Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
1 april 2017;
€ 12.341,00 bruto;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, een ondernemer die een winkel in Nijmegen exploiteert, heeft verzocht om de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die sinds 1 december 2015 arbeidsongeschikt is, te ontbinden. De verzoeker heeft zijn winkel gesloten vanwege slechte financiële omstandigheden en heeft de arbeidsovereenkomsten met al het andere personeel beëindigd, met uitzondering van die met de verweerster. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een volledige beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming, waardoor het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat het verzoek tot ontbinding op de h-grond van artikel 7:669 lid 3 BW toewijsbaar is, omdat de omstandigheden zodanig zijn dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 april 2017 en de verweerster recht gegeven op een transitievergoeding van € 12.341,00 bruto. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.