ECLI:NL:RBGEL:2017:1372

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 februari 2017
Publicatiedatum
14 maart 2017
Zaaknummer
315311
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van conservatoir beslag en nakoming van franchise- en consignatieovereenkomst

In deze zaak, die op 9 februari 2017 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderde Novis Cyclia B.V. de opheffing van een conservatoir beslag dat door Blic B.V. en Bike Storm B.V. was gelegd. Het beslag was gelegd in het kader van een geschil over de nakoming van een franchiseovereenkomst en een consignatieovereenkomst. Novis Cyclia, die een fietsenwinkel exploiteert, had betalingsachterstanden opgelopen bij Bike Storm, die de fietsen en onderdelen leverde. Na een voorraadtelling bleek er een aanzienlijk voorraadverschil te zijn, wat leidde tot de ontbinding van de consignatieovereenkomst door Blic. De rechtbank oordeelde dat het beslag op de onder eigendomsvoorbehoud geleverde fietsen niet gerechtvaardigd was, omdat Bike Storm haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst ten onrechte had opgeschort. De vordering tot opheffing van het beslag werd toegewezen, maar de vordering tot nakoming van de consignatieovereenkomst werd afgewezen, omdat Blic gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden op basis van de tekortkomingen van Novis Cyclia. In reconventie werd Novis Cyclia veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Bike Storm en tot afgifte van de in beslag genomen fietsen aan Blic. De proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/315311 / KG ZA 17-62
Vonnis in kort geding van 9 februari 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOVIS CYCLIA B.V.,
gevestigd te [franchisenemer] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mrs. J. van de Peppel en A. Dolphijn te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLIC B.V.,
gevestigd te Enschede, en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIKE STORM B.V.,
gevestigd te Hengelo (Overijssel),
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. J. de Jong van Lier te Enschede.
Partijen zullen hierna Novis Cyclia, Blic en Bike Storm worden genoemd.

1.De procedure

in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met productie 1 tot en met 9
  • de producties 1 tot en met 8 van Blic en Bike Storm
  • de brief van 7 februari 2017 van Blic en Bike Storm waarin een eis in reconventie wordt aangekondigd
  • de mondelinge behandeling van 8 februari 2017
  • de pleitnota van Novis Cyclia
  • de pleitnota van Blic en Bike Storm.
1.2.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 9 februari 2017 vonnis bepaald. De feiten en de motivering waarop de in dat vonnis gegeven beslissing steunt, worden hierna (nader) vastgelegd.
2. De feiten
in conventie en in reconventie
2.1.
Tussen Novis Cyclia en Bike Storm is op 1 april 2014 een franchiseovereenkomst tot stand gekomen. Overeengekomen is dat de heer [franchisenemer] als franchisenemer een fietsenwinkel in [franchisenemer] opent met de naam [fietsenwinkel] [franchisenemer] . De franchiseovereenkomst vermeldt voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang:

Artikel 13 – Vergoedingen
13.3
Ter zake van het aan Franchisenemer verleende recht tot exploitatie van de Formule, zal Franchisenemer aan Franchisegever gedurende de eerste twee jaar van deze franchiseovereenkomst, berekend vanaf de ingangsdatum van deze franchiseovereenkomst, een franchisefee betalen ter grootte van 4,5% (zegge: viereneenhalf procent) berekend over de omzet exclusief BTW.
Na deze eerste twee jaar, berekend vanaf de ingangsdatum van deze franchiseovereenkomst, zal Franchisenemer, ter zake van het aan Franchisenemer verleende recht tot exploitatie van de Formule, aan Franchisegever een franchisefee betalen ter grootte van 4% (zegge: vier procent) berekend over de omzet exclusief BTW.
(…)
Artikel 14 – Betalingen en voorwaarden
14.1
Voor zover niet anders is bepaald dienen de betalingen aan Franchisegever te geschieden binnen 8 (zegge: acht) dagen na factuurdatum zonder enige korting of compensatie.
14.2
Ter vereenvoudiging van de betalingen aan Franchisegever worden de verschuldigde bedragen periodiek per incasso door Franchisenemer aan Franchisegever betaald. (…) Franchisenemer verplicht zich permanent voldoende saldo op de opgegeven bankrekening beschikbaar te hebben.
(…)
Artikel 15 – Boekhouding en administratie
15.1
Franchisenemer is verplicht een deugdelijke, naar algemeen aanvaarde maatschappelijke normen, (financiële bedrijfs-)administratie te voeren en de door Franchisegever gewenste bedrijfsinformatie te verschaffen. (…)
15.3
Franchisenemer is verplicht gebruik te maken van de diensten van Franchisegever voor het laten verzorgen van zijn (financiële) administratie.
(…)’
2.2.
Op basis van de franchiseovereenkomst heeft Bike Storm al dan niet via Blic vanaf 1 april 2014 fietsen, onderdelen en accessoires aan Novis Cyclia geleverd. Novis Cyclia is niet in staat gebleken tijdig – binnen de afgesproken termijn – voor de geleverde zaken te betalen. Hierdoor is aan de zijde van Novis Cyclia een betalingsachterstand ontstaan, die gaandeweg is opgelopen tot een bedrag in de orde van grootte van € 80.000,00. In de jaren nadien heeft Bike Storm een openstaande schuld van Novis Cyclia ter zake van geleverde fietsen, onderdelen en accessoires van een bedrag in deze omvang steeds gedoogd.
2.3.
In augustus 2016 is na een voorraadtelling gebleken dat de feitelijke voorraad in de winkel in [franchisenemer] afwijkt van de voorraad zoals die uit de financiële administratie blijkt. In augustus 2016 bedroeg dit verschil ongeveer € 9.000,00.
2.4.
Omdat de bank van Bike Storm niet meer wilde financieren op debiteuren die een of meer rekeningen langer dan 90 dagen onbetaald hebben gelaten, zijn partijen in oktober 2016 in overleg getreden over de ontstane betalingsachterstanden. Om de bank van Bike Storm tevreden te stellen, is tussen Novis Cyclia en Blic op 25 november 2016 een consignatieovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst vermeldt onder meer:

Artikel 1. Consignatie
1.1
Consignatienemer verklaart hierbij de zaken als beschreven en gespecificeerd in Bijlage 1, hierna te noemen “Zaken”, voor één jaar in consignatie te nemen. (…)
1.3
Consignatienemer zal als een goed huisvader zorgdragen voor de Zaken als hiervoor bedoeld, en zal deze voorts deugdelijk, en als in de branche te doen gebruikelijk is opslaan. Consignatienemer is verantwoordelijk voor de Zaken. Het tenietgaan, beschadigen en/of zoek raken is voor rekening en risico van Consignatienemer. Consignatienemer zal de Zaken welke tenietgaan, beschadigen en/of zoek raken, aan Consignatiegever, tegen de vooraf afgesproken inkoopprijs van Consignatienemer vergoeden (Bijlage 1).
(…)
1.5
Zolang de de Zaken niet door Consignatienemer verkocht en/of verwerkt zijn, behoudt Consignatiegever haar eigendom van de Zaken als hiervoor bedoeld voor. (…)
1.6
Indien en voorzover Consignatienemer de verplichtingen niet nakomt welke zij uit hoofde van onderhavige overeenkomst heeft, is Consignatiegever gerechtigd onderhavige overeenkomst te ontbinden en de Zaken als in dit artikel bedoeld terug te nemen – aan welke terugname Consignatienemer verplicht is terstonds mee te werken – zonder dat Consignatiegever Consignatienemer enige (schade)vergoeding verschuldigd is.’
2.5.
Gelijktijdig met het aangaan van de consignatieovereenkomst is tussen Novis Cyclia en Blic de afspraak gemaakt dat de in consignatie gegeven fietsen door Novis Cyclia mochten worden verkocht en dat de inkoopprijs pas aan Blic hoefde te worden betaald nadat Novis Cyclia de koopsom van de klant had ontvangen. Novis Cyclia is vervolgens niet (altijd) tot betaling van de inkoopprijs aan Blic overgegaan. Dit heeft ertoe geleid dat Blic en Bike Storm vanaf eind 2016 uitsluitend nog fietsen aan Novis Cyclia zijn gaan leveren die bij vooruitbetaling waren betaald.
2.6.
In de laatste maanden van 2016 heeft [franchisenemer] (in zijn hoedanigheid van bestuurder van Novis Cyclia) op verzoek van Blic en Bike Storm nog tweemaal een voorraadtelling in de winkel uitgevoerd. Eind 2016 bedroeg het voorraadverschil ongeveer
€ 35.000,00. Een oorzaak voor dit geconstateerde verschil is door Novis Cyclia niet gegeven. Bike Storm heeft haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst daarna opgeschort.
2.7.
Bij brief van 2 februari 2017 heeft de directeur van Blic, de heer [directeur van Blic] , aan Novis Cyclia onder meer bericht:
‘Via deze weg ontbinden wij de consignatieovereenkomst op grond van artikel 1.6, met onmiddellijke ingang. Wij hebben geconstateerd dat u zich niet houdt aan artikel 3.1 van de overeenkomst. Daarnaast heeft u ons het recht ontzegt op basis van 3.2 om te controleren of de voorraad daadwerkelijk aanwezig is.
Vanwege deze ontbinding bent u gehouden terstond mede te werken aan de terugname van de in consignatie geleverde voorraad door ons.
(…)
Wij sommeren u onverwijld de consignatievoorraad uiterlijk op vrijdag 3 februari 2017 aan ons over te dragen’
2.8.
Novis Cyclia heeft de aan haar in consignatie geleverde fietsen niet vrijwillig aan Blic afgegeven. Blic en Bike Storm hebben vervolgens op 3 februari 2017 een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag tot revindicatie en afgifte van zaken, tevens verzoek tot bewaring van deze zaken ingediend bij deze rechtbank. Later op die dag is verlof verleend voor beslaglegging op de zaken die in productie 7 bij het verzoekschrift staan vermeld.
2.9.
Namens Blic en Bike Storm zijn vervolgens op vrijdagmiddag 3 februari 2017 de in voorraad gegeven fietsen bij Novis Cyclia opgehaald, zowel de fietsen die in consignatie waren gegeven als de fietsen die onder de franchiseovereenkomst met eigendomsvoorbehoud waren geleverd. De aanwezige voorraad in de winkel bedroeg daarna nog ongeveer vijf fietsen.
2.10.
[fietsenwinkel] [franchisenemer] is vanaf vrijdagmiddag 3 februari 2017 gesloten voor klanten.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Novis Cyclia vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I primair het gelegde conservatoire beslag tot revindicatie en afgifte van zaken, tevens bewaring van zaken (zoals bedoeld in de lijst van zaken van productie 7 bij het verzoekschrift van Blic en Bike Storm) op te heffen;
II Subsidiair Blic te veroordelen het gelegde conservatoire beslag tot revindicatie en afgifte van zaken, tevens bewaring van zaken (zoals bedoeld in de lijst van zaken van productie 7 bij het verzoekschrift van Blic en Bike Storm) op te heffen;
III Blic te veroordelen tot nakoming van de overeengekomen handelsrelatie, te weten de leveranciersrelatie c.q. consignatieovereenkomst (mede in het kader van de franchiserelatie), en aldus de belevering aan [fietsenwinkel] [franchisenemer] weer te hervatten, althans Blic te veroordelen om de leveringsstop per onmiddellijk, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, op te heffen;
IV Bike Storm te veroordelen tot nakoming van de overeengekomen handelsrelatie, te weten de franchiserelatie, en aldus de belevering aan [fietsenwinkel] [franchisenemer] te hervatten, althans Bike Storm te veroordelen om de leveringsstop per onmiddellijk, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, op te heffen;
V Blic te veroordelen zo veel mogelijk al hetgeen onder II en III gevorderd is, steeds na te komen op straffe van een dwangsom van € 20.000,00 per keer of per dag of dagdeel, tot een maximum van € 1.000.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
VI Blic en Bike Storm te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening.
3.2.
Blic en Bike Storm voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in reconventie
3.4.
Blic en Bike Storm vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Novis Cyclia:
I tot betaling van € 10.182,06 aan Bike Storm;
II tot betaling van € 76.836,42 aan Blic;
III tot afgifte van de in beslag genomen fietsen aan Blic, met veroordeling van Novis Cyclia om te gehengen en te gedogen dat de bewaarder, verhuisbedrijf Nimax B.V., de fietsen afgeeft aan Blic;
IV tot betaling van de beslagkosten;
V tot betaling van de proces- en nakosten.
3.5.
Novis Cyclia voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

in conventie

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende uit de stellingen van Novis Cyclia voort.
4.2.
Novis Cyclia vordert in dit kort geding opheffing van het gelegde conservatoire beslag tot revindicatie en afgifte van zaken, tevens bewaring van zaken en daarnaast nakoming van de met Bike Storm gesloten franchiseovereenkomst en de met Blic gesloten consignatieovereenkomst. Novis Cyclia legt aan deze vorderingen ten grondslag dat zij op franchisebasis de onderneming [fietsenwinkel] [franchisenemer] runt en de afgelopen jaren door Bike Storm en Blic is bevoorraad. Novis Cyclia stelt dat Bike Storm haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst ten onrechte heeft opgeschort en dat Blic de consignatieovereenkomst zonder gegronde reden buitengerechtelijk heeft ontbonden en dat zij vervolgens zo goed als de hele winkelvoorraad hebben meegenomen. Novis Cyclia stelt dat haar bedrijfsvoering daardoor ernstig in gevaar komt en insolventie dreigt, zodat het beslag dient te worden opgeheven, de weggenomen winkelvoorraad aan haar dient te worden geretourneerd en de overeenkomsten (weer) dienen te worden nagekomen.
4.3.
Volgens artikel 705 lid 2 Rv dient het beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert om met inachtneming van de beperkingen van de voorzieningenprocedure aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk of onnodig is (HR 14 juni 1996, NJ 1997/481). Er zal evenwel beslist moeten worden aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. Met inachtneming hiervan wordt als volgt overwogen.
4.4.
De kern van het geschil tussen partijen komt neer op de vraag of Bike Storm haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst terecht heeft opgeschort en of Blic de consignatieovereenkomst buitengerechtelijk heeft mogen ontbinden. Ten aanzien van de franchiseovereenkomst geldt het volgende. Vaststaat dat Bike Storm Novis Cyclia op basis van de franchiseovereenkomst tot medio 2016 van fietsen, onderdelen en accessoires heeft voorzien. Deze zaken werden onder eigendomsvoorbehoud geleverd en de door Novis Cyclia verschuldigde inkoopprijs werd aanvankelijk conform overeenkomst periodiek automatisch van de zakelijke rekening geïncasseerd. Niet in geschil is dat in deze handelwijze op enig moment verandering is gekomen, omdat Novis Cyclia over onvoldoende financiële middelen beschikte om de gemaakte betaalafspraak te kunnen nakomen. Hoewel partijen vervolgens nadere afspraken omtrent levering en betaling hebben gemaakt om zo betalingsachterstanden te voorkomen, zijn partijen het erover eens dat vanaf 2014 een (oplopende) achterstand in de betalingen aan Bike Storm is ontstaan. Namens Bike Storm is ter zitting verklaard dat deze achterstand op enig moment was opgelopen tot ongeveer € 190.000,00 en dat partijen gezamenlijk naar een werkbare oplossing voor deze situatie hebben gezocht. Niet in geschil is dat deze oplossing inhield dat een derde partij
€ 100.000,00 van de schuld voor Novis Cyclia zou aflossen, in ruil voor een gedeelte van de aandelen in Novis Cyclia. Een daartoe strekkende overeenkomst is in december 2015 gesloten. De betalingsachterstand is daarmee toen teruggebracht tot circa € 90.000,00. In 2016 is de achterstand nog iets afgenomen tot circa € 76.000,00 per ultimo 2016. Gesteld noch gebleken is dat partijen in dat kader, of op enig ander moment, hebben besproken dat de resterende betalingsachterstand voor Bike Storm onacceptabel was en binnen een bepaalde termijn door Novis Cyclia tot een bepaald bedrag moest worden teruggebracht of zelfs volledig moest worden afgelost. Aannemelijk is dan ook dat deze achterstand door Bike Storm is toegestaan (waarbij zij Novis Cyclia in feite (stilzwijgend) een leveringskrediet toestond) en dat Novis Cyclia met de betalingsachterstand niet tekort schoot in de nakoming van de voor haar uit de franchiseovereenkomst voortvloeiende verbintenissen. Het enkele bestaan van de gestelde (en overigens qua omvang betwiste) betalingsachterstand kan de door Bike Storm ingeroepen opschorting van haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst dan ook niet rechtvaardigen. Na gedurende enkele jaren een leverancierskrediet van circa € 80.000,00 te hebben toegestaan, stond het Bike Storm niet vrij zich plotseling op het standpunt te stellen dat Novis Cyclia haar betalingsverplichtingen niet nakwam en daarom haar eigen verplichtingen uit de overeenkomst op te schorten en zelfs het volledige openstaande bedrag ineens, zonder inachtneming van een termijn, op te eisen. Aannemelijk is daarom dat Bike Storm haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst ten onrechte heeft opgeschort, zodat de vordering tot veroordeling van Bike Storm om de met Novis Cyclia gesloten franchiseovereenkomst na te komen, zal worden toegewezen. Iets anders is dat uit het toestaan van leverancierskrediet voor Bike Storm niet zonder meer ook de verplichting voortvloeit een verder oplopen daarvan toe te staan en toe te blijven staan. Het stond Bike Storm daarom vrij zich op het standpunt te stellen dat zij fietsen, onderdelen en accessoires alleen nog tegen vooruitbetaling zou leveren.
4.5.
Nu is geoordeeld dat aan de zijde van Bike Storm geen grond tot opschorting van haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst bestaat, is summierlijk van de ondeugdelijkheid van het recht om de onder eigendomsvoorbehoud geleverde fietsen op te eisen gebleken. Nu het belang aan de zijde van Bike Storm bij handhaving van het gelegde beslag voorts niet opweegt tegen het belang van Novis Cyclia bij opheffing van dat beslag, zal dat beslag, voor zover dat is gelegd op de op basis van de franchiseovereenkomst onder eigendomsvoorbehoud aan Novis Cyclia geleverde zaken, worden opgeheven.
4.6.
Ten aanzien van de tussen Novis Cyclia en Blic gesloten consignatieovereenkomst wordt als volgt overwogen. In de consignatieovereenkomst staat onder 1.3 vermeld dat Novis Cyclia als een goed huisvader zal zorgdragen voor de zaken die aan haar worden geleverd en dat zij deze zaken deugdelijk zal opslaan. Op basis van deze bepaling is Novis Cyclia verantwoordelijk voor het aanwezig zijn van de aan haar geleverde zaken, waaronder de aan haar in consignatie gegeven fietsen. Blic en Bike Storm hebben ter zitting aangevoerd dat naar aanleiding van een voorraadtelling in augustus 2016 is gebleken dat de feitelijke winkelvoorraad in [fietsenwinkel] [franchisenemer] op dat moment afweek van de voorraad die uit de financiële administratie volgde. Blic voert aan dat zij naar aanleiding van dit voorraadverschil aan Novis Cyclia om een verklaring daarvoor heeft gevraagd, maar dat deze niet is gegeven. Hoewel Novis Cyclia ter zitting heeft gesteld dat het verschil mogelijk kan worden verklaard doordat Blic de inkoopbonnen niet correct heeft opgesteld, waardoor Novis Cyclia op papier voorraden in de winkel zou hebben die er feitelijk niet zijn, heeft Blic in reactie daarop voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een sluitende administratie omdat Novis Cyclia iedere inkoopbon afzonderlijk in het computersysteem moet controleren en goedkeuren. Dat in het systeem fietsen staan vermeld die feitelijk niet zijn geleverd is op voorhand dan ook niet aannemelijk.
4.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat gelet op het geconstateerde voorraadverschil van Novis Cyclia, en meer in het bijzonder van haar bestuurder de heer [franchisenemer] , mag worden verwacht dat zij op grond van artikel 1.3 van de overeenkomst ten minste meedenkt over een mogelijke verklaring voor het verschil en informatie aan de consignatiegever verschaft indien daarom wordt gevraagd. Dit temeer omdat uit twee opvolgende tellingen eind 2016 is gebleken dat het verschil in voorraad overeenkomend met een bedrag van € 9.000,00 in het najaar van 2016 fors is opgelopen tot een verschil overeenkomend met een bedrag van € 35.000,00 per eind 2016. Aangezien de bestuurder van Novis Cyclia geen aannemelijke verklaring geeft voor de geconstateerde voorraadverschillen is er aanleiding voor het oordeel dat Novis Cyclia niet als een goed huisvader voor de haar in consignatie gegeven fietsen en andere zaken heeft gezorgd. Op grond van het bepaalde in artikel 1.6 van de overeenkomst komt aan Blic op basis van deze tekortkoming de bevoegdheid toe om de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden en de door haar in consignatie verschafte zaken terug te nemen. Het grote onverklaarde voorraadverschil per eind 2016 rechtvaardigt die ontbinding. Nu vaststaat dat Blic van deze bevoegdheid gebruikt heeft gemaakt door de overeenkomst bij brief van 2 februari 2017 te ontbinden en de bij Novis Cyclia aanwezige fietsenvoorraad per direct terug te vorderen, zal de vordering tot veroordeling van Blic om deze overeenkomst (alsnog) correct na te komen en weer fietsen in consignatie aan Novis Cyclia te leveren worden afgewezen. Gelet hierop, is niet summierlijk van de ondeugdelijkheid van het conservatoire beslag op de in consignatie geleverde fietsen gebleken en zal de vordering strekkende tot opheffing van dat gedeelte van het beslag worden afgewezen. Een afweging van de over en weer kenbare belangen maakt dit niet anders.
4.8.
De door Novis Cyclia gevorderde dwangsom zal op de voet van artikel 611a Rv worden toegewezen als na te melden.
4.9.
Nu partijen in conventie over en weer deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten in conventie worden gecompenseerd als na te melden.
in reconventie
4.10.
Bike Storm vordert in reconventie een bedrag van € 10.182,06 aan franchisefee op basis van de met Novis Cyclia gesloten franchiseovereenkomst. Novis Cyclia heeft de verschuldigdheid van dit bedrag niet weersproken. Daarom zal deze vordering worden toegewezen.
4.11.
Blic vordert in reconventie een bedrag van € 76.836,42 aan achterstallige betalingen voor zaken die aan Novis Cyclia zijn verkocht en geleverd, maar tot op heden niet door haar aan Blic zijn betaald. Uit hetgeen in conventie omtrent de opeisbaarheid hiervan is overwogen, vloeit voort dat deze vordering moet worden afgewezen. De overige verweren tegen de hoogte van het bedrag kunnen daarom verder onbesproken blijven.
4.12.
Voorts vordert Blic veroordeling van Novis Cyclia tot afgifte van de in beslag genomen fietsen aan Blic. Nu in conventie reeds is overwogen dat het conservatoire beslag op deze fietsen op goede gronden is gelegd en niet zal worden opgeheven, zal de vordering tot afgifte van de in beslag genomen fietsen worden toegewezen. Ook de vordering tot veroordeling van Novis Cyclia te gehengen en te gedogen dat de fietsen door de bewaarder van de fietsen aan Blic zullen worden afgegeven, zal worden toegewezen. De voorzieningenrechter acht toewijzing van deze vordering vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure aangewezen, om op die manier veroudering van de in beslag genomen modellen te voorkomen en eventuele schade voor partijen tot een minimum te beperken.
4.13.
Nu partijen in reconventie over en weer deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd als na te melden.
4.14.
De vordering tot veroordeling van Novis Cyclia in de beslagkosten zal worden toegewezen, nu dit beslag gedeeltelijk op goede gronden is gelegd en de kosten van dit executiemiddel daarom voor rekening van Novis Cyclia behoren te komen. De beslagkosten worden tot op heden begroot op € 425,00 aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
heft het conservatoire beslag tot revindicatie en afgifte van zaken, tevens bewaring van zaken (zoals bedoeld in de lijst van zaken van productie 7 bij het verzoekschrift van Blic en Bike Storm van 3 februari 2017) op, voor zover het gaat om de buiten de consignatieovereenkomst om door Blic en/of Bike Storm op basis van de franchiseovereenkomst onder eigendomsvoorbehoud aan Novis Cyclia geleverde zaken,
5.2.
veroordeelt Bike Storm tot nakoming van de met Novis Cyclia gesloten franchiseovereenkomst, en aldus de belevering al dan niet via Blic aan Novis Cyclia te hervatten, voor zover Novis Cyclia de te leveren zaken bij vooruitbetaling aan Bike Storm en/of Blic betaalt,
5.3.
veroordeelt Bike Storm tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Bike Storm niet aan de veroordeling onder 2.2. voldoet, tot een maximumbedrag van € 50.000,00,
5.4.
compenseert de proceskosten in conventie in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders in conventie gevorderde af,
in reconventie
5.7.
veroordeelt Novis Cyclia om tegen bewijs van kwijting aan Bike Storm te betalen
een bedrag van € 10.182,06,
5.8.
veroordeelt Novis Cyclia tot afgifte van de in beslag genomen fietsen aan Blic, maar alleen voor zover het gaat om de op basis van de consignatieovereenkomst aan Novis Cyclia geleverde fietsen, en veroordeelt Novis Cyclia om te gehengen en te gedogen dat de bewaarder, te weten verhuisbedrijf Nimax B.V., die fietsen afgeeft aan Blic,
5.9.
veroordeelt Novis Cyclia tot betaling van de beslagkosten, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 425,00 aan salaris advocaat,
5.10.
compenseert de proceskosten in reconventie, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.11.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders in reconventie gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op
9 februari 2017. De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt, zijn afzonderlijk vastgelegd op 23 februari 2017.