Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Stichting Binnenstadmanagement Arnhem,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 september 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 1 februari 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
vooralsnogniet aan SBA beschikbaar wordt gesteld en de betaling daarvan is
opgeschortevenals de betaling van de bevoorschotting van de gemeentelijke subsidie van € 50.000,- voor 2015. De Gemeente wilde kennelijk samen met de besturen van SOFA en SBA rond de tafel om te kijken wat er moet gebeuren om de oorspronkelijke doelstellingen op korte en lange termijn vorm te kunnen geven. Zij heeft eveneens in het besluit aangegeven dat indien de betaling aan SBA in 2015 vanuit de middelen van het ondernemersfonds definitief niet zou doorgaan, het bestuur van SOFA met een bestedingsadvies voor de voor SBA gereserveerde middelen zou moeten komen. Ook in deze opmerking ligt besloten dat het geen definitief besluit betrof maar een opschorting in afwachting van nader overleg en afspraken. Dat de Gemeente het risico benoemt dat SBA mogelijk in een faillissementssituatie terecht komt, impliceert niet dat zij er rekening mee hoefde te houden dat SBA zelf binnen drie dagen na deze mededeling van opschorting een eigen aangifte tot faillietverklaring zou doen.
(80% in januari, 20% in juni)gezien de strekking van de overeenkomst en de manier waarop daar in de praktijk invulling aan werd gegeven, niet te gelden als een fatale termijn als bedoeld in 6:83 sub a BW. Ook het besluit van 27 januari 2015 kan niet worden gezien als een mededeling als bedoeld in 6:83 sub c BW. Zoals uit het hiervoor (4.7) overwogene volgt gaf de Gemeente aan de betaling op te schorten en in overleg te willen gaan over de toekomst. Dat er alsnog betaald zou gaan worden werd door de Gemeente bepaald niet uitgesloten, anders had zij niet opgenomen hoe men zou moeten handelen als
betaling aan SBA definitief niet mocht doorgaan. Vervolgens moet worden vastgesteld dat SBA na ontvangst van dit besluit geen schriftelijke ingebrekestelling aan de Gemeente heeft gestuurd waarin zij de Gemeente een termijn stelt om alsnog aan haar verplichtingen te voldoen en haar waarschuwt wat de gevolgen zijn als de Gemeente niet zou voldoen aan dat verzoek. Ter zitting heeft de curator desgevraagd aangegeven dat er in die dagen tussen 27 januari 2015 en 30 januari 2015 namens SBA informele gesprekken zijn gevoerd met de verantwoordelijk wethouder en dat daaruit voor SBA duidelijk werd dat er niets anders op zat dan het faillissement aan te vragen. Dat is allemaal niet erg concreet, maar wat daar ook van zij, het is in elk geval geen ingebrekestelling geweest zoals de wet vereist en de Gemeente is ook niet aangesproken op nakoming. Het besluit van SBA om binnen drie dagen na het besluit tot opschorting van de Gemeente eigen aangifte te gaan doen en dus de stekker eruit te trekken, moet dan ook voor haar rekening en risico blijven. Ditzelfde geldt voor de schade die als gevolg daarvan is geleden. Uit het vorenoverwogene volgt dat de vorderingen wat betreft de verklaring voor recht ten aanzien van de wanprestatie van de Gemeente voor afwijzing gereed liggen.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)