ECLI:NL:RBGEL:2017:1420
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Leerplichtzaak tegen vader van jongere met beroep op vrijstelling van leerplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland, zitting houdende in Arnhem, op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in een leerplichtzaak tegen de vader van een jongere. De vader werd beschuldigd van het niet voldoen aan de verplichtingen van de Leerplichtwet 1969, doordat zijn zoon niet ingeschreven stond op een school in de periode van 22 augustus tot en met 15 september 2016. De vader voerde aan dat hij een beroep deed op vrijstelling van leerplicht vanwege overwegende bedenkingen tegen de richting van het onderwijs op redelijke afstand van zijn woning. De rechtbank heeft het beroep op vrijstelling afgewezen, omdat de vader eerder zijn zoon had ingeschreven op een school en er geen sprake was van veranderde omstandigheden die een vrijstelling rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat de vader niet had voldaan aan de verplichtingen van de Leerplichtwet en dat het beroep op vormverzuim niet kon slagen. De rechtbank achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en legde een geldboete op van € 750, waarvan € 250 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 5, 6, 8 en 26 van de Leerplichtwet en op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.