ECLI:NL:RBGEL:2017:1669

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 maart 2017
Publicatiedatum
28 maart 2017
Zaaknummer
220134
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar delamineren van bovenstaalplaten in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 22 maart 2017 een vonnis gewezen in de zaak tussen Stramit B.V. en IsoBouw Systems B.V. als eiseressen en Profine Nederland B.V. en verschillende ArcelorMittal vennootschappen als gedaagden. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 16 november 2016 Stramit c.s. de gelegenheid gegeven om een voorwaarde van ir. Westerlaken, die als deskundige zou worden benoemd, te aanvaarden. Stramit c.s. hebben aangegeven de aansprakelijkheidsbeperking te accepteren, waarna de rechtbank de benoeming van ir. A.C. Westerlaken als deskundige heeft bevolen.

De rechtbank heeft de deskundige de opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de oorzaak van het delamineren van de bovenstaalplaten en heeft daarbij specifieke vragen geformuleerd. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 42.350,00, welke door Stramit c.s. als voorschot moeten worden gedeponeerd. De deskundige moet binnen twee weken na ontvangst van het voorschot een afspraak maken voor het onderzoek en een conceptrapport indienen voor 22 september 2017.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak vier weken na indiening van het definitieve rapport opnieuw op de rol komt voor het nemen van een conclusie of voor het bepalen van een datum voor vonnis. Tot die tijd zijn alle verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/220134 / HA ZA 11-1244 / 546 / 560
Vonnis van 22 maart 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STRAMIT B.V.,
gevestigd te Someren,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ISOBOUW SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Someren,
eiseressen,
advocaat mr. T.L. Cieremans te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PROFINE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Waardenburg, gemeente Neerijnen,
advocaat mr. J.H. Duyvensz te Amsterdam,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARCELORMITTAL BELGIUM N.V.,
gevestigd te Brussel (België),
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARCELORMITTAL SSC BENELUX N.V.,
gevestigd te Geel (België),
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARCELORMITTAL STEEL COAT EUROPE S.A.,
gevestigd te Alleur (België),
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARCELORMITTAL PACKAGING BELGIUM N.V.,
gevestigd te Saint-Nicolas (België),
gedaagden,
advocaat voor gedaagden 2 tot en met 5 mr. S.G.A. van der Horst te Tilburg.
Eisers worden samen Stramit c.s. genoemd. Gedaagden sub 2 tot en met 5 worden samen ArcelorMittal c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 16 november 2016,
  • de akte uitlating na tussenvonnis, tevens houdende verzoek tot gelasting comparitie van partijen van de zijde van Stramit c.s.
1.2.
Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 16 november 2016 heeft de rechtbank Stramit c.s. in de gelegenheid gesteld de voorwaarde die ir. Westerlaken aan aanvaarding van haar benoeming als deskundige stelt alsnog te aanvaarden en zich daarover bij akte uit te laten.
2.2.
Stramit c.s. hebben een akte genomen waarin zij verklaren dat zij de door ir. Westerlaken c.q. TNO gewenste beperking van aansprakelijkheid accepteren. Ir. Westerlaken heeft de rechtbank desgevraagd bevestigd dat zij bereid is een benoeming als deskundige te aanvaarden. Het deskundigenbericht zal thans worden bevolen. Aan de deskundige zullen de vragen worden gesteld die in het tussenvonnis van 24 februari 2016 zijn geformuleerd (rechtsoverweging 3.7). In dat tussenvonnis is reeds overwogen dat het voorschot voor de kosten van de deskundige zal moeten worden gedeponeerd door Stramit c.s. (rechtsoverweging 3.9). Het voorschot bedraagt € 42.350,00 (inclusief btw). De termijn voor het indienen van een conceptrapport wordt na overleg met de deskundige bepaald op 22 september 2017. De rechtbank zal de voortgang van het onderzoek bewaken.
2.3.
Stramit c.s. zijn van mening dat het zinvol is om tijdens een comparitie van partijen met alle partijen – inclusief ir. Westerlaken – van gedachten te wisselen over de verdere inrichting van het deskundigenonderzoek en het daarvoor benodigde tijdspad. De rechtbank ziet daarvoor in dit stadium geen aanleiding. Het is thans aan de deskundige, die door de rechtbank is benoemd om vragen van de rechtbank te beantwoorden, om daartoe naar haar inzichten een onderzoek in te stellen. Voor zover de deskundige naar haar oordeel niet beschikt over daarvoor benodigde specifieke deskundigheid, zal zij in overleg met de rechtbank een deskundige kunnen inschakelen die daarover wel beschikt, zoals reeds overwogen in het tussenvonnis van 24 februari 2016 (rechtsoverweging 3.8).
2.4.
Alle beslissingen worden aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Is het delamineren veroorzaakt door de bovenstaalplaten?
Zo ja, hoe?
Zijn er punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
Ir. A.C. Westerlaken, werkzaam bij TNO als research manager innovatiecentrum bouw
postbus 49
2600 AA Delft
telefoon: 088-8663422
mobiel: 06-12082874
e-mail: nancy.westerlaken@tno.nl
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.4.
bepaalt dat Stramit c.s. binnen twee weken na datum van dit vonnis (kopieën van) de overige processtukken zal doen toekomen aan de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, civiele roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem,
3.5.
bepaalt dat Stramit c.s. als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 42.350,00 ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren binnen twee weken na ontvangst van de hiervoor door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te zenden factuur,
3.6.
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige binnen twee weken nadat zij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is,
3.8.
bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen,
3.9.
bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter mr. Veerman,
3.10.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.11.
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 22 september 2017, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige,
3.12.
verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Stramit c.s. of voor bepaling datum vonnis,
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, mr. M.A.M. Vaessen en mr. J.M.J.M. Doon en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2017.