ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 april 2017
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
C/05/315845/KG ZA 17-89
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van misleidende mededelingen door stichtingen in het kader van vastgoedveilingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, PLATFORM BBB B.V. en INTERNETNOTARISSEN B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, STICHTING VASTGOEDVEILING TWENTE-ACHTERHOEK en STICHTING NOTARIËLE VASTGOED VEILING GELDERLAND. De eiseressen vorderden rectificatie van onjuiste en misleidende mededelingen die door de gedaagden in brieven aan notarissen zijn gedaan. De kern van het geschil betreft de publicatieplicht van notarissen op de websites van de gedaagden en de bewering dat deze verplichting zou vervallen.

De procedure begon met een dagvaarding en de indiening van diverse producties door beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 maart 2017 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De eiseressen stelden dat de gedaagden in hun communicatie onjuiste informatie hebben verstrekt over de publicatieplicht en dat dit hen schade toebrengt. De gedaagden betwistten deze claims en stelden dat hun mededelingen niet onjuist of misleidend waren.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseressen afgewezen. De rechter oordeelde dat de mededelingen van de gedaagden feitelijk juist waren en dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen. De rechter concludeerde dat de gedaagden vrij waren om te kiezen voor publicatie op de website die hen goeddunkt en dat er geen onrechtmatige concurrentie was. De eiseressen werden als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/315845 / KG ZA 17-89
Vonnis in kort geding van 7 april 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLATFORM BBB B.V.,
gevestigd te Beneden-Leeuwen, en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNETNOTARISSEN B.V.,
gevestigd te West Maas en Waal,
eiseressen,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
1. de stichting
STICHTING VASTGOEDVEILING TWENTE-ACHTERHOEK,
gevestigd te Tubbergen, en
2. de stichting
STICHTING NOTARIËLE VASTGOED VEILING GELDERLAND,
gevestigd te Ede,
gedaagden,
advocaat mr. W. Mollema te Leeuwarden.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Internetnotarissen worden genoemd en gedaagden zullen gezamenlijk de Stichtingen worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de producties 1 tot en met 6 van Internetnotarissen
  • de nagezonden producties 7 tot en met 12 van Internetnotarissen
  • de producties 1 tot en met 12 van de Stichtingen
  • de mondelinge behandeling van 31 maart 2017
  • de pleitnota van Internetnotarissen
  • de pleitnota van de Stichtingen
  • de ter zitting overgelegde productie 13 van Internetnotarissen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
De website www.veilingnotaris.nl behoort in eigendom toe aan Internetnotarissen en is ook één van haar handelsnamen. Op deze website worden al diverse jaren executieveilingen aangekondigd.
2.2.
In Nederland vinden executieveilingen van woningen en van bedrijfspanden met name plaats via zogenoemde regioveilingen. De vastgoedveiling Twente/Achterhoek wordt georganiseerd door gedaagde sub 1 en de vastgoedveiling in Gelderland door gedaagde sub 2. Notarissen kunnen in deze twee regio’s voor het aankondigen en uitvoeren van veilingen gebruik maken van de diensten van de Stichtingen. Tot en met 31 december 2016 werden verkopen op deze veilingen door de Stichtingen standaard en verplicht gepubliceerd op de websites www.veilingnotaris.nl en/of www.veilingbiljet.nl.
2.3.
De Stichtingen hebben op 21 september 2016 en op 29 september 2016 brieven gestuurd naar de notarissen die van haar diensten gebruik maken. In deze brieven en in de daarbij meegezonden Toelichting openbareverkoop.nl staat onder meer vermeld:
‘Vanaf 1 januari 2017 gaat de Stichting Vastgoedveiling Twente – Achterhoek voor haar publicaties over op een andere huisstijl. Hiermee sluiten we aan bij een landelijk model voor het publiceren onder één naam, te weten
www.openbareverkoop.nl. Eén landelijke site die alle informatie van (executie) veilingen bevat. Niet alleen om landelijke aandacht te krijgen, maar ook als gevolg van de oproep van de Overheid te streven naar één landelijke site.
TOELICHTING OPENBAREVERKOOP.NL
(…)
9. Wat wijzigt er nou precies voor mij als veilend notaris?
De thans verplichte keuzemogelijkheid tot publicatie op veilingbiljet en/of veilingnotaris stopt. Uw object wordt na uw aanmelding bij de regio voortaan automatisch gepubliceerd op de website www.openbareverkoop.nl. Hiervoor ontvangt u een aparte factuur. In het NIIV Veilingbeheersysteem kunt u optioneel additionele publicatiediensten aanvinken, de kosten daarvoor krijgt u telkens ook apart gefactureerd.
10. Welke publicatiediensten zijn standaard en welke optioneel? (…)
A. Basispublicaties (elk object)
(…)
2. Website www.openbareverkoop.nl
B Additionele publicaties (
optioneel, te bestellen door notaris)
(…)
8. Publicatie op www.veilingnotaris.nl.
(…)’
2.4.
Internetnotarissen heeft de Stichtingen vervolgens vanaf eind oktober 2016 een aantal malen gesommeerd om aansprakelijkheid voor onjuiste en misleidende mededelingen in hun brieven van 21 september 2016 en 29 september 2016 te erkennen en aan te geven dat zij zullen meewerken aan een rectificatie van met een door Internetnotarissen op te stellen tekst. De Stichtingen hebben niet aan deze sommaties voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Internetnotarissen vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de Stichtingen te bevelen aan alle geadresseerden van de in het lichaam van de dagvaarding genoemde brief van 21 september 2016 schriftelijk, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, te berichten dat die brief onjuiste informatie bevat en dat de mededeling dat de huidige publicatieplicht op “Veilingnotaris.nl” vervalt misleidend is en/of de Stichtingen te verbieden in de toekomst soortgelijke informatie aan derden kenbaar te maken, op straffe van een dwangsom van
€ 25.000,00 voor iedere gedraging in strijd met dit vonnis, kosten rechtens.
3.2.
Internetnotarissen legt aan deze vordering ten grondslag dat de Stichtingen in de brief van 21 september 2016 een onjuiste en/of misleidende mededeling hebben gedaan, namelijk dat ‘de huidige publicatieplicht op veilingbiljet en/of veilingnotaris vervalt’ en dat zij daarnaast in strijd met de waarheid hebben vermeld dat de overheid een oproep heeft gedaan om naar één landelijke website te streven. Internetnotarissen stelt dat zij de Stichtingen heeft gesommeerd tot rectificatie van deze mededelingen over te gaan, en dat, nu zij daartoe niet vrijwillig zijn overgegaan, zij dienen te worden veroordeeld hieraan alsnog mee te werken.
3.3.
De Stichtingen voeren verweer en voeren primair aan dat de gedane mededelingen niet onjuist of misleidend zijn, zodat de vordering van Internetnotarissen dient te worden afgewezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De spoedeisendheid van de vordering vloeit voldoende uit de stellingen van Internetnotarissen voort.
4.2.
Internetnotarissen vordert (kort gezegd) rectificatie van de mededeling dat de publicatieplicht voor notarissen op www.veilingnotaris.nl stopt en van de onjuiste mededeling dat vanuit de overheid de oproep is gedaan om te streven naar één landelijke veilingwebsite. Ten aanzien van de eerste mededeling geldt het volgende. Vaststaat dat de Stichtingen ieder in hun eigen regio de regioveiling organiseren en dat notarissen bij het veilen van objecten gebruik kunnen maken van de diensten van de Stichtingen. In dat kader zijn de Stichtingen ertoe overgegaan om voor publicatie van de veilingen gebruik te maken van de website www.openbareverkoop.nl. Dit houdt in dat, indien notarissen gebruik wensen te maken van de diensten van de Stichtingen, de veilingen vanaf 1 januari 2017 enkel nog verplicht worden gepubliceerd op die website. Niet in geschil is dat daarnaast optioneel gepubliceerd kan worden op andere sites, waaronder www.veilingnotaris.nl en www.veilingbiljet.nl. De verplichting waarover het in de brief en de toelichting daarop gaat, betreft dus een verplichting die de Stichtingen als voorwaarde voor hun dienstverlening opleggen aan de notarissen die van hun diensten gebruik maken. Voor degenen aan wie de brief van 21 september 2016 van de Stichtingen is gericht, te weten notarissen die gebruik maken van de door de Stichtingen aangeboden diensten en die dus professionele partijen zijn, moet dat gezien ook de context van de brief en de toelichting daarop duidelijk zijn. Niet valt in te zien dat de mededeling in die brief misleidend of onjuist is.
4.3.
Voorts bestrijdt Internetnotarissen de juistheid van de mededeling dat vanuit de overheid een oproep is gedaan om te streven naar één landelijke veilingwebsite. Ter onderbouwing van haar stelling dat deze oproep wel is gedaan, hebben de Stichtingen een brief van 12 juli 2012 overgelegd van voormalig minister van Veiligheid en Justitie Opstelten. Getuige hetgeen in deze brief staat vermeld, is deze door de Stichtingen gedane mededeling evenmin onjuist of misleidend. Uit de brief van 12 juli 2012 kan immers die wens vanuit de overheid worden afgeleid om uiteindelijk een overzichtelijkere en kostendrukkende manier van veilen te bewerkstelligen.
4.4.
De stelling van Internetnotarissen lijkt daarnaast te zijn dat de Stichtingen, door vanaf 1 januari 2017 steeds gebruik te maken van de nieuwe website www.openbareverkoop.nl, in strijd handelen met het bepaalde in artikel 516 Rv, omdat de nieuwe website nog onvoldoende landelijke bekendheid geniet. Niet vaststaat echter dat dit zo is en dat publicatie van veilingen enkel op deze website niet voldoet aan de wet. Zelfs al zou dat wel het geval zijn, dan zijn de mededelingen die de Stichtingen in haar brief van
21 september 2016 hebben gedaan daardoor niet zonder meer onrechtmatig jegens Internetnotarissen. Die omstandigheid zou onder bijkomende omstandigheden wel mee kunnen wegen voor het antwoord op de vraag of beide Stichtingen naar ongeschreven recht onrechtmatig hebben gehandeld, maar niet in valt in te zien dat dat het geval is. Ten eerste is geoordeeld dat de gedane mededelingen feitelijk niet onjuist of misleidend zijn, ten tweede is niet in geschil dat het de Stichtingen vrij staat om te kiezen voor publicatie op een website die hen goeddunkt en ten derde is ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat de Stichtingen geen enkel eigen financieel belang hebben bij het gebruik van de website www.openbareverkoop.nl in plaats van www.veilingnotaris.nl. Het komt er in wezen op neer dat Internetnotarissen meent dat sprake is van onrechtmatige concurrentie doordat de Stichtingen hebben gekozen voor standaard publicatie op een nieuwe website, maar onder de gegeven omstandigheden valt niet in te zien dat de Stichtingen met die handelwijze een vorm van onrechtmatige concurrentie bedrijven.
4.5.
Dit alles leidt tot de slotsom dat de vordering van Internetnotarissen om tot rectificatie van de mededelingen over te gaan zal worden afgewezen.
4.6.
Internetnotarissen zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van de Stichtingen tot op heden begroot op:
  • explootkosten € 80,42
  • griffierecht € 618,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.514,42

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Internetnotarissen tot betaling van de proceskosten, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.514,42, waarin begrepen € 816,00 aan salaris advocaat,
5.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier [naam] op 7 april 2017.