ECLI:NL:RBGEL:2016:6138
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een beroep inzake vervoersvoorziening op grond van de Wmo na verhuizing naar een andere gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 oktober 2016 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep van eiseres inzake een aanvraag voor een vervoersvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiseres had aanvankelijk een aanvraag ingediend voor een nieuwe vervoersvoorziening, maar deze was door verweerder buiten behandeling gesteld. Na een heroverweging heeft verweerder de aanvraag afgewezen, maar wel een compensatie van € 3.330 toegekend. Eiseres had inmiddels echter verhuisd naar de gemeente Borne, waar zij een nieuwe aanvraag voor een vervoersvoorziening had ingediend en deze ook was toegekend.
De rechtbank overweegt dat, omdat eiseres nu in de gemeente Borne woont en daar een vervoersvoorziening heeft gekregen, zij geen recht meer kan doen gelden op een vervoersvoorziening van verweerder. Eiseres stelde dat zij nog steeds belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit, omdat zij voornemens was om schadevergoeding te vragen. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij meer schade heeft geleden dan de compensatie die zij heeft ontvangen. Hierdoor is het belang van eiseres bij de beoordeling van het beroep komen te vervallen.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.