Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 september 2016;
- de door de partijen tegelijkertijd genomen aktes van 5 oktober 2016.
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is een vervolg op een eerder vonnis van 3 juli 2013 aan de orde. De zaak betreft de benoeming van een deskundige, ir. A.C. Westerlaken, door de rechtbank. Stramit B.V. en Isobouw Systems B.V. (hierna gezamenlijk Stramit c.s.) zijn eiseressen en hebben bezwaar tegen de voorwaarden die ir. Westerlaken aan haar benoeming heeft gesteld, met name de uitsluiting van aansprakelijkheid. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen aangegeven behoefte te hebben aan een deskundige die niet alleen over chemisch-technische en coating-gerelateerde expertise beschikt, maar ook breder georiënteerd is. Stramit c.s. hebben echter niet ingestemd met de benoeming van ir. Westerlaken, omdat zij van mening zijn dat zij niet over de vereiste specifieke deskundigheid beschikt.
De rechtbank heeft in haar vonnissen benadrukt dat het aan de partijen is om een deskundige voor te dragen, maar dat de voorgestelde deskundigen van Stramit c.s. niet in aanmerking komen. De rechtbank heeft de partijen de gelegenheid gegeven om gezamenlijk een deskundige voor te dragen, maar Stramit c.s. hebben zich niet gehouden aan de door de rechtbank aangegeven richtlijnen. De rechtbank concludeert dat Stramit c.s. in strijd handelen met hun verplichting om mee te werken aan het deskundigenonderzoek, wat de voortgang van de procedure belemmert.
In de beslissing heeft de rechtbank Stramit c.s. in de gelegenheid gesteld om alsnog in te stemmen met de voorwaarden van ir. Westerlaken en de zaak is verwezen naar de rol voor een akte. De rechtbank houdt alle andere beslissingen aan, in afwachting van de reactie van Stramit c.s. op de gestelde voorwaarden.