Uitspraak
(de rechtbank begrijpt: [naam 2] , [slachtoffer] , [naam 1] en [naam 3] )tegen hem was. Stemmen in zijn hoofd zeiden hem dat zij hem wilden vermoorden en vergiftigen. Op de ochtend van het feit zeiden de stemmen in zijn hoofd dat zijn schoonfamilie hem wilde uitleveren en dat hij daar wat aan moest doen. De stemmen zeiden hem “vermoord ze, vermoord ze”. Verdachte zegt dat hij ertegen vocht, maar dat het op een zeker moment voelde alsof hij een klap tegen zijn hoofd kreeg. Vanaf dat moment weet verdachte niet meer wat hij gedaan heeft. De stemmen bleven maar schreeuwen en verdachte zag allemaal bloed. [15]
- [slachtoffer] op 16 juli 2016 dood in de slaapkamer is aangetroffen met een mes tussen haar borsten;
- verdachte direct nadat het dodelijk letsel aan [slachtoffer] was toegebracht in die slaapkamer aanwezig is geweest;
- veel bloed in de slaapkamer is waargenomen, onder meer bloedsporen die passen bij afgeworpen bloed;
- er bloed zat op de kleding die verdachte ten tijde van en direct na het feit droeg;
- bloed is aangetroffen in de auto waarin verdachte direct na het feit als bestuurder heeft plaatsgenomen;
- verdachte stemmen in zijn hoofd hoorde die hem opdroegen zijn schoonfamilie te vermoorden;
- verdachte flitsen van bloed, huilende kinderen en geschreeuw na het feit zag;
3.Bewezenverklaring
of omstreeks16 juli 2016 te Maasbommel, gemeente West Maas en Waal, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
een of meerdere malenmet een mes,
althans met een (dergelijk) scherp voorwerp, in het
(boven
-)lichaam van die [slachtoffer] te steken
en/of te snijden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de maatregel
- [naam 3] : € 47.138,38 (bestaande uit € 2.138,38 materiële schade, € 20.000,00 affectieschade en € 25.000,00 shockschade);
- [naam 2] : € 143.693,99 (bestaande uit € 98.693,99 materiële schade, € 20.000,00 affectieschade en € 25.000,00 shockschade);
- [naam 1] : € 42.575,00 (bestaande uit € 75,00 materiële schade, € 17.500,00 affectieschade en € 25.000,00 shockschade);
- [naam 9] : € 25.000,00 (bestaande uit shockschade).
haarpensioen dan wel bijvoorbeeld tot hervatting van haar werkzaamheden na herstel van de PTSS-klachten – is de rechtbank van oordeel dat deze schadepost onvoldoende is onderbouwd. Nu voor het overige ook gegevens met betrekking tot het inkomen van de benadeelde partij zelf en de uitgaven ontbreken, ziet de rechtbank evenmin voldoende aanknopingspunten om deze toekomstige schade te begroten. Op grond van al dit voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een nader onderzoek naar onderliggende en aanvullende gegevens een onevenredige belasting voor het strafproces zou opleveren. Zij zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in dit onderdeel van de vordering.
ECLI:NL:GHARL:2017:1544en rechtbank Gelderland d.d. 6 juni 2017,
ECLI:NL:RBGEL:2017:3007).
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
verdachte niet strafbaaren
ontslaatverdachte voor het
subsidiair tenlastegelegdevan alle
rechtsvervolging;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het subsidiaire feit tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het subsidiaire feit tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het subsidiaire feit tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het subsidiaire feit tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.