventie veroordeling van Powerlight International tot betaling van € 250,00. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] legt aan deze vordering ten grondslag dat Powerlight International bij het einde van zijn dienstverband per 1 juni 2017 een bedrag van € 250,00 netto op zijn salaris heeft ingehouden vanwege een niet geretourneerde stekker van een telefoonoplader en dat, nu deze stekker direct daarna alsnog is ingeleverd, dit bedrag alsnog aan hem dient te worden betaald. Powerlight International voert geen inhoudelijk verweer, maar beroept zich op de onbevoegdheid van de voorzieningenrechter om van deze vordering kennis te nemen, omdat de geldsom achterstallig loon betreft en aan de kantonrechter zou moeten worden voorgelegd.
4.14.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Artikel 254 Rv bepaalt dat in
alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, de voorzieningenrechter bevoegd is deze te geven. In zaken die ten gronde door de kantonrechter worden behandeld en beslist is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van een voorziening als in deze afdeling bedoeld. Op basis van dit artikel is aldus de voorzieningenrechter ook bevoegd in zogenaamde aardzaken die in een bodemprocedure door de kantonrechter zouden moeten worden beoordeeld, zodat het bevoegdheidsverweer niet opgaat. Powerlight International heeft de vordering tot betaling van € 250,00 inhoudelijk niet weersproken. Nu daarom als vaststaand moet worden aangenomen dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de stekker van de telefoonoplader alsnog bij Powerlight International heeft ingeleverd en er daarom geen grond bestaat voor inhouding van enig bedrag op het salaris van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , zal de vordering strekkende tot betaling van
€ 250,00, vermeerderd met wettelijke rente, worden toegewezen. Aangezien het hier om loon gaat dat zonder goede grond is ingehouden, heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voldoende spoedeisend belang, terwijl de vordering wel vast staat.
4.15.
De gevorderde wettelijke verhoging zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:625 BW eveneens worden toegewezen als na te melden.
4.16.
Powerlight International zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 287,00
  • salaris advocaat
Totaal € 695,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis het gebruik van de handelsnaam ‘ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ’ te staken en gestaakt te houden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de handelsnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uit te schrijven en uitgeschreven te houden uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel,
5.3.
verbiedt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de domeinnaam www. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , alsmede het e-mailadres info@ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , te gebruiken,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis bij Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de opheffing van de registratie van de domeinnaam [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] schriftelijk te verzoeken,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500,00 per dag (een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend) dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in strijd met de bovenstaande veroordelingen handelt, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Powerlight International tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.514,42, waarin begrepen € 816,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening,
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Powerlight International volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,
5.8.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders in conventie gevorderde af,
in reconventie
5.10.
veroordeelt Powerlight International om te betalen aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
€ 250,00, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% als bedoeld in artikel 7:625 BW en met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening,
5.11.
veroordeelt Powerlight International tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 695,00, waarin begrepen € 408,00 aan salaris advocaat,
5.12.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier [naam griffier] op 17 november 2017.