2.7.Tevens is op 12 maart 2013 door Siza en RTD Het Dorp B.V. een allonge bij de huurovereenkomst (hierna: allonge I) getekend, waarin onder meer het volgende is overeengekomen:
Aan de considerans bij de Huurovereenkomst wordt het volgende toegevoegd:
Siza heeft met [eiseres(sen)] Revalidatietechniek als enig aandeelhouder van Huurder afspraken gemaakt over de uitbreiding en intensivering van de reeds bestaande samenwerking; hun afspraken zijn neergelegd in de samenwerkingsovereenkomst van eveneens vandaag;
Als gevolg van de aldus per 1 januari 2013 gewijzigde zeggenschapsverhoudingen binnen Huurder
stellen partijen vast dat het optreden van [eiseres(sen)] Revalidatietechniek in de samenwerking met Siza van invloed is op de positie van Huurder als huurder van Siza. Er is sprake van vereenzelviging, waarbij (rechts)handelingen van [eiseres(sen)] Revalidatietechniek in het kader van de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst voor partijen (ook) hebben te gelden als (rechts)handelingen van haar dochteronderneming, de Huurder;
Op grond van zowel de feitelijke als juridische verwevenheid van de samenwerkings- en de huurovereenkomst zijn partijen het er over eens dat het gebruik van het gehuurde door Huurder en de samenwerking met [eiseres(sen)] Revalidatietechniek onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Wanneer aan die samenwerking een einde komt, heeft Siza er groot belang bij dat ook het gebruik van het gehuurde door Huurder eindigt, zodat Siza het gehuurde ter beschikking kan stellen aan een andere, met Huurder vergelijkbare onderneming, waardoor de continuïteit van de dienstverlening aan de cliënten van Siza wordt gewaarborgd;
Partijen wensen de verwevenheid tussen de samenwerkingsovereenkomst en de huurovereenkomst en tussen de daarbij betrokken partijen ook overigens in de allonge tot uitdrukking te brengen;
zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 2 – Ontbindingsgrond
Partijen komen overeen dat ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst als gevolg van tekortschieten door een van partijen in de nakoming van haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst, tot gevolg heeft dat tegelijkertijd sprake is van een omstandigheid die, ongeacht of sprake is van verzuim van een van partijen, ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, met dien verstande dat ontbinding van de huurovereenkomst op vordering van de Verhuurder uitsluitend kan plaatsvinden door de rechter op grond van art. 7:231 BW.
Artikel 3 – Duur, verlenging en opzegging
De artikelen 3.1 t/m 3.6. van de Huurovereenkomst komen te vervallen en worden vervangen door de onderhavige artikelen 3.1 t/m 3.8.
3.2* Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode [1 november 2008 tot en met 31 december 2015] wordt deze overeenkomst behoudens opzegging door een van partijen voortgezet voor aansluitende huurperioden van telkens één kalenderjaar.
3.3* Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van een huurperiode.
3.4* Opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot of per aangetekende brief met handtekening retour en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste 6 maanden.
3.7* Als extra opzeggingsgrond geldt de omstandigheid dat de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen door opzegging of ontbinding dan wel met wederzijds goedvinden tot een einde komt.
Omdat partijen hiermee afweken van het toepasselijke huurrechtelijke regime voor winkelruimte hebben zij op 14 maart 2013 een verzoekschrift ingediend en goedkeuring gevraagd voor enkele afwijkende bedingen. Die goedkeuring is bij beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, van 11 april 2013 verleend zoals verzocht.