1.4Op 28 januari 2015 heeft [betrokkene] bij verweerder gemeld dat hij vanaf 30 november 2014 ziek is en dat zijn contract op 30 november 2014 eindigt
.Bij het primaire besluit heeft verweerder aan [betrokkene] met ingang van 2 december 2014 een ZW-uitkering toegekend. Verweerder heeft eiser bij brief van 6 oktober 2015 een kopie van het primaire besluit toegezonden, omdat [betrokkene] door verweerder als een (ex)werknemer van eiser werd aangemerkt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Eiser stelt [betrokkene] niet te kennen en nooit medewerkers in dienst te hebben gehad.
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd dat op grond van de verweerder ter beschikking staande gegevens terecht is geconcludeerd dat er sprake was van een dienstverband tussen eiser, handelend onder de naam [bedrijf], als werkgever, en [betrokkene] als werknemer. De door eiser aangeleverde informatie heeft geen wijziging gebracht in dit standpunt.
3. Eiser stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is geweest van een dienstverband tussen hem en [betrokkene]. Volgens eiser is de handtekening onder de tussen [bedrijf] en [betrokkene] gesloten arbeidsovereenkomst niet van hem. Eiser zegt enkel zijn medewerking te hebben verleend aan het inschrijven van [bedrijf] als eenmanszaak op zijn naam bij de KvK, met het vooruitzicht een vergoeding per verkocht appartement en een eenmalige vergoeding bij verkoop van [bedrijf] door [betrokkene] te ontvangen. De feitelijke werkzaamheden binnen het bedrijf werden volgens eiser verricht door [betrokkene]. Eiser stelt zich nooit met de bedrijfsactiviteiten te hebben bemoeid en ook niet op de hoogte te zijn geweest van het bestaan van werknemers. Volgens eiser heeft [betrokkene] hem benaderd naar aanleiding van een advertentie van eiser op speurders.nl, waarin hij vroeg om een investeerder die hem kon helpen met een lening in verband met zijn schulden als gevolg van een brand in zijn bakkerij. Volgens eiser wilde [betrokkene] een onderneming starten, gericht op de verkoop van appartementen in Marbella, Spanje en stelde hij voor om de inschrijving op eisers naam te doen, omdat hij op zijn eigen naam geen onderneming kon inschrijven. Eiser zou vervolgens daarvoor een vergoeding krijgen. Volgens eiser zou het bedrijf na een paar maanden worden verkocht aan een derde, met wie [betrokkene] dan verder zou gaan. Volgens eiser had [betrokkene] het formulier bestemd voor de inschrijving bij de KvK al helemaal digitaal ingevuld, voordat hij zich bij de KvK inschreef. Eiser stelt een handtekening onder het formulier te hebben gezet, zonder de door [betrokkene] ingevulde gegevens te controleren. Volgens eiser heeft [betrokkene] nooit met hem gesproken over werknemers of hem voor het in dienst nemen van werknemers toestemming te hebben gevraagd.
4. Niet betwist wordt dat verweerder terecht en op goede gronden aan [betrokkene] een ZW-uitkering heeft toegekend. In geschil is alleen of eiser in persoon als (ex)werkgever en hiermee als belanghebbende bij het besluit tot toekenning van de ZW-uitkering dient te worden aangemerkt.
5. Artikel 9 van de ZW bepaalt dat de werkgever de overheidswerkgever is onderscheidenlijk de natuurlijke persoon tot wie of het lichaam tot welk een of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan.