ECLI:NL:RBGEL:2017:1517

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 februari 2017
Publicatiedatum
21 maart 2017
Zaaknummer
313666
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van onvoorwaardelijke bankgarantie in kort geding

In deze zaak heeft Hotel Tiel B.V. een kort geding aangespannen tegen Van Tilburg S.R.O. met als doel de teruggave van een onvoorwaardelijke bankgarantie van € 134.000,00. De bankgarantie was afgegeven in het kader van een verbouwingsovereenkomst tussen partijen, waarbij Van Tilburg in 2015 was begonnen met de werkzaamheden. Hotel Tiel heeft in totaal € 335.916,00 aan Van Tilburg betaald, maar de werkzaamheden zijn in november 2015 stopgezet. Van Tilburg heeft conservatoir beslag gelegd onder ABN AMRO Bank N.V. en Hotel Tiel heeft als gevolg daarvan de bankgarantie afgegeven. Hotel Tiel stelt dat het beslag onterecht is gelegd en vordert de teruggave van de bankgarantie, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de bankgarantie onvoorwaardelijk is afgegeven en dat Hotel Tiel geen recht heeft op teruggave. De rechter wijst de vordering van Hotel Tiel af en veroordeelt hen in de proceskosten van Van Tilburg, die op € 1.434,00 zijn begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/313666 / KG ZA 16-604
Vonnis in kort geding van 21 februari 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL TIEL B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres,
advocaat mr. J.P. Snoek te Utrecht,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
VAN TILLBURG S.R.O.,
gevestigd te Praag, woonplaats kiezende te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. G.C. Haulussy te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Hotel Tiel en Van Tillburg worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 17
  • de nagezonden productie 18 van Hotel Tiel
  • de nagezonden productie 19 van Hotel Tiel
  • de brief met productie 1 en 2 van Van Tillburg
  • de nagezonden producties 3 tot en met 5 van Van Tillburg
  • de nagezonden productie 6 van Van Tillburg
  • de mondelinge behandeling van 7 februari 2017
  • de pleitnota van Hotel Tiel
  • de pleitnota van Van Tillburg.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Hotel Tiel behoort tot het Van der Valk-concern. Van Tillburg is een aanneembedrijf, gevestigd en kantoorhoudende in Praag, Tsjechië. Tussen partijen is in 2015 een overeenkomst tot stand gekomen ten aanzien van de verbouwing van in totaal 115 hotelkamers en een aantal overige werkzaamheden in Hotel Tiel.
2.2.
Partijen hebben vanaf maart 2015 contact met elkaar gehad over de feitelijke invulling en planning van de verbouwplannen. Bij e-mailbericht van 10 maart 2015 van de heer [projectmanager] , werkzaam als projectmanager in opdracht van Hotel Tiel, aan Van Tillburg is onder meer het volgende bericht:
‘Are the following quotations possible by you:
- We need all the rooms on the 4 th, 5 th and 6 th floor two weeks before 1st of July
- We need all the rooms on the 7 th, 8 th and 9 th floor two weeks before the 1 st of Augusts
- We need all the rest of the rooms two weeks before the 1 st of September
- We need all the reception furniture’s on the ground floor and bars on the second floor two weeks before the 1 st of July (see my mail this evening)
- We need all furniture’s on the 3 th floor before the 1 st of September’
2.3.
In reactie op dit e-mailbericht heeft de heer I. [directeur] , directeur van Van Tillburg, aan [projectmanager] onder meer het volgende bericht:
‘5-All time schedule, you have sent, is not problem, but I need to start now.’
2.4.
Vervolgens is de overeenkomst op schrift vastgelegd en door partijen op of omstreeks 7 mei 2015 ondertekend. De totale aanneemsom bedraagt € 439.000,00.
2.5.
Van Tillburg is in juni 2015 gestart met de verbouwingwerkzaamheden. De in maart afgesproken planning is niet gehaald. Van Tillburg heeft in overleg met [projectmanager] vervolgens ook na 1 september 2015 werkzaamheden in Hotel Tiel verricht. Partijen hebben meerdere malen over de vertraagde oplevering en mogelijke oplossingen daarvoor gesproken en gecorrespondeerd. Dit heeft niet tot een voor beide partijen acceptabel resultaat geleid. Op 24 november 2015 is Van Tillburg gestopt met de verbouwingswerkzaamheden en is het personeel van Van Tillburg uit Hotel Tiel vertrokken.
2.6.
Hotel Tiel heeft in totaal in ieder geval € 335.916,00 van de aanneemsom aan Van Tillburg betaald. Partijen hebben na november 2015 gecorrespondeerd over verdere afspraken omtrent de werkzaamheden en de betaling daarvan. Hotel Tiel is naar aanleiding daarvan niet tot betaling van het resterende gedeelte van de aanneemsom overgegaan. De resterende verbouwingswerkzaamheden zijn, althans worden op dit moment uitgevoerd door een andere aannemer.
2.7.
Bij “aanvullend” verzoekschrift van 18 oktober 2016 heeft Van Tillburg bij deze rechtbank verlof gevraagd tot het mogen leggen van conservatoir derdenbeslag onder ABN AMRO Bank N.V. Dit verlof is op 18 oktober 2016 verleend. Van Tillburg heeft op
19 oktober 2016 conservatoir beslag laten leggen voor een bedrag van € 134.000,00. Bij deurwaardersexploot van 26 oktober 2016 is de grosse van de beschikking van
18 oktober 2016 en het beslagexploot van 19 oktober 2016 aan Hotel Tiel betekend. Op
26 oktober 2016 heeft Van Tillburg Hotel Tiel tevens gedagvaard in de bodemprocedure.
2.8.
Hotel Tiel heeft op 25 oktober 2016 een bankgarantie voor een bedrag van
€ 134.000,00 afgegeven aan Van Tillburg. Deze bankgarantie vermeldt onder meer:
‘ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudende te Rotterdam, hierna te noemen “de Bank”, (…) verklaart het navolgende:
1. de Bank stelt zich hierbij onherroepelijk garant jegens de Begunstigde voor de betaling van al hetgeen de Begunstigde terzake van de Vordering van de Debiteur te vorderen heeft blijkens één van de onder 2. sub a. tot en met c. of onder 3. aanhef of sub a. en b. vermelde bewijsstukken met inachtneming van het hierna bepaalde.
2. De Bank verbindt zich op eerste schriftelijk verzoek van de Begunstigde, onder gelijktijdige overlegging van:
a. een afschrift van een beslissing van een Nederlandse rechter met betrekking tot de Vordering, gewezen in een procedure tussen de Begunstigde en de Debiteur, (…)
aan de Begunstigde te voldoen het bedrag dat de Begunstigde schriftelijk verklaart terzake van de Vordering opeisbaar van de Debiteur te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank niet gehouden is meer te voldoen dan het bedrag dat de Begunstigde blijkens één of meer van de bovenbedoelde bewijsstukken van de Debiteur te vorderen heeft.
(…)’
2.9.
Van Tillburg heeft het conservatoire beslag onder de ABN AMRO naar aanleiding van de verkregen bankgarantie opgeheven.

3.Het geschil

3.1.
Hotel Tiel vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Van Tillburg tot onmiddellijke afgifte c.q. teruggave van de aan haar verstrekte bankgarantie, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat Van Tillburg, na betekening van dit vonnis, daarmee in gebreke blijft, met veroordeling van Van Tillburg in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over die kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis.
3.2.
Hotel Tiel legt aan deze vordering ten grondslag dat Van Tillburg ten onrechte conservatoir beslag onder ABN AMRO Bank N.V. heeft laten leggen. Hotel Tiel stelt dat zij in het kader van de verbouwing diverse betalingen aan Van Tillburg heeft verricht, de aannemingsovereenkomst heeft ontbonden en daarnaast door toedoen van Van Tillburg forse schade heeft geleden, zodat (na verrekening) in het geheel geen vordering van Van Tillburg op Hotel Tiel bestaat. Hotel Tiel stelt dat zij door het conservatoire beslag onvoldoende tijd had om een opheffings-kort geding aanhangig te maken, maar dat als die procedure wel was gevoerd het beslag zonder meer was opgeheven, zodat de bankgarantie ten onrechte is afgegeven en aan haar dient te worden teruggegeven.
3.3.
Van Tillburg voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.4.
Op de (nadere) stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De rechtsmacht van de Nederlandse rechter vloeit voort uit artikel 26 lid 1 Herschikte EEX-verordening, nu Van Tillburg in het geding is verschenen zonder de bevoegdheid te betwisten. Tussen de partijen is niet in geschil dat op de onderhavige kwestie Nederlands recht van toepassing is.
4.2.
De spoedeisendheid van de vordering vloeit voldoende uit de stellingen van Hotel Tiel voort. Ter zitting is immers als onweersproken komen vast te staan dat Hotel Tiel door het conservatoire beslag en de in dat kader afgegeven bankgarantie geen toegang heeft tot een gedeelte van haar bouwbudget en dat zij belang heeft om daarover, in het kader van de afrondende fase van de verbouwing, zo spoedig mogelijk weer vrijelijk te kunnen beschikken.
4.3.
Hotel Tiel vordert in deze procedure teruggave van de door haar verstrekte bankgarantie, op de grond dat het eerdere, door de bankgarantie opgeheven, conservatoire beslag niet op goede gronden is gelegd. Teruggave van een bankgarantie op die grond is in beginsel echter niet mogelijk. Hotel Tiel heeft er naar aanleiding van het gelegde conservatoire beslag vrijwillig voor gekozen om een bankgarantie te stellen, waarna Van Tillburg het gelegde beslag heeft opgeheven. Blijkens de tekst van de bankgarantie is deze onvoorwaardelijk afgegeven en geldt deze totdat in een bodemprocedure op het geschil tussen partijen is beslist. Het karakter van een (vrijwillig gestelde) onvoorwaardelijke bankgarantie staat eraan in de weg dat die, nadat die is gesteld, moet worden teruggegeven, omdat het conservatoire beslag waarvoor vrijwillig zekerheid is gesteld - indien gevorderd - zonder meer zou zijn opgeheven zonder dat daarvoor zekerheid had behoeven te worden gesteld. Hotel Tiel had als alternatief voor de verstrekte bankgarantie in kort geding opheffing van het gelegde beslag kunnen vorderen, zonder direct een bankgarantie af te geven. De omstandigheid dat de opheffing van het beslag een zekere spoed had maakt dat niet anders. Hotel Tiel had bij voldoende spoedeisendheid op zeer korte termijn een datum voor een kortgeding tot opheffing van het beslag kunnen krijgen. In dat geval had in het kader van dat kort geding kunnen worden beoordeeld of het gelegde beslag had kunnen worden opgeheven, al dan niet tegen het stellen van zekerheid. Nu Hotel Tiel echter eerst een onvoorwaardelijke bankgarantie heeft afgegeven, kan zij daarvan op de aangevoerde grond achteraf geen teruggave vorderen. Dit is niet anders in het geval dat in het beslagrekest waarin verlof is gevraagd onvoldoende of onjuiste voorlichting is gegeven over de situatie, want ook in dat geval had de beslagene opheffing van het beslag in kort geding kunnen vorderen en had die omstandigheid tijdens de behandeling van dat geding aan de orde kunnen worden gesteld.
4.4.
Dit alles leidt tot de slotsom dat de vordering strekkende tot teruggave van de bankgarantie reeds op deze grond zal worden afgewezen. De (overige) verweren van Van Tillburg behoeven daarom thans geen bespreking meer.
4.5.
Hotel Tiel zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Van Tillburg tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 618,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.434,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Hotel Tiel tot betaling van de proceskosten, tot de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van Van Tillburg begroot op € 1.434,00, waarin begrepen € 816,00 aan salaris advocaat,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier E.H.J. Krijnen op 21 februari 2017.