Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
zoveel mogelijk de wijzigingen voorkomend uit de Nota’s van Inlichtingen verwerkt”.
de rechtbank). Op uw verzoek mailden wij u voorafgaand aan dit overleg een gespecificeerd overzicht van de financiële consequenties voor ons als Regiecentrum van Regiotaxi Gelderland als gevolg van de volumedaling.
9,87%van het vervoersvolume. De in passage C.2 van het bestek genoemde 20%-drempel wordt derhalve niet gehaald.
Indien de combinatie van maatregelen gedurende de eerste drie contractjaren leidt tot een afname van het vervoersvolume per jaar van meer dan 20%per perceel, kunnen partijen met elkaar in overleg treden als ze daartoe aanleiding zien. Als referentie geldt voor 2013 de beschreven ontwikkelingper perceel.Tot twee keer toe staat dus
in het Bestek Callcenter“
per perceel”.Duidelijk is dus dat ook voor het callcenter de volumeafname per perceel moet worden bezien.
binnen 14 dagen na hedenonvoorwaardelijk en onherroepelijk bereid te verklaren om conform § C.2 van het bestek met RVC in overleg te treden over de omvang van een redelijke compensatie. De gekozen formulering dient zodanig te zijn dat daaruit geen enkele onduidelijkheid of misverstand kan voortvloeien ten aanzien van het feit dat de Provincie RVC redelijke compensatie zal bieden en dat over de omvang daarvan redelijk overleg wordt gevoerd. Enkel voor het geval niet reeds sprake zou zijn van verzuim stel ik de Provincie namens RVC bij deze in gebreke en dient voorgaand verzoek tevens beschouwd te worden als aanmaning als bedoeld in artikel 6:82 BW om § C.2 van het bestek na te komen. Onduidelijkheden dan wel voorbehouden leiden ertoe dat aan deze aanmaning niet voldaan wordt. In dat geval zal RVC die mededeling tevens opvatten als (nogmaals) een mededeling van de Provincie waaruit RVC moet afleiden dat de Provincie in de nakoming van haar verplichting zal tekortschieten, zoals bedoeld in artikel 6:83 sub c BW. Een en ander zou meebrengen dat de Provincie in ieder geval vanaf 14 dagen na heden in verzuim komt te verkeren, voor zover niet reeds sprake is van verzuim.
3.Het geschil
4.De beoordeling
het callcenter(enkelvoud), waarbij in § B.2 letterlijk wordt vermeld
het perceel callcenter.
het callcenterde in die paragraaf opgenomen passages met betrekking tot de reismogelijkheden in het geautomatiseerde systeem moet kunnen verwerken en op basis van die informatie de ritgegevens moet vaststellen en doorsturen aan
de vervoerders. In § C.4.2 (Vervoersgebied) wordt vervolgens opgemerkt dat het vervoersgebied bestaat uit het grondgebied van de gemeenten binnen een perceel (bijlage 4) en een aantal OV-zones erom heen en
dat er een aantal afwijkingen geldt voor de percelen Stedendriehoek en Achterhoek.
het callcenterinzichtelijk dient te hebben hoeveel ritten
per vervoersperceelin een tijdblok zijn gereserveerd. In § C.8.2 is opgenomen dat voor ritten vanaf een aantal ziekenhuizen, stations of mogelijk andere drukke afspreekpunten binnen een vervoersperceel een vooraanmeldtijd geldt van 15 minuten. Betreffende ritten worden door
het callcenterop 15 minuten ingeboekt. Vervolgens is per perceel een aantal specifieke locaties opgesomd.
Daarna geldt als referentie het vervoersvolume in het voorgaande jaar.”De Provincie handhaaft echter wel de zinsnede “
Als referentie geldt voor 2013 de beschreven ontwikkeling per perceel.”,waarna vervolgens meteen een verduidelijking volgt: “
M.a.w. als het vervoervolume niet lager is in enig jaar dan de prognose minus 20% kan een inschrijver geen aanspraak maken op compensatie.”
een afname van het vervoersvolume per jaar van meer dan 20% per perceel”aldus moet worden opgevat dat slechts aan de voorwaarde uit de betreffende bepaling wordt voldaan indien er zowel in 2013, 2014 als in 2015 sprake is geweest van een afname van 20% van het vervoersvolume. De woorden ‘per jaar’ brengen naar normaal spraakgebruik met zich mee dat ieder jaar sprake moet zijn van een daling van 20%, aldus de Provincie.
M.a.w. als het vervoervolume niet lager is in enig jaar dan de prognose minus 20% kan een inschrijver geen aanspraak maken op compensatie”, en met name uit de woorden ‘enig jaar’, kan juist worden afgeleid dat per jaar moet worden gekeken naar de omvang van de daling. Een andersluidende uitleg zou ook tot het ongewenste resultaat leiden dat bij een afname van het vervoersvolume van 19% in één van de jaren 2013, 2014 of 2015, terwijl de twee andere jaren wel een afname van meer dan 20% laten zien, RVC desondanks geen beroep kan doen op de overlegbepaling. Dat kan in alle redelijkheid niet de bedoeling zijn geweest.
kunnen partijen met elkaar in overleg treden als ze daartoe aanleiding zien”kan hierbij niet zo worden uitgelegd dat de Provincie ondanks een afname van het vervoersvolume van meer dan 20% in enig jaar eenzijdig van overleg kan afzien omdat zij daartoe geen aanleiding ziet. Dan zou sprake zijn van een zinledige bepaling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft RVC in dit verband dan ook met juistheid gesteld dat een inschrijver geen kostencalculatie kan maken en verantwoord een prijs kan offreren wanneer volumedalingen die voor haar rekening komen onbegrensd zijn. Juist door het opnemen van een dergelijke overlegbepaling wordt dat risico begrensd. Een andere uitleg zou in strijd zijn met de in het aanbestedingsrecht geldende beginselen van proportionaliteit, gelijkheid en transparantie, indien zoals de Provincie betoogt, zij het geheel in eigen hand zou hebben of en zo ja met wie zij bereid zou zijn over compensatie in gesprek te gaan.
5.De beslissing
18 oktober 2017voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 4.27,