ECLI:NL:RBGEL:2017:5945
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van omgevingsvergunning voor biomassacentrale wegens onvoldoende motivering en bescherming van het milieu
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 november 2017 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning voor de oprichting van een biomassacentrale. De rechtbank heeft de vergunning vernietigd omdat de verweerder, het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de opgelegde maatwerkvoorschriften niet strenger zijn, gezien het milieueffectrapport (MER) en een eerder verleende vergunning voor dezelfde inrichting. De rechtbank oordeelt dat de beperkte beschrijving van de werking van de inrichting en de relatief ruime normen onvoldoende waarborgen bieden voor de bescherming van het milieu.
De zaak begon met een besluit van 1 juni 2015, waarbij vergunninghoudster een omgevingsvergunning werd verleend. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Na een aantal wijzigingen in de besluiten, waaronder de vervanging van het eerste besluit door een tweede besluit op 14 februari 2017, heeft eiseres opnieuw beroep ingesteld tegen de maatwerkvoorschriften die bij het derde besluit zijn opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten niet voldoen aan de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd, met de opdracht aan verweerder om opnieuw te beslissen op de aanvraag van vergunninghoudster, rekening houdend met de uitspraak. De rechtbank heeft ook bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.