ECLI:NL:RBGEL:2017:2605

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 maart 2017
Publicatiedatum
10 mei 2017
Zaaknummer
315662
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de verhuur van roerende zaken en ontbinding van de huurovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MACH 4 METAL B.V. (hierna M4M) en N&A TRADING B.V. en SCHEEPSWERF HEEREWAARDEN B.V. (hierna gezamenlijk N&A c.s.). M4M vordert de teruggave van roerende zaken na de ontbinding van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst was gesloten op 26 mei 2014, waarbij N&A c.s. de roerende zaken gebruikten zonder huur te betalen sinds februari 2015. M4M heeft de huurovereenkomst op 2 februari 2017 ontbonden en vordert nu de teruggave van de roerende zaken, alsook een dwangsom voor het niet voldoen aan deze vordering.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de huurovereenkomst geldig is en dat N&A c.s. verplicht zijn de roerende zaken aan M4M ter beschikking te stellen. De rechter wijst erop dat de ontbinding van de huurovereenkomst op goede gronden is gebeurd, gezien het feit dat N&A c.s. sinds februari 2015 geen huur hebben betaald. De rechter gaat niet in op de vraag of de huurovereenkomst vernietigbaar is, omdat N&A c.s. dit onvoldoende hebben onderbouwd. De rechter oordeelt dat M4M een spoedeisend belang heeft bij de teruggave van de roerende zaken, gezien de lange duur van de bodemprocedure en het feit dat de roerende zaken in waarde afnemen.

De rechter beveelt N&A c.s. om binnen twee dagen na betekening van het vonnis te beginnen met de teruggave van de roerende zaken aan M4M en om medewerking te verlenen aan een veiling van deze zaken. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het niet voldoen aan deze verplichtingen. De proceskosten worden aan de zijde van M4M begroot op € 1.524,00, en N&A c.s. worden hoofdelijk in deze kosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/315662 / KG ZA 17-78
Vonnis in kort geding van 23 maart 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MACH 4 METAL B.V.,
gevestigd te Beek en kantoorhoudende te Babberich,
eiseres,
advocaat mr. J.P. Brinkman te Nijmegen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
N&A TRADING B.V.,
gevestigd te Heerewaarden,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHEEPSWERF HEEREWAARDEN B.V.,
gevestigd te Heerewaarden,
gedaagden,
advocaat mr. L.P.M. van Erp te Oss.
Eiseres zal hierna M4M genoemd worden. Gedaagden zullen hierna afzonderlijk N&A en de scheepswerf genoemd worden en gezamenlijk N&A c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 februari 2017 met producties
  • de mondelinge behandeling van 7 maart 2017
  • de pleitnota van M4M
  • de pleitnota van N&A c.s.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
M4M houdt zich onder meer bezig met de aan- en verkoop van (technische) goederen, met name in de metaalindustrie.
2.2.
De scheepswerf houdt zich onder meer bezig met de productie, fabricage en reparatie van metaal en met scheepsbouw.
2.3.
N&A is enig aandeelhouder van de scheepswerf. De bestuurders van N&A en de scheepswerf zijn de gebroeders [X] .
2.4.
De gebroeders [X] hebben een scheepsbouwbedrijf te [vestigingsplaats] en een metaalbewerkingsbedrijf te [vestigingsplaats] geëxploiteerd onder de naam [rechtspersoon A] B.V. (hierna te noemen [rechtspersoon A] ). Dat bedrijf is op 16 april 2013 failliet verklaard. Op 19 april 2013 zijn ook [rechtspersoon B] . en [rechtspersoon C] , welke vennootschappen gelieerd waren aan [rechtspersoon A] , failliet verklaard.
2.5.
M4M, Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. (hierna te noemen de holding) en de gebroeders [X] hebben vervolgens overleg gevoerd met de curator over een doorstart van de failliete ondernemingen. Dit heeft geresulteerd in een activa-overeenkomst d.d. 26 april 2013 waarbij M4M en de holding uit het faillissement van [rechtspersoon A] de roerende zaken, de goodwill en het onderhanden werk hebben gekocht voor een bedrag van € 1.632.228,50. Dit bedrag is volledig door M4M betaald.
2.6.
De betreffende roerende zaken (hierna te noemen de roerende zaken) staan vermeld in twee inventarisatie- en taxatierapporten die als bijlagen bij de activa-overeenkomst zijn gevoegd en in de onderhavige procedure als productie 5 en 6 bij dagvaarding zijn overgelegd. In de considerans van de activa-overeenkomst staat over deze rapporten onder meer het volgende vermeld:
“(..) dat er overeenstemming is bereikt om te komen tot overdracht van de zich in de eerder genoemde rapporten genoemde roerende zaken, met uitzondering van de bedfreesmachines die genoemd staan onder het kopje ‘ABN AMRO LEASE’ op pagina 14 van het taxatierapport Heerewaarden (bijlage 1), terwijl bovendien uitgesloten worden de scheepsdokken die immers registergoederen zijn.(..)”
2.7.
Gelijktijdig met het sluiten van de activa-overeenkomst is door de holding een overeenkomst gesloten voor de koop van het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen te Heerewaarden. De holding heeft deze onroerende zaken na levering verhuurd aan N&A c.s.
2.8.
Op 26 mei 2014 hebben M4M enerzijds en N&A en de scheepswerf anderzijds een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de roerende zaken, welke zaken N&A c.s. reeds vanaf eind april 2013 weer zijn gaan gebruiken ten behoeve van de exploitatie van hun bedrijf. In deze huurovereenkomst staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(..)
In aanmerking nemende:
(..)
- Verhuurder en Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V., die een samenwerkingsverband hadden in verband met een doorstart van voorheen [rechtspersoon A] B.V. en [rechtspersoon C] , hebben interesse getoond in de overname van de aan voorheen [rechtspersoon A] B.V. toebehorende roerende zaken. Daarover zijn met de curator onderhandelingen gevoerd waarbij partijen overeenstemming hebben bereikt over de overname van de goodwill en het onderhanden werk, voor zover dat betrekking heeft op de metaaldraaierij, en is tevens overeenstemming bereikt om te komen tot een overname van de roerende goederen (inventariszaken, rollend materieel en voorraden), een en ander zoals onder meer genoemd in de taxatierapporten opgesteld door NTAB in 2013, welke ten behoeve van de curator zijn opgesteld. Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. heeft vervolgens interesse getoond in de overname van het bedrijventerrein en de bedrijfsgebouwen te Heerewaarden, een en ander ook in verband met de voorgenomen doorstart door haar. Verhuurder en Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. hebben afspraken omtrent de koop vastgelegd in een activaovereenkomst met de curator d.d. 26 april 2013, partijen genoegzaam bekend.
(..)
- Daarnaast hebben verhuurder en Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V., in verband met hun
samenwerking en de voorziene doorstart door haar, afgesproken dat alle roerende goederen
(inventariszaken, het rollend materieel en de voorraden), de goodwill en het onderhanden werk, zoals
omschreven in de betreffende koopovereenkomst met de curator van 26 april 2013, na verkrijging van de curator, volledig en onbezwaard in eigendom toebehoren aan verhuurder en aldus, voor zover noodzakelijk door Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. aan verhuurder om niet zijn verkocht en geleverd, in welk kader verhuurder voor de betaling van de totaal verschuldigde koopsom aan de curator heeft zorggedragen. (..)
Komen overeen als volgt:
Artikel 1 Huurobject en bestemming
1.1
Verhuurder verklaart te hebben verhuurd aan huurder, die verklaart te hebben gehuurd van verhuurder, de volgende roerende goederen:
De complete door verhuurder gekochte inventaris welke zich bevindt in Heerewaarden en [vestigingsplaats] , zoals hier boven omschreven in de considerans hierna te noemen het gehuurde. Het onroerend goed waarop het gehuurde zich bevindt wordt nadrukkelijk niet op grond van deze overeenkomst aan huurder verhuurd. Daartoe zal huurder zelf een separate huurovereenkomst met de eigenaar van het onroerend goed dienen aan te gaan dan wel anderszins afspraken moeten maken over het gebruik van het onroerend goed.
1.2
Van het gehuurde is tussen huurder en verhuurder een aan deze huurovereenkomst gehechte of nog te hechten en door partijen getekende beschrijving van de staat van aanvaarding daarvan door huurder opgemaakt met vermelding van eventueel daarbij geconstateerde gebreken, eventueel aangevuld met fotomateriaal en/of videomateriaal
(..)
Artikel 3 Huurprijs
3.1
De huurprijs bedraagt in beginsel bij de aanvang van de huurtijd € 15.000 per maand, vermeerderd met de daarover te berekenen omzetbelasting.Per 01 Januari 2015 zal de huur bedragen € 23.590,60 per maand (totaal 120 maanden ) vermeerderd met de daarover te berekenen omzetbelasting. (..)
(..)
Artikel 4 Gebruiksvoorschriften
4.1.
Huurder is verplicht het gehuurde in overeenstemming met de bestemming ervan krachtens deze huurovereenkomst behoorlijk en zelf te gebruiken. Dat gebruik houdt onder meer in dat huurder de machines zwaarder dan 1000 kg niet mag verplaatsen zonder getekende schriftelijke toestemming van verhuurder tenzij dit binnen het huidige pand is waar de goederen zich bevinden. Verhuurder dient hier per mail op de hoogte van te worden gesteld. Huurder wordt verondersteld het gehuurde bij aanvang van de huur in goede staat en zonder gebreken te hebben ontvangen. Dit houdt in dat bij beëindiging van de
huurovereenkomst, op welke wijze dan ook, huurder het machinepark in goede staat dient terug te leveren. Huurder is er zelf voor verantwoordelijk dat hij het gehuurde op de locaties waar het gehuurde thans aanwezig is, kan gebruiken en zal daartoe, indien nodig zelf een huurovereenkomst terzake het onroerend goed aangaan. Dit is volledig en geheel voor rekening en risico van huurder.
4.2
Het is aan huurder verboden de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen of daaraan iets toe te voegen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder. Met betrekking hiertoe, en met betrekking tot eventueel door huurder overgenomen veranderingen van het gehuurde en toevoegingen aan het gehuurde, geldt verder het in 4.2.1. tot en met 4.2.8 bepaalde.
4.2.1
Tot veranderingen van of toevoegingen aan het gehuurde worden voor de toepassing van het in 4.2 en 4.2.2 tot en met 4.2.8 bepaalde in elk geval mede gerekend;
- het veranderen van de kleur van het gehuurde;
- het op enige andere wijze veranderen van het uiterlijke beeld dat het gehuurde oplevert.
- het technisch veranderen, danwel aanpassen van de machines /goederen
4.2.2
Huurder is verplicht verhuurder steeds vooraf en tijdig te informeren over elke door huurder gewenste verandering of toevoeging van of aan het gehuurde en om schriftelijke toestemming van verhuurder daartoe te vragen. (..) Huurder zal de door hem gewenste veranderingen en toevoegingen niet ter hand mogen nemen, dan na schriftelijke toestemming van verhuurder of vervangende machtiging door de rechter. Met uitsluiting van Reparaties en herstellingen welke verhuurder per mail worden medegedeeld.
(..)
4.9.1
Het is aan huurder, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder, verboden:
a het gehuurde aan enige derde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of anderszins in enige vorm van gebruik of medegebruik te geven of (de huur of het gebruik van) het gehuurde in te brengen in een vennootschap of rechtspersoon;
b het gehuurde of enig deel daarvan als onderpand op welke wijze dan ook jegens enige derde te gebruiken/verbinden of op andere wijze daarover te beschikken;
c het gehuurde of enig deel daarvan te vervoeren of te doen vervoeren buiten het perceel adres [adres 1] dan wel [adres 2] .
4.9.2
Indien huurder zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder het gehuurde aan enige derde geheel of gedeeltelijk onderverhuurt of anderszins in enige vorm van gebruik of medegebruik geeft of de huur of het gebruik van het gehuurde inbrengt in een vennootschap of rechtspersoon of danwel anderszins een vervreemding plaatsvindt, bijvoorbeeld door vererving, wordt daarmee deze huurovereenkomst van rechtswege ontbonden en is huurder aansprakelijk voor alle schade die verhuurder daardoor lijdt, inclusief alle daarbij komende kosten, waaronder de volledige kosten van juridische
bijstand.
4.9.3
Deze huurovereenkomst wordt tevens ontbonden van rechtswege op het moment dat het onroerend goed waarin het gehuurde zich bevindt, wordt verkocht of op andere wijze van eigenaar wisselt danwel vervreemd wordt, of anderszins in enige vorm van gebruik of medegebruik wordt gegeven aan derden of wordt ingebracht in een vennootschap of een rechtspersoon, anders dan een overdracht welke met toestemming van verhuurder plaatsvindt, tenzij partijen onderling met wederzijds goedvinden anders overeenkomen. Daarbij geldt tevens dat huurder volledig aansprakelijk is voor de daarmee voor verhuurder gepaard gaande schade en te maken kosten, waaronder de demontage kosten en de volledige kosten van juridische bijstand en misgelopen huurinkomsten.
4.1
Huurder heeft de goederen in werkende staat ontvangen en zal deze bij beëindiging van de
huurovereenkomst in werkende staat terugleveren, behoudens de normale slijtage.
Artikel 5 Staat van aanvaarding, voorinspectie en eindinspectie, en staat van oplevering
5.1
Met betrekking tot de staat van aanvaarding van het gehuurde bij de aanvang van deze
huurovereenkomst door huurder geldt het in 5.1.1 en 5.1.2 bepaalde.
5.1.1
Huurder verklaart het gehuurde te aanvaarden in goede staat van onderhoud. Zie artikel 4.10.
(..)
5.3
Met betrekking tot de staat van oplevering door huurder van het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst en wat daarmee verband houdt geldt het in 5.3.1 tot en met 5.3.3 bepaalde.
5.3.1
Huurder verbindt zich, behoudens een eventuele anders luidende schriftelijke overeenkomst tussen partijen, om het gehuurde in de in 5.1.1 en 5.1.2 bedoelde staat te zullen houden en bij het einde van deze huurovereenkomst weer aan verhuurder ter beschikking te zullen stellen in de oorspronkelijke staat, als aangeduid in de in 1.2, 5.1.1 en 5.1.2 bedoelde en als Bijlage aan deze huurovereenkomst gehechte of nog te hechten beschrijving, goed onderhouden, met uitzondering echter van geoorloofde veranderingen en toevoegingen, voor zover met betrekking daartoe schriftelijk tussen partijen overeengekomen mocht
zijn dat deze bij het einde van deze huurovereenkomst niet ongedaan gemaakt of verwijderd moeten worden, en hetgeen door ouderdom is teniet gegaan of beschadigd, voor zover met betrekking daartoe krachtens deze huurovereenkomst geen verplichting tot onderhoud en/of herstel op huurder mocht rusten. Dit komt er dus op neer dat partijen afspreken dat de machines in goed werkende staat moeten worden afgeleverd.
5.3.2
Huurder verbindt zich voorts om bij het einde van deze huurovereenkomst het gehuurde, schoongemaakt en met de eventuele sleutels daarvan, weer aan verhuurder ter beschikking te zullen stellen en te zullen afleveren op een daartoe tijdig door of vanwege verhuurder aan huurder opgegeven locatie binnen Nederland of, bij gebreke van die opgave, op de woonplaats van verhuurder.
(..)
Artikel 7 Tekortschieten, faillissement of surseance van betaling van huurder
(..)
7.3
Bij niet-prompte of niet-volledige voldoening door huurder aan een betalingsverplichting als bedoeld in 3.4 en 3.6 vóór of op de vervaldag, bij niet-nakoming of niet-behoorlijke nakoming van één of meer der overige voor huurder uit deze huurovereenkomst of de wet voortvloeiende verplichtingen en bij een geheel of grotendeels daadwerkelijk niet (meer) gebruiken van het gehuurde door huurder zelf in overeenstemming met de bestemming daarvan bij deze huurovereenkomst, zal verhuurder, onverminderd het in 7.1 respectievelijk 7.2 bepaalde, gerechtigd zijn om deze huurovereenkomst, naar keuze van verhuurder, met onmiddellijke ingang tussentijds door een buitengerechtelijke verklaring te ontbinden of door een rechterlijke uitspraak te laten ontbinden, in welk geval, alsmede wanneer verhuurder in plaats van de ontbinding de nakoming der huurovereenkomst wenst, huurder verplicht zal zijn tot schadevergoeding. Huurder zal in verzuim zijn door het enkele verloop van de bepaalde termijn of het enkele feit van de overtreding, niet-nakoming of niet behoorlijke nakoming.
(..)
7.6
In geval van tussentijdse ontbinding van de huurovereenkomst door een buitengerechtelijke verklaring van verhuurder als in 7.3 of 7.5 bedoeld, heeft verhuurder in ieder geval, onverminderd de aanspraken van verhuurder op dan al verschenen maar onbetaald gebleven betalingsverplichtingen van huurder, aanspraak op een schadevergoeding ter grootte van het bedrag van alle resterende betalingstermijnen (van de huurprijs en alle verdere periodieke betalingsverplichtingen) die bij normale uitvoering van de huurovereenkomst zouden zijn verschenen.
Voorts is verhuurder gerechtigd de huurovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen door tussentijdse ontbinding door een buitengerechtelijke verklaring aan huurder uit te brengen, met het recht onherroepelijk en bij deze vooraf gemachtigd door huurder, het machinepark direct terug te nemen zonder enige melding aan huurder, indien naar het oordeel van verhuurder sprake is enig verhoogd risico met betrekking tot het gehuurde of met betrekking tot de nakoming van de verplichtingen door huurder, alsmede
indien sprake is van strijd met enige verplichting van huurder voortvloeiend uit hoofde van deze huurovereenkomst, alias zonder dat huurder deswege aanspraak kan maken op enige schadevergoeding. In verband daarmee dient huurder verhuurder onverwijld op de hoogte te brengen en te houden indien er enige betalingsproblemen te verwachten zijn in de bedrijfsvoering.
(..)
Artikel 8 Diverse bepalingen
(..)
8.3
Huurder is verplicht om in het geval van een beoogde nieuwe verhuur of onderhandse verkoop of openbare verkoop van het gehuurde of enig deel daarvan, op eerste verzoek van of namens verhuurder, het gehuurde kosteloos aan verhuurder zelf, aan de daarbij door verhuurder ingeschakelde verhuur- c.q. verkoopbemiddelaar(s) en aan eventuele geïnteresseerden voor koop of huur ter bezichtiging te stellen.
Bovendien hebben verhuurder en door hem aan te wijzen deskundigen, zoals een technicus of een makelaar/taxateur in roerende zaken of een advocaat of deurwaarder, te allen tijde, het recht om het gehuurde behoorlijk te bezichtigen c.q. te inspecteren. Huurder is verplicht om verhuurder en de betrokken, door verhuurder aan te wijzen, deskundigen daartoe dan behoorlijk de gelegenheid te geven. Mits huurder in gebreke is.
(..)”
2.9.
Vanaf februari 2015 hebben N&A c.s. vrijwel geen huur meer betaald aan M4M.
2.10.
Bij akte van levering d.d. 30 april 2015 heeft N&A de eigendom van het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen te [vestigingsplaats] geleverd gekregen van [rechtspersoon D] , van welke vennootschap één van de bestuurders tevens bestuurder en enig aandeelhouder is van M4M. In de betreffende akte staat onder meer het volgende vermeld:
“B. Koopovereenkomst
Bij de Koopovereenkomst heeft Verkoper de hierna te omschrijven registergoederen verkocht aan Koper. De roerende zaken die zich in het Gekochte bevinden, waaronder volgens opgave van Verkoper, onder meer begrepen de bovenkranen in de loodsen, behoren niet tot het Gekochte (een en ander zoals aan Verkoper en Koper genoegzaam bekend).”
2.11.
Op 2 november 2015 hebben N&A c.s. een procedure tegen M4M aanhangig gemaakt bij de kantonrechter te Arnhem. In die procedure hebben zij vernietiging van de huurovereenkomst met M4M gevorderd, alsmede een verklaring voor recht dat een aantal machines op de bedrijfslocatie te Heerewaarden (op grond van natrekking dan wel bestanddeelvorming) eigendom zijn van de holding. M4M heeft vervolgens in reconventie
onder meer betaling van € 338.035,56 aan achterstallige huur gevorderd. Het vonnis in de betreffende zaak is verschillende keren aangehouden, de laatste keer tot 29 maart 2017.
2.12.
Op 13 oktober 2016 hebben N&A en [rechtspersoon E] B.V. (hierna te noemen [rechtspersoon E] ) een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het bedrijfsterrein en de
bedrijfsgebouwen te [vestigingsplaats] . In de betreffende koopovereenkomst staat, voor zover van belang, vermeld:
die verklaart van verkoper te hebben gekocht:
A. de scheepswerf, bestaande uit een fabriekshal met werkplaatsen, kantoor, dijkhelling, erf, kolk, en verdere aanhorigheden (waaronder uitdrukkelijk begrepen de kranen en machines, voor zover deze laatste als onroerend aangemerkt kunnen worden), plaatselijk bekend [adres 1] ,(..)”
2.13.
Bij brief van 7 november 2016 heeft M4M aan N&A c.s., [rechtspersoon E] en de betrokken notaris kenbaar gemaakt dat de verkoop en levering van de betreffende kranen en machines niet mogelijk is zonder toestemming van M4M.
2.14.
Bij vonnis van 23 november 2016 in een procedure tussen M4M als eiseres en de holding als gedaagde heeft de rechtbank Oost-Brabant voor recht verklaard dat M4M de volledige eigendom heeft van de roerende zaken en overige zaken die
zijn omschreven in de activa-overeenkomst. De holding heeft hoger beroep ingesteld tegen dat vonnis.
2.15.
Op 12 december 2016 heeft M4M onder meer conservatoir beslag laten leggen tot afgifte/levering van de roerende zaken, alsmede conservatoir derdenbeslag onder de bank en de notaris ten laste van N&A c.s.
2.16.
Op 3 januari 2017 heeft M4M N&A c.s. gedagvaard voor de kantonrechter te Arnhem, zulks tegen de rolzitting van 26 april 2017. In die procedure vordert M4M onder meer een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst tussen partijen van rechtswege is ontbonden, althans vordert zij de (partiële) ontbinding van die huurovereenkomst, teruggave van de roerende zaken, betaling van (een deel van) de huurachterstand en een schadevergoeding.
2.17.
Op 2 februari 2017 heeft de deurwaarder aan N&A c.s. een brief van M4M betekend, waarin M4M de huurovereenkomst ontbindt en teruggave van de roerende zaken verlangt.
2.18.
Op 2 en 3 februari 2017 heeft M4M nogmaals ten laste van N&A c.s. verschillende beslagen laten leggen.

3.Het geschil

3.1.
M4M vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis hoofdelijke veroordeling van N&A c.s. tot teruggave c.q. (af)levering van de roerende zaken, compleet en volledig, in goede en werkende staat, binnen vier weken na betekening van dit vonnis, primair uit hoofde van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst en subsidiair op grond van artikel 5:2 BW, met machtiging van M4M om deze teruggave zelf te bewerkstelligen met behulp van de deurwaarder en de sterke arm van politie en justitie en op kosten van N&A c.s., waarbij M4M, althans haar bestuurder en medewerkers en door hen in te schakelen derden/deskundigen worden gemachtigd daartoe te allen tijde alle plaatsen te betreden waar de roerende zaken zich bevinden, ook indien deze zich bevinden
op een plaats van een derde gehuurd of op andere wijze in gebruik verkregen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Ook vordert M4M N&A c.s. hoofdelijk te gebieden dat zij op straffe van verbeurte van een dwangsom een door M4M te Heerewaarden c.q. [vestigingsplaats] zonodig te houden veiling/(openbare) verkoop van de roerende zaken en alle noodzakelijke voorbereidingswerkzaamheden daartoe eerbiedigen, en ervoor te zorgen dat M4M, althans haar bestuurder/medewerkers en in te schakelen derden/deskundigen daartoe te allen tijde toegang hebben tot de plaatsen waar de roerende zaken zich bevinden, ook indien de roerende zaken zich bevinden op een plaats van een derde gehuurd of op andere wijze in gebruik verkregen, zulks met machtiging aan M4M om bij gebreke van volledige vrijwillige voldoening hieraan door N&A c.s. dit zelf te (laten) bewerkstelligen met behulp van de deurwaarder en de sterke arm van politie en justitie.
Zowel primair als subsidiair vordert M4M hoofdelijke veroordeling van N&A c.s. in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
N&A c.s. voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Alle zaken die vermeld staan in de als productie 5 en 6 bij dagvaarding overgelegde inventarisatie- en taxatierapporten, met uitzondering van de in de considerans van de activa-overeenkomst uitgesloten zaken, zijn volgens de huurovereenkomst van 26
mei 2014 aan N&A c.s. verhuurd. Vast staat dat N&A c.s. voor het gebruik van de betreffende zaken vrijwel geen huur hebben betaald. Over de achterstallige huur tot en met december 2015 is een bodemprocedure aanhangig bij de kantonrechter te Arnhem. N&A c.s. stellen zich in die procedure op het standpunt dat de tussen partijen gesloten huurovereenkomst vernietigbaar is omdat deze onder dwang (bedreiging) tot stand is gekomen, althans omdat N&A c.s. bij het aangaan van die overeenkomst hebben gedwaald. Volgens M4M is er sprake van een geldige huurovereenkomst, maar is deze op grond van artikel 4.9.1 sub a en b jo. 4.9.2 of artikel 4.9.3 van die overeenkomst van rechtswege ontbonden, althans is deze per brief van 2 februari 2017 buitengerechtelijk ontbonden.
4.2.
M4M legt aan haar primaire vorderingen ten grondslag dat N&A c.s. vanwege de ontbinding van de huurovereenkomst gehouden zijn het gehuurde weer aan haar ter beschikking te stellen en alle bepalingen uit de huurovereenkomst met betrekking tot de afgifte van het gehuurde na te leven. Subsidiair, namelijk voor zover het beroep op de vernietigbaarheid van de huurovereenkomst slaagt, stelt M4M zich op het standpunt dat zij als eigenaar de roerende zaken op grond van artikel 5:2 BW kan opeisen, aangezien N&A c.s. deze zonder recht of titel gebruiken.
4.3.
N&A c.s. menen dat het vonnis van de kantonrechter in de onder 4.1 genoemde procedure moet worden afgewacht. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet. De betreffende bodemprocedure, waarin alle proceshandelingen zijn verricht, staat nu al geruime tijd voor vonnis, dat tot op heden niet is gewezen. N&A c.s. hebben ondertussen sinds februari 2015 nagenoeg geen vergoeding betaald voor het gebruik van de roerende zaken. Daarnaast geldt dat de roerende zaken als gevolg van tijdsverloop steeds minder waard worden en M4M er dus belang bij heeft deze zo spoedig mogelijk retour te ontvangen teneinde deze te kunnen verkopen. Tot slot heeft N&A het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen in [vestigingsplaats] inclusief een deel van de aldaar aanwezige kranen en machines als zijnde onroerend verkocht en wil zij deze op korte termijn leveren. M4M heeft derhalve een spoedeisend belang bij haar vorderingen, zodat de uitkomst van de bodemprocedure niet kan worden afgewacht, ook al staat die procedure thans op 29 maart 2017 voor vonnis.
4.4.
Over de vraag of de tussen partijen gesloten huurovereenkomst vanwege een wilsgebrek vernietigbaar is, kan in dit kort geding geen oordeel worden gegeven. Partijen hebben over deze kwestie in de onderhavige procedure geen debat gevoerd en N&A c.s. hebben de processtukken uit de eerste bodemprocedure ook niet aan hun verweer ten grondslag gelegd. Weliswaar heeft M4M een deel van de betreffende stukken in de onderhavige procedure in het geding gebracht, maar het enkel overleggen van deze stukken is niet voldoende. Het is niet aan de voorzieningenrechter om uit de betreffende stukken de standpunten van partijen te destilleren. N&A c.s. hadden, zeker gelet op de stellingen van M4M op dit punt, in dit kort geding nader moeten toelichten en onderbouwen waarom de huurovereenkomst volgens hen vernietigbaar is. Aangezien zij dit hebben nagelaten, wordt aan de betreffende stelling voorbij gegaan. Thans kan derhalve slechts geconstateerd worden dat er sprake is van een ondertekende en de beide partijen bindende huurovereenkomst.
4.5.
Nu voorshands niet aannemelijk is geworden dat de huurovereenkomst vernietigbaar is, moet uitgegaan worden van de geldigheid van die overeenkomst. Vast staat dat de huurovereenkomst inmiddels buitengerechtelijk ontbonden is. Aangezien M4M sinds februari 2015 nagenoeg geen huur meer hebben betaald, moet ervan worden uitgegaan dat M4M de huurovereenkomst thans op goede gronden heeft ontbonden en dat die ontbinding in geval van betwisting daarvan in rechte ook stand zal houden. Aangezien de huurovereenkomst tussen partijen daardoor is geëindigd, dienen N&A c.s. het gehuurde in beginsel weer aan M4M ter beschikking te stellen. N&A c.s. stellen zich echter op het standpunt dat een deel van de betreffende zaken onroerend zijn geworden en door natrekking thans in eigendom toebehoren aan de holding, voor zover het de zaken in Heerewaarden betreft, en aan N&A, voor wat betreft de zaken in [vestigingsplaats] , zodat zij niet verplicht kunnen worden die zaken aan M4M terug te geven.
4.6.
Deze kwestie is ook in de eerdergenoemde bodemprocedure aan de orde gesteld. Zoals overwogen, kan echter niet op de uitkomst van die procedure gewacht worden.
Vast staat dat beide partijen er aanvankelijk van uit zijn gegaan dat de kranen en machines te Heerewaarden en [vestigingsplaats] roerend zijn. Niet alleen zijn de zaken als roerend verkocht uit het faillissement van [rechtspersoon A] , ook zijn deze vervolgens als roerend verhuurd aan N&A c.s. Daarnaast staat in de akte van levering waarbij N&A het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen te [vestigingsplaats] geleverd heeft gekregen, expliciet vermeld dat de bovenkranen in de loodsen roerend zijn en niet tot het gekochte behoren. Tussen partijen bestond dus tot en met april 2015 geen misverstand over de status van de gehuurde zaken. Aangezien N&A c.s. zich thans op het standpunt stellen dat de holding en N&A door natrekking eigenaar van een deel van de betreffende zaken zijn geworden, ligt het op hun weg om dat voldoende aannemelijk te maken. Daarbij is het criterium of de zaken duurzaam met de grond zijn verenigd als bedoeld in artikel 3:3 en 5:20 lid 1 sub e BW. Een gebouw kan duurzaam met de grond zijn verenigd, doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Hierbij is niet van belang dat technisch de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen (HR 25 oktober 2002, NJ 2003, 241, Portacabin). N&A c.s. hadden in casu per kraan/machine moeten aangeven waarom er volgens hen aan dit criterium is voldaan en konden ook wat dit betreft niet volstaan met een verwijzing naar de (eerste) bodemprocedure. Nu zij dit hebben nagelaten, zal aan hun stelling dat een deel van de gehuurde zaken onroerend en door natrekking eigendom van N&A of de holding is geworden, voorbij worden gegaan. Dit betekent dat N&A c.s. verplicht zijn het gehuurde weer aan M4M ter beschikking te stellen.
4.7.
M4M wil op het bedrijfsterrein in Heerewaarden en/of [vestigingsplaats] een veiling/openbare verkoop houden en vordert medewerking daaraan van N&A c.s. N&A c.s. menen dat deze vordering moet worden afgewezen, omdat dit een ontoelaatbare doorkruising van hun bedrijfsactiviteiten betreft. In artikel 8.3 van de huurovereenkomst is bepaald dat de huurder in geval van een openbare verkoop van het gehuurde, verplicht is het gehuurde aan verhuurder zelf, aan daarbij door de verhuurder ingeschakelde verhuur- of verkoopbemiddelaars en aan eventuele geïnteresseerden voor koop of huur ter bezichtiging te stellen. Tussen de partijen is niet in geschil dat M4M op grond van die bepaling gerechtigd is te verlangen van N&A dat zij hun medewerking verlenen aan de verkoop van de gehuurde zaken vanuit hun bedrijfspanden en vanaf hun bedrijfsterreinen. De voorzieningenrechter is na afweging van de wederzijdse belangen van oordeel dat N&A c.s. thans tot nakoming van deze verplichting dient te worden veroordeeld. M4M heeft een groot belang bij het te gelde maken van het gehuurde, nu de (eerste) bodemprocedure al geruime tijd loopt, N&A c.s. geen huur betalen terwijl zij wel gebruik maken van het gehuurde en N&A c.s. inmiddels doende is een deel van het gehuurde te verkopen. Aannemelijk is ook dat de opbrengst van de betreffende zaken hoger is bij een bezichtiging/verkoop ter plaatse dan wanneer de zaken elders verkocht worden. Daarbij komt dat het voor een deel gaat om zware machinerieën die moeilijk verplaatsbaar zijn en aannemelijk is dat verplaatsing ook aanzienlijke kosten met zich zou brengen. Daar staat tegenover het belang van N&A c.s. dat er geen ruchtbaarheid wordt gegeven aan de verkoop van de machines en kranen. Het grootste bezwaar van N&A c.s. tegen een verkoop ter plaatse is, zo is ter zitting gebleken, dat zij willen voorkomen dat bij hun klanten de indruk ontstaat dat de scheepswerf verkocht wordt. Partijen zijn echter de mogelijkheid van een bezichtiging ter plaatse overeengekomen en feit is dat N&A c.s. al jarenlang gebruikt maakt van het gehuurde, zonder daarvoor een vergoeding te betalen. De belangen van M4M bij een bezichtiging/verkoop ter plaatse wegen dan ook zwaarder dan de belangen van N&A c.s. om een dergelijke bezichtiging/verkoop tegen te houden. De voorzieningenrechter gaat er daarbij vanuit dat M4M de verkoop zal doen plaatsvinden op een wijze die niet onnodig bezwarend is voor N&A c.s.
4.8.
M4M stelt zich op het standpunt dat een aantal machines gedeeltelijk onklaar c.q. gedemonteerd is en wenst het gehuurde compleet, volledig en in goede en werkende staat terug te ontvangen. N&A c.s. betwisten dat zij de machines onklaar hebben gemaakt of hebben gedemonteerd. Gelet op artikel 5.1.1 jo. 4.10 van de huurovereenkomst kan ervan worden uitgegaan dat N&A c.s. het gehuurde in goede en werkende staat hebben ontvangen. Het zou kunnen dat er, zoals M4M stelt, op dit moment onderdelen van bepaalde machines ontbreken, maar dat kan gelet op de betwisting door N&A c.s. in kort geding niet worden vastgesteld. Evenmin kan worden vastgesteld dat, voor zover er inderdaad onderdelen ontbreken, deze onderdelen zich in de macht van N&A c.s. bevinden. Om te voorkomen dat N&A c.s. veroordeeld worden tot iets wat feitelijk onmogelijk is - ook al is deze onmogelijkheid aan henzelf te wijten - zal bepaald worden dat het gehuurde aan M4M ter beschikking gesteld dient te worden in de staat waarin dit zich thans bevindt. Voor zover mocht blijken dat het gehuurde inderdaad niet meer compleet of in goede en/of werkende staat is, zal dit in termen van schadevergoeding moeten worden opgelost.
4.9.
De voorzieningenrechter constateert dat het petitum van de dagvaarding tegenstrijdig is, nu M4M enerzijds feitelijke afgifte vordert van het gehuurde en anderzijds medewerking van N&A c.s. vordert aan een verkoop ter plaatse. Duidelijk is echter wel dat het de bedoeling van M4M is dat zij weer de feitelijke macht krijgt over het gehuurde. Gelet op al het voorgaande, zullen de beide primaire vorderingen van M4M toegewezen worden. Het spreekt voor zich dat M4M in het kader van de executie niet tegelijk aanspraak kan maken op feitelijke overhandiging buiten de bedrijfsterreinen te [vestigingsplaats] en Heerewaarden van een verhuurd goed en tevens op eerbiediging van -kort gezegd- verkoop van dat goed vanaf die bedrijfsterreinen.
4.10.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt op de hierna te vermelden wijze.
4.11.
N&A c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van M4M worden begroot op:
- dagvaarding € 90,00
- griffierecht 618,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.524,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt N&A en de scheepswerf om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een aanvang te maken met het teruggeven c.q. (af)leveren aan M4M en in de macht van M4M laten van de roerende zaken (het gehuurde, zoals genoemd in de tussen partijen gesloten huurovereenkomst, zijnde zowel de roerende zaken te [vestigingsplaats] (zoals genoemd in productie 5 bij dagvaarding) als de roerende zaken te Heerewaarden (zoals genoemd in productie 6 bij dagvaarding), in de staat waarin deze zich thans bevinden, zodanig dat M4M uiterlijk vier weken na betekening van dit vonnis weer volledig beschikt over de betreffende zaken,
5.2.
gebiedt N&A en de scheepswerf een door M4M te Heerewaarden c.q. te [vestigingsplaats]
zonodig te houden veiling/(openbare) verkoop van de roerende zaken en alle noodzakelijke
voorbereidingswerkzaamheden daartoe, te eerbiedigen en ervoor te zorgen dat M4M
althans haar bestuurder/medewerkers en in te schakelen derden/deskundigen daartoe te allen tijde toegang hebben tot de plaatsen waar de roerende zaken zich bevinden, ook indien de roerende zaken zich bevinden op een plaats van een derde gehuurd of op andere wijze in gebruik verkregen,
5.3.
veroordeelt N&A en de scheepswerf om aan M4M een dwangsom te betalen van € 20.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 en 5.2 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoen, tot een maximum van € 2.000.000,00 is bereikt,
5.4.
machtigt M4M om met behulp van de sterke arm van justitie en politie op kosten van N&A c.s. de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien N&A c.s. in gebreke blijven aan het onder 5.1 en 5.2 van dit vonnis bepaalde te voldoen,
5.5.
veroordeelt N&A c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van M4M tot op heden begroot op € 1.524,00,
5.6.
veroordeelt N&A c.s. hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat N&A c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2017.
Coll. MD