ECLI:NL:RBGEL:2016:6946
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toeslagenwet en gelijke behandeling van alleenstaande ouders en pleegkinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een alleenstaande ouder en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiseres ontving een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW), die per 1 januari 2015 werd verlaagd naar € 0,26 per dag. Eiseres betoogde dat deze verlaging in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat zij pleegkinderen had en de wet geen onderscheid maakte tussen biologische kinderen en pleegkinderen. Eiseres stelde dat de wijziging in de wet een ongerechtvaardigd onderscheid maakte en dat zij niet tijdig was geïnformeerd over de verlaging van haar toeslag, wat in strijd zou zijn met het rechtszekerheidsbeginsel.
De rechtbank oordeelde dat de wijziging in de TW geen ongelijkheid creëerde tussen ouders met biologische kinderen en ouders met pleegkinderen, aangezien de wet geen onderscheid maakte. De rechtbank concludeerde dat de wijziging van de toeslag een gevolg was van een wetswijziging die in formele zin correct was bekendgemaakt. Eiseres had voldoende tijd om zich voor te bereiden op de verlaging van de toeslag, aangezien zij al in juni 2014 op de hoogte was gesteld van de aanstaande wijziging. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenveroordeling af.