In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft eiser, een particulier, een kort geding aangespannen tegen Euroship Jachtbouw B.V., een jachtbouwbedrijf. De procedure betreft een vordering tot betaling van een bedrag van € 19.051,91 en de afgifte van een originele bankgarantie. Eiser stelt dat Euroship hem heeft vrijgewaren voor resterende betalingen aan een derde partij, [naam 1], die executoriaal derdenbeslag heeft gelegd op zijn vordering op Euroship. De partijen hebben eerder een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin onder andere is afgesproken dat eiser een bedrag van € 100.000,- aan Euroship zou betalen en dat Euroship de bankgarantie zou retourneren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Euroship de bankgarantie aan eiser overhandigd, waardoor deze vordering is afgewezen. De vordering tot betaling van € 19.051,91 is echter afgewezen omdat de voorzieningenrechter oordeelt dat de vrijwaringsplicht van Euroship niet zo ver gaat dat zij dit bedrag zonder dat eiser daartoe is genoodzaakt, aan [naam 1] moet betalen. In reconventie vordert Euroship dat eiser alle verwijzingen naar het geschil op zijn website verwijdert. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser deze verplichting heeft en wijst de vordering tot verwijdering toe, met een dwangsom van € 1.000,00 per dag bij niet-naleving.