Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De beslissing
Spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 16 oktober 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige militair, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een persoon die in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen die de verdachte op 8 september 2016 in Baumholder, Duitsland, zou hebben gepleegd met de aangeefster, die volgens de officier van justitie niet in staat was haar wil kenbaar te maken of weerstand te bieden.
Tijdens de zitting op 2 oktober 2017 heeft de officier van justitie betoogd dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, onder andere door de verklaring van de aangeefster en ondersteunende getuigenverklaringen. De verdachte heeft echter een andere lezing van de gebeurtenissen gegeven, waarin hij stelde dat de aangeefster wakker was en toestemming had gegeven voor de seksuele handelingen. De militaire kamer heeft de verklaringen van beide partijen zorgvuldig gewogen.
De militaire kamer heeft vastgesteld dat de aangeefster weliswaar seksuele handelingen heeft ondergaan, maar dat er onvoldoende bewijs was dat zij zich in een staat van bewusteloosheid of verminderd bewustzijn bevond op het moment van de handelingen. De militaire kamer heeft geconcludeerd dat de handelingen plaatsvonden toen de aangeefster wakker was en in staat was om weerstand te bieden. Daarom heeft de militaire kamer de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, omdat niet bewezen kon worden dat hij handelingen heeft verricht met iemand die in een staat van bewusteloosheid verkeerde.