Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij in of omstreeks de periode van 31 augustus 2013 tot en met 04 september 2013 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk (en met voorbedachte rade) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft zij, verdachte opzettelijk (en met voorbedachte rade)
zij in of omstreeks de periode van 31 augustus 2013 tot en met 04 september 2013 te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland, het lijk van [slachtoffer] heeft/hebben begraven en/of verbrand en/of vernietigd en/of verborgen en/of weggevoerd en/of weggemaakt met het oogmerk om het feit of de oorzaak van het overlijden te verhelen door
Standpunten
Recht op een eerlijk proces
Vrijspraak van de onder 1 impliciet primair tenlastegelegde moord
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
- de camerabeelden die zijn genomen vanaf een flat met zicht op de woning van [getuige 1] ;
- de zendmastgegevens van de telefoon van [slachtoffer] ;
- de camerabeelden van de Albert Heijn;
- de pingegevens van [getuige 1] ;
- de camerabeelden van [getuige 1] ’s werkgever;
- de verklaringen van zijn collega’s;
- de camerabeelden van de Autoradam;
- de WhatsAppberichten tussen [getuige 1] en [slachtoffer] ;
- de verklaring van de moeder van [getuige 1] ;
- de door verbalisanten in de wasmand aangetroffen werkkleding.
Bewezenverklaring
zij in op 31 augustus 2013 te [plaats] opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft zij, verdachte opzettelijk die [slachtoffer] gewurgd ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;
zij in de periode van 31 augustus 2013 tot en met 1 september 2013 te [plaats] en/of [plaats] , het lijk van [slachtoffer] heeft verborgen en weggevoerd met het oogmerk om het feit, het overlijden, te verhelen door
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
geslepen en koelbloedig te werk gegaan door de woning schoon te maken, het lichaam met haar eigen auto te vervoeren naar een bosgebied en het lichaam daar in een greppel achter te laten”.
Weten wat er is gebeurd, weten hoe het zover heeft kunnen komen, weten hoe de laatste momenten van [slachtoffer] zijn verlopen. (…) Het zou ons helpen bij de verwerking van ons verdriet en onze strijd om verder te leven”.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 11.554,36 (elfduizend vijfhonderdvierenvijftig euro en zesendertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 11.554,36 (elfduizend vijfhonderdvierenvijftig euro en zesendertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
92 (tweeënnegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 1.146,71 (duizend honderdzesenveertig euro en eenenzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.146,71 (duizend honderdzesenveertig euro en eenenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 1.206,00 (duizend tweehonderdzes euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.206,00 (duizend tweehonderdzes euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.